Turkije moet ernstige schendingen in Syrische stad Afrin stoppen
Het Turkse leger laat Syrische gewapende groepen ongehinderd ernstige mensenrechtenschendingen plegen tegen burgers in de Noord-Syrische stad Afrin.
Dit zegt Amnesty International, dat onderzocht hoe het leven eraan toegaat onder de Turkse militaire bezetting van de stad.
Het onderzoek van de mensenrechtenorganisatie toont aan dat de inwoners van Afrin een hele resem aan schendingen moeten ondergaan. Deze worden hoofdzakelijk gepleegd door Syrische gewapende groepen die uitgerust en bewapend zijn door Turkije. Het gaat over willekeurige detentie, gedwongen verdwijningen, en inbeslagname en plundering van eigendommen. Sommige van deze gewapende groepen en de Turkse troepen zelf hebben eveneens scholen ingepalmd waardoor duizenden kinderen verstoken blijven van onderwijs.
“Het Turkse militaire offensief en de bezetting hebben het lijden van de inwoners van Afrin enkel groter gemaakt nadat ze al jarenlang bloederig conflict moesten verduren. We hebben vreselijke verhalen geregistreerd van mensen die opgesloten, ontvoerd en gefolterd werden door Syrische gewapende groepen, die de burgers leed blijven berokkenen zonder weerwerk van het Turkse leger,” zegt Lynn Maalouf, Amnesty’s onderzoeksdirecteur voor het Midden-Oosten.
“Turkije is de bezettende macht in Afrin en daarom verantwoordelijk voor het welzijn en de veiligheid van de burgerbevolking. Tot nu toe heeft het land deze verplichting niet nageleefd. Turkije moet onmiddellijk een halt toeroepen aan de schendingen gepleegd door de pro-Turkse gewapende groepen, moet daders ter verantwoording roepen, en de inwoners van Afrin helpen om hun leven opnieuw op te bouwen.”
