Afbeelding
Focus: Wapens uit VS en Europa voeden mensenrechtenschendingen

Focus: Wapens uit VS en Europa voeden mensenrechtenschendingen

17 april 2009

Afgelopen week onthulde Amnesty dat Israël een nieuwe levering Amerikaanse wapens heeft ontvangen. Dit doet vragen rijzen over de toewijding van de Amerikaanse president Obama om te voorkomen dat de VS nieuwe Israëlische oorlogsmisdaden tegen burgers aanwakkeren, zoals recentelijk in Gaza.

Volgens nieuwe informatie zou het Duitse vrachtschip de Wehr Elbe ongeveer 300 containers uitgeladen hebben in de Israëlische haven van Ashdod, op 40km ten noorden van Gaza. Het schip werd gecharterd en gecontroleerd door de US Military Sealift Command. Op 20 december, een week voor de Israëlische aanval op Gaza, verliet dat Duitse schip Amerika en zette het koers naar Israël. Het schip vervoerde toen 989 containers met wapens, elke container was 6 meter lang met een totaal geschat gewicht van 14.000 ton. Deze informatie bevestigt de bevindingen van Amnesty in het recente rapport ‘Fuelling Conflict: foreign arms supplies to Israel/Gaza’. Met wapens afkomstig uit de VS en Europa heeft Israël buitensporig veel burgerslachtoffers gemaakt. Zijn deze burgerslachtoffers een te betreuren neveneffect van de oorlog of is er meer aan de hand? Een terugblik.

Directe aanvallen op burgers

Het Israëlische leger heeft directe aanvallen op burgers en burgdoelwitten uitgevoerd. Een politieceremonie van pas afgestudeerde verkeersagenten werd gebombardeerd, waarbij tientallen stierven. Televisiestations, VN gebouwen en scholen, universiteiten en moskeeën werden bestookt. Bovendien werden precisieraketten afgevuurd vanuit onbemande toestellen met camera’s die elk detail van het doelwit kunnen zien. De raketten kunnen uiterst precies op een doelwit worden gericht.

Sinds 27 december hebben zij nochtans honderden burgerslachtoffers gemaakt, waardonder een familie die in de tuin thee zat te drinken, een 13-jaar oud meisje dat in haar bed lag te slapen, een 13-jaar oude jongen op een fiets en 8 secundaire schoolstudenten aan een bushalte. De Britse krant ‘The Guardian’ deed een onderzoek naar het gebruik van deze onbemande toestellen en precisieraketten en bracht er als eerste gedetailleerd verslag over uit in een reportage. Meestal komen zowel de onbemande toestellen als de raketten uit de VS.

Indiscriminatoire aanvallen

Het Israëlische leger heeft ook talloze ‘indiscriminatoire’ aanvallen uitgevoerd. Dat zijn aanvallen waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen burgers en strijders. In de meest dichtbevolkte stedelijke gebieden in de Gazastrook loopt de bevolkingsdichtheid op tot 20.000 mensen per 1km². Als deze gebieden worden gebombardeerd of beschoten, dan zijn de aanvallen automatisch ‘indiscriminatoir’ en vallen er vrijwel zeker doden en gewonden onder burgers. In dat geval is een aanval inherent onwettig, en een oorlogsmisdaad, zoals ook de Speciale Rapporteur van de VN Mensenrechtenraad Richard Falk stelde.

Luchtaanvallen met zware bommen van 1,5 ton hebben een massale vernieling aangericht. Iedereen binnen een reikwijdte van 3 voetbalvelden riskeerde te worden verwond en hoe dichter bij plaats van inslag, hoe meer risico men liep te worden gedood. Amnesty vond restanten van zulke bommen in heel Gaza. Israëlische tanks hebben ook artillerievuur afgeschoten in dichtbevolkte gebieden en zo honderden slachtoffers gemaakt. Artillerie is een wapen bestemd voor open slagvelden en kan absoluut niet precies op één doelwit worden gericht. Op 6 januari sloeg artillerie in dichtbij een VN school Jabalia, waarbij 41 mensen werden gedood. Op 17 januari sloeg artillerie met witte fosfor in in een klaslokaal van een VN school in Beit Lahiya. In de school schuilden 1600 mensen voor het oorlogsgeweld. Op het moment van de inslag sliepen 35 mensen in het klaslokaal. 2 kinderen werden gedood en 14 mensen raakten gewond, waaronder de moeder van de kinderen, die haar benen moest laten amputeren.

Aanvallen met witte fosfor in dichtbevolkte gebieden zijn onvermijdelijk ‘indiscriminatoir’. Witte fosfor is bestemd om een rookgordijn te creëren in een open slagveld. Israël gebruikte het in dichtbevolkte woongebieden. Human Rights Watch publiceerde hierover een omvattend rapport. Witte fosfor werd herhaaldelijk gebruikt tot op het laatste moment van het offensief, wat een bewust beleid van bovenaf doet vermoeden. Bovendien was het Israëlische leger op de hoogte van de effecten van witte fosfor.

Tijdens het offensief maakten Israëlische militaire dokters rapporten over aan legerofficieren, waarin werd gesteld: "When the phosphorus comes in contact with living tissue it causes its damage by 'eating' away at it. Characteristics of a phosphorus wound are: chemical burns accompanied by extreme pain ... the phosphorus may seep into the body and damage internal organs.” Bovendien had het Israëlische leger een minder schadelijke niet-chemische variant van witte fosfor in zijn wapenarsenaal. Als het doel werkelijk was om witte fosfor legaal te gebruiken, wat Israël claimt, dan waren er dus alternatieven. Aanvallen met witte fosfor in dichtbevolkte gebieden zijn daarom ook disproportionele aanvallen. Op 10 januari raakte een 16-jarige meisje Samia Salman Al-Manay'a zwaar gewond toen, terwijl zij sliep in haar huis in het vluchtelingenkamp Jabalia, witte fosfor op de eerste verdieping in haar slaapkamer landde. De artilleriegranaten waarmee witte fosfor werd afgevuurd, droegen de markeringen M825 A1, een door de VS geproduceerde munitie. Op 15 januari gingen miljoenen dollars aan hulpgoederen in rook op nadat opslagplaatsen in het VN hoofdkwartier met witte fosfor waren bestookt.

Het Israëlische leger heeft ook flechettes gebruikt. Dat zijn metalen pijltjes, 4 cm lang, met een scherpe punt. Er zitten tot 8000 flechettes in hulzen die meestal vanuit tanks afgevuurd worden. De hulzen ontploffen in de lucht en verspreiden de flechettes over een gebied van ongeveer 300m breed en 100m lang. Flechettes zijn eigenlijk bedoeld om dichte beplanting te doorboren en mogen niet gebruikt worden in dichtbebouwde woongebieden. Op 4 januari werd een ziekenwagen geraakt, de dokter overleed ter plaatse. Op 5 januari werd een familiehuis geraakt, een zwangere vrouw en een kind werden doorboord met flechettes. Israëlische militairen hebben zelf over deze flechettes gezegd: "The Israeli military obtained these weapons from the USA after the 1973 war and we have thousands of old shells in warehouses. The weapon is not regarded as reliable or effective and gunners have a difficult time in aiming this properly."

Ook de Palestijnse raketten kunnen niet op een specifiek doel worden gericht. Palestijnse gewapende groepen vuren bewust raketten af op dorpen en steden met de bedoeling burgerslachtoffers te maken. Binnengesmokkelde Russische Grads hebben een bereik van 35km. Zelfgemaakte Qassams hebben een korter bereik. Voor het eerst bereikten raketten de grotere Israëlische stad Beersheba. Dat zond een schokgolf door Israël en de wereld. Sinds het begin van het gewapende conflict werden 643 raketten afgevuurd. Meestal landen die raketten in lege velden, maar sinds 2000 hebben ze toch 21 Israëlische burgers gedood, waarvan 3 tijdens het recente gewapende conflict. Op 27 december werd een man in zijn appartement in Netivot gedood, een dag later een man op een bouwsite in Ashkelon en nog een dag later een vrouw in het centrum van de stad Ashdod.

Welke wapentransporten voeden deze oorlogsmisdaden?

Sinds 2001 is de VS veruit de belangrijkste leverancier van conventionele wapens aan Israël. Van 2004 tot 2007 verhandelden Amerikaanse bedrijven commercieel $1313 miljoen aan wapens en munitie naar Israël. De VS exporteerde in deze periode in totaal $7855 miljoen aan wapens naar Israël. Bovenop deze handel en export geeft de VS elk jaar massale financiële steun aan Israël om wapens aan te kopen, in strijd met Amerikaanse wetgeving die dergelijke steun aan zware mensenrechtenschenders verbiedt. Sinds 2002, tijdens de regering-Bush, ontving Israël meer dan $21 miljard aan Amerikaanse militaire steun. De VS sloten in 2007 een nieuw 10 jaar durend akkoord met Israël ter waarde van $30 miljard.

De Israëlische militaire interventie in de Gazastrook lijkt in grote mate uitgevoerd met door de VS geleverde wapens, munitie en militaire uitrusting betaald met geld van de Amerikaanse belastingbetaler. Zelfs nà de start van het Israëlische offensief eind december en zelfs na meldingen van zware mensenrechten-schendingen met de wapens, bleef de VS wapens transporteren. Sinds begin december 2008 is de US Military Sealift Command druk in de weer om grote hoeveelheden wapens, waaronder witte fosfor, te transporteren van North Carolina naar de Israëlische haven van Ashdod vlakbij Gaza. Het contract werd toegekend aan een Duits transportbedrijf.

Maar ook Europese landen leveren wapens aan Israël, hoewel in veel mindere mate als de VS. Van 2003 tot 2007 waren Frankrijk (€446 miljoen), Duitsland (€214 miljoen), het Verenigd Koninkrijk (€80 miljoen), België (€23 miljoen) en Roemenië (€17 miljoen) de grootste wapenleveranciers aan Israël. Servische en Bosnische bedrijven hebben de laatste jaren $8 miljoen aan munitie en artillerie verhandeld naar een Israëlisch bedrijf dat levert aan het Israëlische leger. Het Verenigd Koninkrijk voert veel onderdelen uit. De Britse regering zegt dat die onderdelen meestal verder worden verwerkt door het Israëlische militair industrieel complex en dan verder worden uitgevoerd en niet de Israëlische militaire capaciteit zelf versterken. Soms is het traject van die onderdelen nog moeilijker te traceren: het Verenigd Koninkrijk voert veel onderdelen uit naar de VS. Amerikaanse bedrijven verwerken de onderdelen in bijvoorbeeld F16’s die de VS dan wel naar Israël uitvoert om te worden gebruikt door het Israëlische leger. Zo kunnen de meeste regeringen niet garanderen dat hun wapenexport niet bijdraagt aan het schenden van mensenrechten. Er is nood aan waterdichte eindgebruikerscontrole.

Sommige Europese landen hebben na het begin van het Israëlische offensief hun wapenexport aan Israël teruggeschroefd, waaronder België. Daaronder zijn meestal niet de wapenexporten begrepen die de Israëlische militaire capaciteit niet zouden versterken en die Israël verder naar een derde land zou uitvoeren. Voor wapenleveringen die de militaire capaciteit van Israël niet versterken, vraagt ook België slechts een ‘zo groot mogelijke waakzaamheid’. Maar opnieuw, de werkelijke eindgebruiker van de wapens valt zonder een waterdichte eindgebruikerscontrole moeilijk te verifiëren.

Wapenembargo NU!

Amnesty vraagt de Veiligheidsraad onmiddellijk een omvattend wapenembargo in te stellen tegen Israël, Hamas en andere Palestijnse gewapende groepen totdat er effectieve mechanismes worden geïnstalleerd om te verzekeren dat wapenleveringen niet zullen worden gebruikt om zware schendingen van het international humanitair recht en de mensenrechten te begaan. En totdat de verantwoordelijken voor het misbruik van wapens in het recente conflict in Gaza voor het gerecht zijn gebracht. Elk land moet bovendien onmiddellijk unilateraal alle wapentransporten aan de regio stopzetten, inclusief de wapentransporten die indirect in de regio kunnen terechtkomen, totdat er geen substantieel risico meer bestaat dat deze wapens zullen worden gebruikt voor zware schendingen van het international humanitair recht en de mensenrechten. De meest duurzame manier om te vermijden dat met wapenleveringen de mensenrechten worden geschonden is een globaal Wapenhandels-verdrag waarin deze ‘Golden Rule on Human Rights’ wordt opgenomen.

Amnesty schreef minister De Gucht aan opdat België bij de VN en de EU zou pleiten voor een embargo op alle wapenleveringen aan Israël en aan Palestijnse groeperingen. Verder werd de minister ook gevraagd aan te dringen bij de VS naar een onderzoek over onrechtmatig gebruik van Amerikaanse wapens door Israël. België ondersteunt de eis van een effectief en globaal Wapenhandelsverdrag, maar om de geloofwaardigheid van deze eis niet te ondermijnen, is het noodzakelijk om onmiddellijk een einde te maken aan elke vorm van militaire transfers van zodra er het minste risico bestaat dat het materieel zal aangewend worden voor grove schendingen van de mensenrechten of van het internationaal humanitair recht. België en de gewesten, verantwoordelijk voor de wapenexport, hebben dus de verantwoordelijkheid om erover te waken dat Belgische luchthavens niet gebruikt worden voor de transfer of het overladen van wapens met bestemming Israël. Uit het jongste jaarrapport van het Vlaamse Vredesinstituut blijkt dat de Vlaamse wapenexport naar Israël verviervoudigd is. Het gaat vaak om wapens waarvan Israël niet de eindgebruiker zou zijn. Amnesty International verklaart geenszins dat de regio’s bewust wapens leveren die de militaire vermogens van Israël zouden versterken. De vraag die zich vooral stelt is of de regio’s vandaag wel degelijk een significante controle kunnen uitvoeren op de eindgebruiker. Met andere woorden: bestaan er voldoende garanties dat wapenexport voor derden naar/via Israël de militaire capaciteiten van Israël niet verhoogt en wordt er gebruik gemaakt van instrumenten die toelaten het afgelegde traject van uitgevoerde wapens adequaat te traceren? Het risico bestaat immers dat de uitvoer, die op het eerste zicht verloopt conform de strikte normen van zowel de Belgische staat als de regio’s, bij nader inzien toch bepaalde componenten bevat die de militaire macht van Israël verhogen. De afwezigheid van betrouwbare en performante controlemechanismen op de eindgebruikers zou bovendien de mogelijkheid van publieke en parlementaire supervisie van wapenleveringen door België verhinderen.

Onderzoek en rekenschap?

Binnen het Internationaal Strafhof leeft er een grote bereidheid om de oorlogsmisdaden in Gaza te onderzoeken. Er is eerst nog onderzoek nodig of het Hof wel bevoegd is, maar er wordt alles aan gedaan opdat het Hof een rol van betekenis kan spelen. Niet zonder reden. Dit is immers in het grootste belang van het voortbestaan van het Hof en de geloofwaardigheid van het internationaal strafrecht zelf. Als het Hof enkel zaken behandelt die ‘politiek niet gevoelig’ liggen, dan zullen het concept van internationaal strafrecht en het Hof geen lang leven meer beschoren zijn. De internationale roep naar een onafhankelijk onderzoek naar oorlogsmisdaden in Gaza klinkt steeds luider.

Een aantal weken geleden riepen zestien gezaghebbende onderzoekers, rechters en persoonlijkheden (waaronder Desmond Tutu en vooraanstaande rechters van de Joegoslavië- en Rwanda tribunalen) VN-secretaris-generaal Ban Ki-Moon en de leden van de VN-Veiligheidsraad op tot een diepgaand, onafhankelijk internationaal onderzoek en rekenschap voor oorlogsmisdaden.

Maar het waren vooral de tientallen schokkende getuigenissen van Israëlische soldaten zelf die deze oproep het meest kracht bijzetten. De soldaten beschreven de lakse "rules of engagement", die de soldaten schijnbaar toestonden om het vuur te openen op ongewapende burgers en zelfs op hulpdiensten die geen bedreiging vormden. Na al deze onthullingen heeft defensieminister Ehud Barak een intern onderzoek doen instellen, maar het leger deed de getuigenissen af als "van horen zeggen”. Het onderzoek werd dan ook al na 11 dagen afgesloten. Amnesty eist een onafhankelijk en ontpartijdig onderzoek naar alle schendingen begaan door alle partijen.

Dat onderzoek lijkt er nu te komen. De VN-Mensenrechtenraad benoemde de Zuid-Afrikaan Richard Goldstone tot leider van een fact-finding missie die alle schendingen van het internationaal humanitair recht tijdens het recente conflict in de Gazastrook en Zuid-Israël zal onderzoeken. VN Secretaris-generaal Ban Ki-Moon legt rond 22 april bovendien het definitieve rapport van de huidige 'UN Board of Enquiry' over aanvallen op VN gebouwen en personeel in Gaza voor aan de Veiligheidsraad, waar verdere stappen zullen worden overwogen. De Veiligheidsraad kan in een later stadium beslissen om de zaak te verwijzen naar het Internationaal Strafhof op basis de resultaten van het onderzoek bevolen door de VN Secretaris-generaal en de resultaten van het onderzoek van de Mensenrechtenraad onder leiding van Richard Goldstone.

De Veiligheidsraad heeft ook een grote verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat alle partijen, Israël en alle Palestijnse gewapende groepen en de Palestijnse Autoriteit, hun volledige medewerking verlenen aan het onderzoek van Goldstone. Doortastend politiek leiderschap van de EU lidstaten zal essentieel zijn om te komen van een onderzoek tot een volledige rekenschap. Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk nemen in de Veiligheidsraad, hét orgaan dat nu het verschil kan maken, geen sterk standpunt in. Dat heeft veel te maken met het gebrek aan een gemeenschappelijk EU-standpunt. Dat komt ook voor de EU bijzonder ongelegen, op een moment dat er een doorbraak werd geforceerd in een zaak waarin de EU wel druk uitgeoefend heeft, namelijk ervoor zorgen dat de president van Soedan voor het Internationaal Strafhof zou verschijnen. Sommigen zien in het Internationaal Strafhof nu al een vorm van ‘selectieve gerechtigheid’: oorlogsmisdadigers uit ‘arme landen’ worden ter verantwoording geroepen, terwijl oorlogsmisdadigers uit de VS, uit Israël,... vrijuit gaan. Als de EU nu niets doet voor rekenschap voor oorlogsmisdaden in Gaza ondergraaft ze haar eigen geloofwaardigheid om in de toekomst nog op te roepen tot rekenschap in andere gevallen. Het voortbestaan van het systeem van internationale gerechtigheid staat op het spel en het internationaal humanitaire recht en het internationaal strafrecht, de laatste jaren toch bezig aan een opmars, dreigen hier een fatale klap te krijgen.

Binnen de EU zijn vooral Duitsland, Nederland, Tsjechië, Denemarken, Polen, Italië en Spanje ofwel terughoudend ofwel weigerachtig om de eis van rekenschap voor oorlogsmisdaden te ondersteunen. Een aantal lidstaten pleiten al dan niet publiekelijk vóór een omvattend onderzoek, waaronder Ierland, Portugal, Slovenië, Zweden en België. België is dus niet geïsoleerd in zijn standpunt voor een onderzoek naar en rekenschap voor oorlogsmisdaden. Deze landen zouden samen de druk kunnen opvoeren op de lidstaten die een gemeenschappelijk standpunt pro-rekenschap blokkeren.

België heeft een belangrijke rol te vervullen om alles in het werk te stellen een gemeenschappelijk Europees standpunt te verwezenlijken.

EU blijft betalen voor Israël

De EU roept niet zelf op tot een omvattend onderzoek en rekenschap. De EU heeft tot vandaag ook enkel gesproken over garanties voor Israël dat Hamas geen wapens meer Gaza zou binnensmokkelen, niet over de veel omvangrijkere wapenexport naar Israël. Dat zijn signalen aan Israël dat de EU oorlogsmisdaden stilzwijgend goedkeurt, een vrijbrief voor toekomstige schendingen.

Bovendien betaalt de EU ook keer op keer voor de schade en blijft het tegelijkertijd de wapens leveren die nieuwe schade aanrichten, hoewel Israël als bezettingsmacht de plicht heeft onder internationaal recht om in te staan voor het welzijn van de bevolking onder bezetting. De enige manier om deze spiraal van geweld en straffeloosheid te doorbreken, is een duidelijk signaal aan Israël. Pleiten EU lidstaten, als zij geld voor de heropbouw op tafel leggen, tegelijkertijd voor een omvattend wapenembargo op alle wapenleveringen aan Israël en Palestijnse groeperingen en voor een onderzoek naar oorlogsmisdaden, om niet enkel te betalen voor Israëls beleid van vernieling, maar om Israël er ook ter verantwoording voor te roepen en toekomstige schendingen te voorkomen?

Nieuw Amnesty materiaal over Gaza-crisis

Auteur: Landenteam Israël / Palestina

Lees ook

Meer nieuws