Afbeelding
Eén jaar IS in Irak: een dodelijke spiraal van sektarisch geweld
Rapport

Eén jaar IS in Irak: een dodelijke spiraal van sektarisch geweld

10 juni 2015

Amnesty International publiceert vandaag een interactieve story map. Die laat de volledige omvang zien van de verschrikkingen die zich het afgelopen jaar in Irak hebben afgespeeld en beschrijft in detail de situatie van de burgers daar.

Iraakse burgers zitten vast in de dodelijke spiraal van geweld. Enerzijds zijn er de vreselijke misdaden van de gewapende groepering die zichzelf Islamitische Staat (IS) noemt. Anderzijds plegen de door de regering gesteunde sjiitische milities en regeringstroepen gewelddadige wraakaanvallen.

“BURGERS KUNNEN OP NIEMAND BEROEP DOEN OM HEN TE BESCHERMEN."
___________________
Donatella Rovera, Amnesty International

Twee bloedbaden werden allicht aangericht om misdaden van IS te wreken. In Barwana, een dorp in de provincie Diyala, werden tenminste 56, mogelijk 70 soennieten vermoord door sjiitische militieleden en regeringstroepen. In de Sinjar-regio vonden 21 dorpelingen, ook soennieten, de dood door leden van een Jezidische militie.

Wraak voor misdaden van IS

“Irak zit vast in een dodelijke spiraal van geweld sinds IS een jaar geleden grote delen van het land veroverde. De afschuwelijke misdaden van IS worden beantwoord door steeds meer sektarische aanvallen door sjiitische milities. Die nemen de soennieten in het vizier uit wraak voor de misdaden van IS,” zegt Donatella Rovera, Senior Crisis Advisor van Amnesty International. Zij heeft een groot deel van het afgelopen jaar in Irak doorgebracht om over oorlogsmisdaden en andere zware mensenrechtenschendingen te rapporteren.

“IS en de machtige sjiitische milities ontsnappen meestal aan het gerecht. Zo kunnen de burgers op niemand beroep doen om hen te beschermen en hebben de slachtoffers geen toegang tot het gerecht.”

Inktzwart hoofdstuk in Iraakse geschiedenis

Sinds IS op 10 juni 2014 Mosul veroverde, de tweede grootste stad in Irak, heeft deze groepering een waar schrikbewind ontketend met moorden op grote schaal, seksueel geweld, ontvoeringen en foltering. Vooral sjiitische moslims en religieuze en etnische minderheden zijn daarvan het slachtoffer.

“De story map benadrukt het extreme, vreselijk geweld gepleegd door alle partijen. Dat doet de sektarische spanningen oplopen en eist een onvoorstelbaar hoge tol onder de burgers van alle gemeenschappen. Dit is een inktzwart hoofdstuk in de geschiedenis van Irak,” zegt Donatella Rovera.

Amnesty verzamelde schokkende getuigenissen over een bloedbad in het dorp Barwana. Tientallen vrouwen en meisjes vertelden hoe leden van sjiitische milities en regeringstroepen op 26 januari 2015 hun mannelijke familieleden en buren uit hun huizen haalden. Ze werden koelbloedig doodgeschoten. Hun lichamen werden her en der in het dorp achtergelaten. Vele mannen hadden de handen geboeid en waren geblinddoekt. Alles wijst erop dat de mannen standrechtelijk geexecuteerd werden, een oorlogsmisdaad.

Bloedbad in Barwana

“Overal lagen er lichamen. Tientallen en tientallen lichamen. Sommigen bij de vuilnisbelt, anderen in het veld. Ik kan het niet vergeten: uiteengespatte hoofden, verwrongen lichamen, plassen bloed. De kinderen zagen het ook. Hun gegil weerklinkt nu nog in mijn hoofd. Het was onvoorstelbaar,” zegt Nadia. Haar man, haar zoon en haar schoonzoon werden bij de aanval vermoord.

Andere inwoners beschreven hoe gewapende mannen, sommigen vermoedelijk van de Badr militie, van deur tot deur gingen en de mannen wegvoerden, zonder hun huizen te doorzoeken of hun familieleden te ondervragen. De meeste doden waren jonge mannen van 20 tot 40 jaar oud, maar onder de slachtoffers waren ook kinderen en bejaarden. De Badr militie is een van de machtigste milities in Irak en had in de regio wekenlang slag geleverd met eenheden van IS.

Bij de slachtoffers ook een jongen van 17 en zijn oudere broer van 21, getrouwd en net vader geworden. Hun moeder beschreef de aanval aan Amnesty International:

“Ik hoorde schoten en geschreeuw. Toen dat ophield, ging ik naar buiten en vond ik het lichaam van mijn jongen bij de vuilnisbelt… Hij had een groot gat in zijn hoofd, zijn hersenen puilden eruit … Hij was nog een kind, hij was maar 17.”

Het bloedbad in Barwana heeft alles weg van een wraakactie. Het volgde na een wekenlange strijd met eenheden van IS in het omliggende gebied waarbij heel wat sjiitische militieleden en regeringssoldaten het leven lieten.

“Diegenen die dit bloedbad aanrichtten gingen klaarblijkelijk naar het dorp met de bedoeling om soennitische mannen te doden. Ze doorzochten de huizen van hun slachtoffers niet en stelden geen vragen aan hun familieleden,” zegt Donatella Rovera.

Sjiitische milities, gesteund en bewapend door de Iraakse regering, hebben dit soort aanvallen in heel Irak uitgevoerd. Ze ontvoerden en doodden volledig ongestraft vele tientallen soennitische burgers. In sommige gevallen werden hele soennitische gemeenschappen met geweld verdreven.

Ondanks toezeggingen van Eerste Minister Haider Al-Abadi om een onderzoek te openen naar het bloedbad in Barwana, is er zes maanden later nog geen enkele maatregel genomen om de verantwoordelijken voor het gerecht te brengen.

Wraakactie door Jezidi

Een andere wraakactie in de Sinjar-regio toont de verwoestende gevolgen van de campagne van etnische zuivering tegen de Jezidi. De leden van die minderheid werden vorig jaar op grote schaal ontvoerd. Daarbij werden honderden mannen vermoord, vrouwen en meisjes verkracht en tot seksuele slavernij gedwongen.

Bij een wraakactie op 25 januari 2015 vielen leden van een Jezidische militie twee dorpen aan, Jiri en Sibaya. Ze doodden 21 inwoners, plunderden de huizen en staken ze in brand. Haast geen enkel huis werd gespaard. De helft van de doden waren bejaarde of invalide mannen en vrouwen en kinderen. Veertig anderen werden ontvoerd, 17 van hen zijn nog altijd vermist. De inwoners vertelden dat er op het moment van de aanval een aantal Peshmerga en Asayish troepen van de Regionale Overheid van Koerdistan aanwezig waren. Die deden niets om de aanval te stoppen.

De vader van twee van de slachtoffers, een jongen van 15 en zijn broer van 20 uit Jiri, vertelde aan Amnesty International dat zijn zonen doodgeschoten werden. Hun lichamen werden gedumpt in een Jezidisch dorp in de buurt. Hun jongere broer, amper 12 jaar oud, werd getroffen door vier kogels: in de rug, in de borst, in de arm en in het been. Hij overleefde het als bij wonder.

Nahla, een 34-jarige moeder van vijf kinderen uit Jiri, vertelde hoe haar man en haar zoon in koelen bloede werden neergeschoten. Haar baby ontsnapte maar op het nippertje: een kogel doorboorde het dekentje waarin zij hem gewikkeld had toen ze hem in haar armen hield.

In het nabijgelegen dorp Sibaya waren de meeste doden bejaarden of mensen met een beperking die niet konden vluchten. Er werden ook twee kinderen vermoord.

“We konden ons niet voorstellen dat de aanvallers oude en zieke mensen zouden vermoorden, maar toch deden ze het,” zei een man wiens 66-jarige vader in zijn rolstoel doodgeschoten werd.

“Het is heel verontrustend dat leden van de Jezidische gemeenschap, die zo veel te verduren heeft door IS, nu zelf dit soort wrede misdaden begaan,” zegt Donatella Rovera.

“Het recht in eigen handen nemen en wraak nemen op hele gemeenschappen is gewoon verkeerd. Voor de burgers brengt het alleen maar meer tragedie en lijden.”

Om aanvallen te voorkomen proberen de Koerdische overheid en de Peshmerga-troepen de Jezidische en de Arabische gemeenschappen van elkaar te scheiden. Naar de aanvallen in Jiri en Sibaya is er nog geen onderzoek gedaan.

Irak meer verscheurd en dieper verdeeld dan ooit

“Terugblikkend op de slachting en de chaos in het afgelopen jaar, na de machtsuitbreiding door IS, is dit het beeld dat te voorschijn komt: een Irak dat meer verscheurd en dieper verdeeld is dan ooit tevoren. Rivaliserende partijen zijn vastbesloten om elkaar te vernietigen, zonder daarbij nog een onderscheid te maken tussen strijders en burgers,” zegt Donatella Rovera.

“De Iraakse overheid moet er alles aan doen om de sektarische spanningen te doen afnemen. De daders moeten zonder onderscheid voor het gerecht gebracht worden. De slachtoffers moeten weten dat wie oorlogsmisdaden of andere zware inbreuken begaat hiervoor individueel verantwoordelijk zal worden gesteld, ongeacht hun religie, etniciteit of positie. Als de straffeloosheid niet stopt, zullen de Iraakse burgers vast blijven zitten in een dodelijke cyclus van sektarisch geweld. In plaats van de individuele daders zullen hele gemeenschappen dan de prijs blijven betalen.”

Lees ook

Meer nieuws