Afbeelding
Gendergerelateerd geweld in de sloppenwijken van Kenia. De gevaarlijke tocht naar het toilet.
Uit de beweging

Gendergerelateerd geweld in de sloppenwijken van Kenia. De gevaarlijke tocht naar het toilet.

01 december 2010

Meer dan de helft van de bewoners van Nairobi leeft in sloppenwijken. Deson­danks slaagt de Keniaanse overheid er niet in om hen dezelfde diensten te verlenen als de overige inwoners.

Vooral op het vlak van sanitair moeten de be­woners het stellen met gebrekkige tot zelfs mensonterende situaties. Vooral vrouwen zijn hiervan het slachtoffer. Zij moeten gemiddeld 5 tot 10 minu­ten wandelen om een toilet te bereiken. Bovendien gaat het afleggen van deze tocht in het donker vaak samen met het reële risico op verkrachtingen. In sloppenwijken zoals Kibera en Mathare leven vrouwen en meisjes onder de constante dreiging van gen­dergerelateerd geweld, zowel thuis, op straat als op het werk. Veel vrouwen zijn vanuit landelijke gebieden verhuisd naar de hoofdstad in de hoop er een baan te vinden die hen uit de armoede helpt. Maar het onveilige overlevings­klimaat duwt vrouwen vaak nog dieper in de armoede.

Risico op verkrachting op weg naar het toilet

De getuigenis van de 19-jarige Amina, die in de sloppenwijk Mathare woont, illustreert tal van problemen waar vrouwen in sloppenwijken mee geconfronteerd worden:

"Ik onderschatte het risico op geweld dat ik liep bij het gebruiken van de latrines die door 12 families gedeeld worden. (...) Dit veranderde toen ik 2 maanden geleden bijna verkracht werd. (...) Het was ongeveer 19 uur toen ik het toilet bereikte en er een groep van 4 jonge mannen tegenkwam - ook mijn buurjongen die ik goed kende was er­bij... Zonder iets te zeggen hielden twee van hen mijn handen vast en sloe­gen me in het gezicht.(...) Ik begon te roepen en vroeg hen om mij gerust te laten. Ik voelde dat ze me uitkleed­den en één van hen zei dat ze me een lesje zouden leren omdat ik niet bui­ten hoorde te komen op dit tijdstip... Ik ben ervan overtuigd dat ze van plan waren om me te verkrachten, maar net op dat moment hoorden een paar men­sen mijn geroep en kwamen me redden en de mannen renden weg... Ik heb het incident niet gemeld omdat één van de 4 mannen die ik goed kende me vertel­de dat, als ik het incident zou melden aan officiële instanties of de politie, ze mij zouden komen opzoeken en de zaak met mij zouden afhandelen..."

Beperkte toegang tot sanitair

Uit cijfers van de Wereldbank blijkt dat 68 procent van de bewoners van de sloppenwijken in Nairobi gebruik maakt van gedeelde toiletten. Ongeveer 6 procent heeft geen enkele toegang tot toiletten. Degenen die niet over een gedeeld toilet beschikken, evenals vrouwen die ’s nachts omwille van veiligheidsredenen niet durven buitenkomen, gebruiken ‘vliegende toiletten’ (menselijke uitwerpselen in een plas­tieken zak buitengooien). Op sommige plaatsen worden op initiatief van de gemeenschap of van NGO’s meer hygiënische toiletten geplaatst. Helaas getuigen verschillende vrouwen dat deze faciliteiten te duur zijn, zeker voor een gezin met veel kinderen. Ook andere sanitaire faciliteiten, zoals een waskamer en douche, zijn slecht toegankelijk en ook hier zijn de hygiënische omstandigheden erg slecht. De door Amnesty geïnterviewde vrouwen gaven aan dat ze in de praktijk daarom meestal hun eigen woonplek gebruiken om zich te douchen. Dit is allesbehalve een ideale oplossing op het vlak van privacy, aangezien het niet altijd mogelijk is dat het hele gezin de kleine woonst op dat moment verlaat.

Geweld tegen vrouwen

De meest vanzelfsprekende impact van slechte sanitaire omstandigheden is de makkelijke verspreiding van ziektes en infecties. Daarnaast blijkt dat de afwezigheid van toiletten in de directe omgeving van het huishouden ook een negatief effect heeft op de veiligheid van vrouwen. De geïnterviewde vrouwen vertelden Amnesty over het gevaar op seksueel of ander (gendergerelateerd) geweld dat ze lopen wanneer ze ’s nachts buiten komen om naar de gemeenschappelijke toiletten te gaan. De case van Amina is een voorbeeld van het feit dat vrouwen vaak het slachtoffer worden van mensen die ze kennen, zoals ex-partners, buren, ... . De angst voor vergeldingen leidt ertoe dat vrouwen geweldplegingen niet melden aan officiële instanties of zelfs aan hun eigen familieleden.

Beperkte veiligheidsvoorzieningen en rapporteringsmogelijkheden

De terughoudendheid om geweld te melden, houdt ook verband met de overtuiging dat de politie het geweld toch niet als een misdaad zou beschouwen. Bovendien, zo getuigen 10 slachtoffers, is het rapporteren van een misdaad omslachtig, tijdrovend en kostelijk omdat je van het lokale politiekantoor doorverwezen wordt naar het hoofdkantoor. Dezelfde obstakels gelden voor het neerleggen van een juridische klacht. Daarnaast is er in de sloppenwijken nauwelijks politie aanwezig. Het plaatsen van één of meerdere vaste politieposten in een wijk zoals Kibera, zou de veiligheid van de vrouwen verbeteren en de politie makkelijker aanspreekbaar maken. Ook straatverlichting is er nauwelijks en zou voor meer veiligheid kunnen zorgen.

Millenniumdoelstellingen in de praktijk

Op basis van de Millenniumdoelstellingen stelde de Keniaanse overheid zichzelf tot doel om tussen 1990 en 2015 het aantal mensen zonder toegang tot sanitaire voorzieningen met de helft te verminderen. De overheid heeft ambitieuze plannen om er voor te zorgen dat 90 procent van de huishoudens toegang zullen hebben tot hygiënische, betaalbare en duurzame toiletfaciliteiten tegen 2015.

In de praktijk blijkt echter dat deze doelstellingen allesbehalve vanzelfsprekend zijn. De Keniaanse overheid heeft gedurende decennia de sloppenwijken genegeerd in haar stedenbouwkundige plannen en begroting. Dit verklaart waarom de sloppenwijken niet aange­sloten zijn op het rioleringssysteem van de hoofdstad en de inwoners het dus moeten stellen met open rioleringen en putlatrines. Dat de Keniaanse overheid de verantwoordelijkheid van zich afschuift, blijkt ook uit het feit dat volgens de wet landeigenaars verantwoordelijk zijn voor de sanitaire voorzieningen in hun eigendommen. Huurders die echter bij hun huiseigenaar klagen over de afwezigheid van sanitair, krijgen te horen dat ze maar moeten vertrekken als het hen niet aanstaat. Verschillende getuigenissen geven aan dat het vaak lange tijd duurt vooraleer uitbaters van publieke toiletten of huiseigenaars de verantwoordelijkheid opnemen om de bestaande putlatrines leeg te maken. Via een specifiek beleid gericht op water en sanitaire voorzieningen, probeert de Keniaanse overheid toch de Millenniumdoelstellingen te halen. Zo ondersteunt ze uitbaters van publieke toiletten en voorziet ze subsidies voor huishoudens om toiletten te bouwen in de sloppenwijken. Amnesty stelt in haar rapport over de situatie in Kibera dat dit een belangrijke eerste stap is. Toch zijn er grote gaten in de aanpak van de Keniaanse overheid. De overheid laat het bijvoorbeeld na om, volgens de bestaande Keniaanse wetgeving, landeigenaars te verplichten om de nodige sanitaire infrastructuur te plaatsen. Een ander belangrijk gebrek in het Keniaanse beleid is dat er nauwelijks aandacht is voor de hoge risico’s die vrouwen lopen omdat er geen toilet en badkamer in hun eigen woningen voorzien zijn. Omdat de noden van deze vrouwen niet in rekening worden gebracht in het beleid is het onwaarschijnlijk dat de Keniaanse overheid de Millenniumdoelstellingen over toegang tot sanitair zal halen.

Algemene situatie in sloppenwijken

Over het algemeen zijn de leefomstandigheden in de sloppenwijken erg problematisch. Zo wonen sommige mensen op grond die gereserveerd is voor wegen of andere publieke of private infrastructuur. Van de ene op de andere dag kunnen ze het slachtoffer worden van gedwongen uitzetting. Omdat de sloppenwijken illegale woonplaatsen zijn, investeert de overheid (en private eigenaars) ook niet in betere behuizing, sanitair, wegen, stortplaatsen, ondergrondse rioleringen, etc. Zo ontstaat een vicieuze cirkel van armoede. De povere omstandigheden waarin (voornamelijk) vrouwen leven, maken hen erg kwetsbaar voor geweld. Ze hebben niet de financiële mogelijkheden om ergens anders te wonen. Slachtoffers van geweld hebben een grotere kans om hun baan te verliezen. Daarbovenop moeten ze soms medische kosten betalen die ze zich niet kunnen veroorloven, waardoor ze nog dieper wegzakken in armoede.

Met de Demand Dignity campagne vraagt Amnesty aandacht voor mensenrechtenschendingen die mensen arm maken en arm houden. Op 4 oktober, tijdens de UN World Habitat Day, werd aandacht gevraagd voor de situatie in sloppenwijken wereldwijd. Volgens Amnesty leven er momenteel immers 1 miljard mensen in sloppenwijken.

Bronnen:

Report: Risking rape to reach a toilet, Women’s experiences in the slums of Nairobi, Kenya
Report: Insecurity and Indignity, Women’s experiences in the slums of Nairobi, Kenya

Auteur: Themateam Vrouwenrechten

Lees ook

Meer nieuws