Afbeelding
Afghanistan: taliban folteren en executeren mensen in gerichte aanval op Hazara-gemeenschap
Persbericht

Afghanistan: taliban folteren en executeren mensen in gerichte aanval op Hazara-gemeenschap

16 september 2022
  • Zes mensen gedood tijdens een nachtelijke inval in een gezinswoning in de provincie Ghor, waaronder een 12-jarig meisje
  • Aanhoudende talibanmoorden wijzen op een patroon van aanvallen op etnische minderheden en leden van de voormalige veiligheidstroepen

Talibanstrijders hebben zes mensen van de Hazara-gemeenschap gedood bij een doelbewuste aanval op de etnische minderheidsgroep in de Afghaanse provincie Ghor. Dat zegt Amnesty International vandaag na een nieuw onderzoek.

Op 26 juni 2022 arresteerden en executeerden de taliban vier mannen tijdens een nachtelijke inval op zoek naar een voormalige veiligheidsfunctionaris. Het lichaam van ten minste één van de geëxecuteerden vertoonde tekenen van foltering. Tijdens de inval werden ook een vrouw en een 12-jarig meisje gedood.

De aanval maakt deel uit van een wijder patroon van het onwettig en doelgericht doden van mensen die de taliban beschouwen als tegenstanders. In dit geval gaat het om zowel leden van de Hazara-gemeenschap als mensen die banden hadden met de voormalige Afghaanse regering.

Amnesty’s oproep

“Deze gewelddadige moorden zijn opnieuw een schokkend bewijs dat de taliban doorgaan met het vervolgen, folteren en buitengerechtelijk executeren van Hazara”, aldus Agnès Callamard, de secretaris-generaal van Amnesty International.

“De taliban moeten onmiddellijk een einde maken aan dit wrede patroon van gerichte moorden en als de facto autoriteiten de bescherming van alle Afghanen garanderen.”

De taliban moeten deze moorden onderzoeken en ervoor zorgen dat de verantwoordelijken worden vervolgd in overeenstemming met de mensenrechtenverplichtingen. Als de de facto autoriteiten niet voor gerechtigheid kunnen zorgen, moet de aanklager van het Internationaal Strafhof onmiddellijk een volledig onderzoek instellen naar alle gevallen van buitengerechtelijke executies.

Daarnaast roept Amnesty International, samen met de VN-rapporteur voor de situatie in Afghanistan, op tot een onafhankelijk verantwoordingsmechanisme in en voor Afghanistan.

Eerdere executies van Hazara

Amnesty International documenteerde soortgelijke buitengerechtelijke executies van Hazara in de provincie Ghazni in juli 2021 en in de provincie Daykundi in augustus 2021. Ondanks dat de taliban publiekelijk verklaarden voormalige regeringsfunctionarissen niet tot doelwit te maken, is er nog steeds geen onderzoek gedaan en is niemand vervolgd voor deze executies.

Methodologie

Amnesty International hield acht interviews op afstand, onder meer met getuigen van de aanval van juni 2022. Onderzoekers analyseerden 38 foto’s en drie video’s die na de aanval werden genomen, en consulteerden een forensisch patholoog om beelden van de lichamen te bekijken. Ook werden satellietbeelden van het gebied bekeken om de locatie van een van de plekken van executie te bepalen. Verschillende foto’s die werden onderzocht werden door de taliban online gepubliceerd, waaronder het mediabureau van de gouverneur van de provincie Ghor, dat het bericht kort na de publicatie verwijderde.

Familieleden gedood

In de nacht van 26 juni 2022, vielen de taliban het huis binnen van Mohamad Muradi, een Hazara-man en veiligheidsbeambte onder de voormalige regering. Eerder had hij ook een People's Uprising Program force - een lokale militie - geleid tegen de taliban in 2020 en 2021.

Muradi had geprobeerd naar Iran te vluchten maar was weer naar huis teruggekeerd in Chahar Asyab, in het Lal wa Sarjangal-districht in de provincie Ghor. Net als velen die betrokken waren bij de oppositie tegen de taliban, had Muradi het aanbod van een ‘amnestiebrief’ – die hem toestemming gaf naar huis terug te keren als hij zijn wapens zou neerleggen – niet aangenomen, uit angst voor wraakacties van de taliban.

Getuigen vertelden Amnesty International dat de taliban op de nacht van de aanval geweren en raketgranaten afvuurden op het huis van Muradi. Daarbij werd Taj Gul Muradi, zijn 22-jarige dochter gedood. Muradi zelf en twee van zijn kinderen raakten gewond. Zijn 12-jarige dochter had ernstige verwondingen aan haar buik en stierf een dag later.

Muradi geraakte gewond aan het linkerbeen en gaf zich aan de taliban over, na bemiddeling van lokale ouderen. De taliban sleurden hem daarop echter uit zijn huis en schoten hem dood. Een analyse van foto's van Muradi's lichaam toont schade aan de voorkant van zijn overhemd, wat wijst op een waarschijnlijke borstwond, en een uitgangswond in zijn voorhoofd.

Amnesty International bestudeerde foto’s en video’s die aantonen dat de schade aan het huis van Muradi overeenkomt met getuigenverklaringen. De beelden werden via herkenbare punten ook aan een plek toegewezen – daarbij werd gekeken naar vegetatie, stoepen in de buurt en de layout van de gebouwen. Ook werden satellietbeelden bekeken.

Foltering en buitengerechtelijke executie

Drie mannen die zich in het huis van Muradi bevonden werden opgepakt en buitengerechtelijk geëxecuteerd. Twee van hen waren, net als Muradi, eerder lid geweest van de People's Uprising Program force, hoewel geen van hen sinds enige tijd had deelgenomen aan gevechten met de militie.

Ghulam Haider Mohammadi, de neef van Muradi, kwam ook om. Foto’s van zijn lichaam tonen ten minste een kogel in zijn hoofd, terwijl hij knielde en zijn handen op zijn rug waren vastgebonden. Lokale bewoners vonden zijn lichaam zo’n 50 meter van het huis van Muradi, tussen de rotsen in een gebied met veel bomen.

Volgens getuigen waren de andere twee slachtoffers – Asif Rezayee en Arif Sangaree – in een auto gezet en werden ze weggebracht om ergens anders te worden gedood. Hun lichamen werden later gevonden in een onbewoond deel van Takeghal, meer dan 30 minuten rijden van de plek waar ze waren opgepakt.

Asif Rezayee woonde in Kaboel, maar was enkele dagen eerder naar zijn geboortedorp teruggekeerd om familieleden te bezoeken. Rezayee werd geëxecuteerd door geweervuur terwijl zijn handen achter zijn rug geboeid waren. Foto's en een video van zijn lichaam tonen vier schotwonden in het hoofd, de borst, de rechterdij en de linkerhand. Gezien de aard van de wonden, de kennelijke kogelbaan en de kruitsporen, zijn de wonden in het been en de hand van dichtbij toegebracht, voorafgaand aan de executie. Het opzettelijk toebrengen van pijn aan een gebonden gevangene is een vorm van foltering, wat een misdaad onder internationaal recht is.

Uit foto's blijkt dat ook Arif Sangaree werd geëxecuteerd terwijl hij was vastgebonden en vastgehouden, met ten minste één schot van dichtbij in het hoofd. Op een van de foto's die de taliban op Facebook hebben geplaatst en waarop zij de succesvolle operatie opeisen, is Sangaree te zien met een aanzienlijke gezichtswond omgeven door vers helderrood slagaderlijk bloed, hetgeen erop wijst dat de Taliban de foto onmiddellijk na zijn dood hebben genomen. Daarentegen tonen foto's van mensen die het lichaam ontdekten Sangaree met dezelfde wond, maar het bloed is donker en opgedroogd, wat betekent dat er meer tijd is verstreken.

Volgens nieuwsberichten van de taliban, die een foto deelden van het lichaam van Arif Sangeree, was de nachtelijke inval een ‘doelgerichte operatie’ die uitmondde in een gevecht tussen ‘rebellen’ en ‘Mujahideen’ (de taliban). Volgens de berichten waren zeven rebellen gedood, vastgezet en gewond, en werd één taliban-lid gedood en raakten twee gewond.

Om de doden te rechtvaardigen werd in de verklaring ook gezegd dat de inval had plaatsgevonden nadat strijders die banden hadden met Mawlavi Mahadi - een Hazara-leider van een groep overlopers van de taliban - de taliban hadden aangevallen in het Balkhab-district van de provincie Sar-e-Pul. Vervolgens zouden ze gevlucht zijn naar het dorp Chahar Asyab. Deze verklaring van de Taliban is onjuist. Hoewel deze gevechten zijn gedocumenteerd door de speciale VN-rapporteur voor de situatie in Afghanistan in zijn rapport van 6 september 2022 - dat gevallen van executies door de taliban van strijders hors de combat bevat - waren Muradi en zijn familieleden geen lid van Mahadi's groep en namen zij niet deel aan deze ronde van aanvallen. Volgens Amnesty International is de uitleg van de taliban veeleer een voorwendsel om etnische minderheden en soldaten die banden hebben met de voormalige regering aan te vallen.

“De taliban moeten deze wraakacties onmiddellijk stoppen en ervoor zorgen dat medewerkers van de voormalige regering en hun familieleden veilig in Afghanistan kunnen leven”, aldus Agnès Callamard.

Achtergrond

In augustus 2021 grepen de taliban de macht in Afghanistan na de val van de regering. Amnesty International roept al langer op de duizenden Afghanen te beschermen die ernstig risico lopen op wraakacties van de taliban. Er zijn talrijke gevallen bekend van invallen en buitengerechtelijke executies die gericht zijn op mensen die de taliban zien als tegenstanders – mensen die banden hebben met de voormalige regering, en in het bijzonder Hazara/Shia, of mensen die met het National Resistance Front (NFR) meevechten.

Lees ook

Meer nieuws