Afbeelding
Israël moet zich houden aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof dat het alles moet doen wat in zijn macht ligt om genocide op Palestijnen in Gaza te voorkomen
Persbericht

Israël moet zich houden aan de uitspraak van het Internationaal Gerechtshof dat het alles moet doen wat in zijn macht ligt om genocide op Palestijnen in Gaza te voorkomen

26 januari 2024

Vandaag beval het Internationaal Gerechtshof voorlopige maatregelen naar aanleiding van de genocide-aanklacht van Zuid-Afrika tegen Israël. Dit is volgens Amnesty International een belangrijke stap die kan helpen de Palestijnen in Gaza te beschermen tegen verder lijden en onherstelbare schade.

Het Hof beveelt in zijn uitspraak zes voorlopige maatregelen. Israël moet zich onder andere onthouden van daden die vallen onder het VN-Genocideverdrag. Israël moet ook het rechtstreeks en publiekelijk aanzetten tot genocide voorkomen en bestraffen, en moet volgens het Hof onmiddellijke en effectieve maatregelen nemen om te zorgen dat burgers in Gaza humanitaire hulp krijgen. Van cruciaal belang is dat het Hof Israël ook opdraagt om bewijs van genocide te bewaren en om binnen een maand verslag uit te brengen van alle maatregelen die genomen zijn om het bevel uit te voeren.

“De beslissing van vandaag herinnert ons op gezaghebbende wijze aan de cruciale rol van het internationaal recht bij het voorkomen van genocide en het beschermen van alle slachtoffers van gruweldaden. Het is een duidelijk signaal dat de wereld niet stilzwijgend zal toekijken hoe Israël een meedogenloze militaire campagne voert om de bevolking van Gaza te decimeren en dood, verschrikking en leed op ongekende schaal te ontketenen ten aanzien van de Palestijnen”, aldus Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.

“De uitspraak van het Hof alleen volstaat niet om de wreedheden en verwoestingen in Gaza te stoppen. Alarmerende tekenen van genocide in Gaza en Israëls flagrante minachting voor het internationaal recht onderstrepen de dringende noodzaak van effectieve, gezamenlijke druk op Israël om zijn aanval op de Palestijnen te stoppen. Een onmiddellijk staakt-het-vuren door alle partijen blijft essentieel en is - hoewel niet bevolen door het Hof - de meest effectieve voorwaarde om de voorlopige maatregelen uit te voeren en een einde te maken aan ongekend burgerleed.”

“De inzet kan niet hoger zijn - de voorlopige maatregelen van het Hof geven aan dat volgens het Hof het overleven van de Palestijnen in Gaza in gevaar is. De Israëlische regering moet onmiddellijk voldoen aan de uitspraak van het Hof. Alle staten - ook diegene die kritisch waren over de genocide-aanklacht door Zuid-Afrika - hebben een duidelijke plicht om ervoor te zorgen dat deze maatregelen worden geïmplementeerd. Wereldleiders uit de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Duitsland en andere EU-landen moeten hun respect tonen voor de wettelijk bindende uitspraak van het Hof en alles doen wat in hun macht ligt om hun verplichting om genocide te voorkomen na te komen. Doen ze dat niet, dan zou dat een zware klap zijn voor de geloofwaardigheid van en het vertrouwen in de internationale rechtsorde”, besluit Agnès Callamard.

Staten moeten ook dringend stappen ondernemen om voortdurende internationale misdaden te voorkomen, onder andere door een alomvattend wapenembargo in te stellen tegen Israël en Palestijnse gewapende groeperingen.

Amnesty International waarschuwde voor het risico op genocide in Gaza vanwege het schokkend hoog dodental onder Palestijnen, de wijdverspreide verwoesting door Israëls onophoudelijke bombardementen en de opzettelijke ontzegging van humanitaire hulp als onderdeel van de aanhoudende illegale blokkade. Al deze gebeurtenissen bezorgen veel leed aan de burgerbevolking van Gaza. Andere waarschuwingssignalen zijn de toename van racistische en ontmenselijkende retoriek van sommige Israëlische regeringsfunctionarissen, waaronder de Israëlische premier Benjamin Netanyahu, en Israëls geschiedenis van onderdrukking en discriminatie van Palestijnen onder zijn systeem van apartheid. In het licht van een ernstig risico op genocide zijn alle staten volgens het internationaal recht verplicht om te handelen om het plegen van genocide te voorkomen.

Meer dan 26.000 Palestijnen, voornamelijk burgers, zijn gedood tijdens Israëls niet aflatende bombardementen op Gaza. Naar schatting 10.000 anderen zijn nog vermist onder het puin. Minstens 1,8 miljoen Palestijnen werden ontheemd en hebben geen toegang tot voldoende voedsel, water, onderdak, sanitaire voorzieningen en medische hulp.

Amnesty’s oproep

Amnesty International roept Israël, Hamas en andere gewapende Palestijnse groeperingen op om alle militaire operaties in Gaza onmiddellijk te staken. Israël moet zijn illegale en onmenselijke beleg opheffen en ongehinderd en onvoorwaardelijk humanitaire hulp toestaan aan de Palestijnen, die lijden onder een opzettelijk veroorzaakte hongersnood. Wij dringen er bij Hamas en andere gewapende Palestijnse groeperingen op aan om alle overgebleven burgergijzelaars vrij te laten.

Achtergrond

Op 29 december 2023 heeft Zuid-Afrika bij het Internationaal Gerechtshof een zaak aangespannen tegen Israël wegens schending van het Verdrag inzake de voorkoming en de bestraffing van genocide van de Verenigde Naties, kortweg het Genocideverdrag. Israël wordt aangeklaagd voor het plegen van genocide tegen het Palestijnse volk na de aanvallen van Hamas en andere gewapende groepen op 7 oktober 2023, waarbij bijna 1.200 mensen, voornamelijk burgers, in Israël werden gedood en ongeveer 240 mensen werden gegijzeld.

De hoorzittingen over het verzoek van Zuid-Afrika tot het nemen van voorlopige maatregelen vonden plaats in Den Haag op 11 en 12 januari 2024.

De 84 pagina's tellende aanklacht van Zuid-Afrika beschuldigt Israël van handelingen en nalatigheden die “een genocidaal karakter hebben, omdat ze zijn gepleegd met de vereiste specifieke intentie ... om Palestijnen in Gaza te vernietigen als onderdeel van de bredere Palestijnse nationale, raciale en etnische groep”.

Het Internationaal Gerechtshof is het belangrijkste gerechtelijke orgaan van de VN. Het Gerechtshof behandelt geen individuele strafrechtelijke kwesties, maar de rol van het Hof is om, in overeenstemming met het internationaal recht, juridische geschillen te beslechten die door staten aan het Hof worden voorgelegd. Hieronder vallen geschillen met betrekking tot de interpretatie, toepassing of naleving van het Genocideverdrag en de verantwoordelijkheid van een staat voor genocide.

Artikel 94 van het VN-Handvest bepaalt dat uitspraken van het Internationaal Gerechtshof bindend zijn voor de partijen bij het geschil. Als ze niet worden uitgevoerd, moet een beroep worden gedaan op de VN-Veiligheidsraad, die aanbevelingen kan doen of kan beslissen over maatregelen die moeten worden genomen om uitvoering te geven aan de uitspraak.

Lees ook

Meer nieuws