Afbeelding
VN-Mensenrechtenraad moet straffeloosheid voor Chinese wreedheden in Xinjiang aanpakken
Persbericht

VN-Mensenrechtenraad moet straffeloosheid voor Chinese wreedheden in Xinjiang aanpakken

20 september 2022

De VN-Mensenrechtenraad moet een einde maken aan de jarenlange passieve opstelling en een onafhankelijke, internationale procedure opzetten om internationale misdrijven te onderzoeken in de Chinese autonome regio Xinjiang.

De sessie van de VN-Mensenrechtenraad die op 12 september 2022 begon, was de eerste bijeenkomst sinds het onlangs verschenen rapport van de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten over de wreedheden die in Xinjiang zijn begaan.

Dit langverwachte rapport staaft eerder bewijsmateriaal dat er ernstige mensenrechtenschendingen gebeuren tegen de Oeigoeren en andere voornamelijk moslimminderheden in de regio. Amnesty en tal van andere organisaties hebben hierover eerder uitvoerig gerapporteerd. Mensen die Xinjiang onlangs ontvluchtten en familieleden van gevangenen vertellen dat bewoners van de regio nog altijd vervolgd en gevangengenomen worden, uitsluitend vanwege hun religie en afkomst.

“De VN-Mensenrechtenraad faalt stelselmatig om de mensenrechten te beschermen van miljoenen moslims in Xinjiang, die hierdoor in de afgelopen vijf jaar ontelbare wreedheden ondergingen. Veel lidstaten van de Raad hebben de stilte van de voormalige Hoge Commissaris aangewend om hun eigen stilzwijgen te verdoezelen”, aldus Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.

Amnesty’s oproep

Amnesty International roept leden van de VN-Mensenrechtenraad op om concrete stappen te zetten tegen de mishandeling door de Chinese autoriteiten, en garanties in te stellen om de daders ter verantwoording te roepen. Er moet in de Raad een resolutie worden aangenomen die een mandaat geeft voor een onafhankelijke, internationale procedure om misdrijven en andere ernstige mensenrechtenschendingen in Xinjiang te onderzoeken.

Verantwoordelijken voor de schendingen moeten rekenschap geven en vermoedelijke daders moeten worden geïdentificeerd. Daarbij moeten lidstaten onmiddellijk eisen dat de Chinese regering alle mensen vrijlaat die op arbitraire wijze worden vastgehouden in interneringskampen, gevangenissen en andere plekken. Ook mag er niemand naar China worden teruggestuurd die risico loopt op vervolging of foltering.

China’s rookgordijn

De Chinese autoriteiten hebben geprobeerd om onderzoeken van de Hoge VN-Commissaris voor de Mensenrechten en anderen tegen te houden. Ze hebben VN-lidstaten onder druk gezet om de bewijzen van mensenrechtenschendingen af te zwakken of te negeren. Als gevolg kregen VN-onderzoekers geen toestemming om naar Xinjiang te reizen en was het blikveld van de Hoge Commissaris beperkt. Door met de VN of andere onderzoekers of journalisten te praten, lopen mensen die in Xinjiang wonen of familieleden die banden hebben met de regio, het risico opgesloten, gearresteerd, gevangengezet of gefolterd te worden of slachtoffer te worden van gedwongen verdwijning.

China gaat onverminderd door met het gewelddadige optreden, de onwettelijke beperkingen en intimidaties. Tegelijkertijd laat China zijn spierballen zien op diplomatiek niveau om zo de wreedheden in Xinjiang te verdoezelen. Lidstaten moeten inzien dat China’s pogingen om het rapport onwettig te verklaren, niets meer en niets minder zijn dan een manier om misdrijven tegen de mensheid te verbergen en critici af te schrikken.

Als de lidstaten nu niet handelen, worden ze medeplichtig aan het rookgordijn dat de Chinese regering optrekt. Het zou een gevaarlijk signaal zijn voor de Chinese autoriteiten dat lidstaten van de Mensenrechtenraad kan worden afgedwongen dat geloofwaardig bewijs van ernstige mensenrechtenschendingen genegeerd wordt, en dat machtige staten niet effectief gecontroleerd kunnen worden. Dat zou een verraad zijn aan miljoenen slachtoffers en hun familieleden. Daarbij horen ook de vele honderdduizenden mensen die naar alle waarschijnlijkheid nog arbitrair worden vastgehouden.

Getuigenissen

Tussen januari en juni 2022 interviewde Amnesty International in Centraal-Azië en Turkije mensen die onlangs Xinjiang ontvluchtten, evenals familieleden van arbitrair vastgehouden inwoners. De vluchtelingen waren te bang om te vertellen wat hen is overkomen. Ze vrezen wraak tegen familieleden die nog in Xinjiang zijn. Zes mensen, tussen eind 2020 en eind 2021 gevlucht uit Xinjiang, stemden er echter mee in om met Amnesty te spreken op voorwaarde dat ze anoniem zouden blijven.

Ze beschreven een leven van meedogenloze onderdrukking van de overwegend islamitische etnische minderheden in Xinjiang. Het gaat om ernstige schendingen van het recht op vrijheid en veiligheid van personen, het recht op privacy, vrijheid van beweging, meningsuiting, gedachten, geweten, religie en overtuiging, het recht op deelname aan het culturele leven, aan gelijkheid en non-discriminatie en om gevrijwaard te blijven van dwangarbeid.

Een etnische Kazachse man, die Xinjiang begin 2021 verliet, vertelde hoe mensen in zijn stad hun religie nog altijd niet kunnen uitoefenen. “De religieuze beperkingen bestaan nog altijd… Er waren vijf moskeeën in mijn stad. Vier daarvan werden vernield. De overgebleven moskee wordt bewaakt en in de gaten gehouden… Niemand gaat ernaar toe! Misschien bidden mensen in het donker met de ramen dicht.”

Amnesty interviewde de moeder van Erbolat Mukametkali, een etnische Kazach. Mukametkali werd in maart 2017 gearresteerd, verbleef een jaar in interneringskampen en kreeg daarna 17 jaar gevangenisstraf opgelegd. Zijn moeder geeft aan dat hij alleen vanwege zijn religie is gearresteerd. “Ik mis mijn zoon… Ik ben oud en hoop te overlijden als mijn zoon bij me is.”

Amnesty sprak ook een mannelijk familielid van Berzat Bolatkhanm, eveneens een etnische Kazach. Hij werd in april 2017 gearresteerd op beschuldiging van landverraad. Het familielid denkt dat Bolatkhanm is opgepakt vanwege zijn afkomst, en omdat hij van plan was te verhuizen naar Kazakhstan. Na een jaar in een interneringskamp kreeg Bolatkhanm ook 17 jaar cel. “Hij deed alleen maar zijn werk. Hij was boer. Opeens werd hij opgepakt toen hij naar Kazachstan wilde verhuizen. Hij is geen extremist of terrorist”, aldus zijn familielid.

Geen vragen stellen

Eén van de meest recente interviews was met een vrouw die nu in Turkije woont. Haar zus, Muherrem Muhammed Tursun, een basisschooldocent, verdween in augustus 2021 na het posten van een video op haar WeChat-profiel over haar familie tijdens de viering van het islamitische offerfeest Eid.

Haar familie gelooft dat ze is gevangengenomen vanwege haar Oeigoerse afkomst, en omdat haar zoon naar Turkije ging om religie te studeren voordat hij terugging naar Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang, voor zijn studie tandheelkunde. Hij werd begin 2017 meegenomen, terwijl Tursuns moeder, Tajinisa Emin, in 2020 naar een interneringskamp werd gestuurd. Toen familieleden in Turkije details probeerden te achterhalen, antwoordde een familielid in de regio simpelweg: “stel geen vragen, ze zijn weg”.

VN-Mensenrechtenraad moet nu ingrijpen

Deze individuele gevallen zijn slechts een fractie van de naar alle waarschijnlijkheid honderdduizenden mensen die onterecht worden vastgehouden in Xinjiang. Aan 126 van hen heeft Amnesty een gezicht gegeven in de campagne ‘Free Xinjiang detainees’. Als de VN-Mensenrechtenraad nu niet ingrijpt, laten ze de slachtoffers en families van slachtoffers in de steek die hun veiligheid in gevaar brachten door zich uit te spreken.

De internationale gemeenschap faalde tot hiertoe om daadwerkelijk actie te ondernemen. Dit stelt China in staat om de voortdurende schendingen en doofpotaffaires voort te zetten. De VN-Mensenrechtenraad moet een mandaat geven aan onafhankelijke, internationale procedures om een einde te maken aan de voortdurende straffeloosheid van Chinese autoriteiten.

Lees ook

Meer nieuws