Iran: lasterlijke haatcampagne tegen mensenrechtenverdedigers
De Iraanse justitie en veiligheidsdiensten treden sinds het aantreden van president Rouhani in 2013 harder op tegen mensenrechtenverdedigers. Activisten die opkomen voor de rechten van Iraniërs worden beschimpt en opgesloten. Dit zegt Amnesty International in een nieuw onderzoeksrapport.
Het rapport ‘Caught in a web of repression: Iran’s human rights defenders under attack’ beschrijft hoe verschillende mensenrechtenactivisten vervolgd en opgesloten worden omdat ze de nationale veiligheid zogenaamd in gevaar gebracht zouden hebben. Velen krijgen het etiket “buitenlandse agent” of “verrader” opgespeld. Sommigen werden veroordeeld tot meer dan tien jaar cel omdat ze contact hadden met de VN, de EU of mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International.
“De Iraanse autoriteiten pochen over hun verbeterde relaties met de VN en de EU, zeker na het afsluiten van de nucleaire deal, maar terzelfdertijd worden mensenrechtenverdedigers die contacten hebben met diezelfde instellingen behandeld als criminelen. Dat smaakt erg bitter,” zegt Philip Luther, Amnesty’s directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
“De Iraanse autoriteiten zouden zich beter focussen op de legitieme bezorgdheden die deze activisten aankaarten in plaats van hen te beschimpen als een bedreiging voor de nationale veiligheid.”
Amnesty International vraagt de EU, die aankondigde de bilaterale mensenrechtendialoog met Iran opnieuw te starten in 2016, om de vervolging van mensenrechtenverdedigers in Iran met klem te veroordelen.
“In plaats van de Iraanse autoriteiten op hun gemak te stellen, zou de EU hen beter oproepen om alle vreedzame mensenrechtenverdedigers vrij te laten en justitie niet langer te misbruiken om activisten het zwijgen op te leggen.”
Meer informatie leest u in het internationale persbericht.
