Afbeelding
Polen/Belarus: nieuw bewijs van mishandelingen toont hypocrisie van ongelijke behandeling van asielzoekers
Persbericht

Polen/Belarus: nieuw bewijs van mishandelingen toont hypocrisie van ongelijke behandeling van asielzoekers

11 april 2022
  • De autoriteiten schenden de rechten van asielzoekers, door o.a. fouilleren en andere vernederende behandelingen, in overvolle detentiecentra

  • Sommige mensen werden gedwongen verdoofd bij uitzetting

  • Uitzettingen en willekeurige detentie staan in schril contrast met het warme onthaal van mensen die Oekraïne ontvluchten

De Poolse autoriteiten hebben bijna tweeduizend asielzoekers willekeurig vastgezet die de grens vanuit Belarus overstaken in 2021. Veel van deze mensen kregen te maken met mishandelingen, zoals fouilleren in niet-hygiënische, overvolle faciliteiten, en in sommige gevallen zelfs gedwongen verdoving en tasering.

Dat blijkt uit een nieuw onderzoek dat Amnesty International vandaag uitbrengt.

Na een minder intense periode tijdens de winter, proberen nu weer meer asielzoekers Polen vanuit Belarus binnen te komen. In Belarus hebben ze geen toegang tot fondsen vanwege internationale sancties en lopen ze risico lastiggevallen of opgepakt te worden door de politie uit Belarus vanwege hun illegale immigratiestatus. Bij de Poolse grens stuiten ze op prikkeldraad en herhaalde uitzettingen door de grenswachten, soms wel tot 30 keer.

'Asielzoekers die via de grens met Belarus Polen binnenkwamen, waaronder velen die daartoe werden gedwongen door de Belarussische grenswachten, zitten nu vast in smerige, overvolle detentiecentra. Ze worden er mishandeld door de bewakers en mogen geen contact hebben met de buitenwereld’, aldus Jelena Sesar, regionaal onderzoeker bij Amnesty International.

'Deze gewelddadige en vernederende behandeling staat in schril contrast met het warme welkom dat Polen biedt aan mensen die uit Oekraïne zijn gevlucht. Het gedrag van de Poolse autoriteiten komt hypocriet en racistisch over. Polen zou de solidariteit die het toont met mensen die Oekraïne ontvluchten, ook moeten laten blijken voor anderen die zijn landsgrenzen oversteken om veiligheid te zoeken.'

Willekeurige detentie en erbarmelijke detentieomstandigheden

Poolse grenswachten hebben systematisch mensen die vanuit Belarus de grens overstaken opgepakt en met geweld teruggedreven, waarbij ze hen soms met wapens bedreigden. De grote meerderheid van de mensen die niet worden teruggestuurd naar Belarus en asiel kunnen aanvragen in Polen, worden automatisch gevangengezet in detentie. Dit zonder een goede beoordeling van hun individuele situatie en de impact die detentie kan hebben op hun lichamelijke en mentale gezondheid. Ze worden vaak voor lange en onbepaalde periodes vastgehouden in overvolle centra waar weinig privacy is en slechts beperkte toegang is tot sanitaire voorzieningen, artsen, psychologen of juridische bijstand. 

Bijna alle mensen die Amnesty International interviewde, gaven aan getraumatiseerd te zijn nadat zij conflictgebieden waren ontvlucht en maandenlang vastzaten aan de grens tussen Polen en Belarus. Ze leden ook aan ernstige psychologische problemen, zoals angststoornissen, slapeloosheid, depressie en frequente gedachten aan zelfdoding, ongetwijfeld versterkt door hun onnodige detentie. Voor de meesten van hen was er geen psychologische hulp beschikbaar.

Opnieuw getraumatiseerd op een militaire basis

Veel van de mensen die Amnesty International sprak, hadden in het detentiecentrum in Wędrzyn gezeten, waar 600 mensen worden vastgehouden. De overbevolking is bijzonder acuut in deze faciliteit, waar tot 24 mannen worden vastgehouden in kamers van slechts acht vierkante meter. 

In 2021 verlaagden de Poolse autoriteiten de minimaal vereiste ruimte voor buitenlandse gedetineerden van drie vierkante meter per persoon tot slechts twee. Het minimum dat de Raad van Europa voorschrijft is vier vierkante meter per persoon.

Mensen die in Wędrzyn hadden gezeten, vertelden hoe de bewakers nieuwe mensen begroeten met 'welkom in Guantánamo'. Velen van hen waren slachtoffers van foltering in hun land van herkomst, voordat ze schrijnende ervaringen opdeden in Belarus en aan grens met Polen. Het detentiecentrum van Wędrzyn is onderdeel van een actieve militaire basis. De faciliteit is omgeven met prikkeldraad en er is een aanhoudend geluid van pantservoertuigen, helikopters en geweervuur van militaire oefeningen in het gebied, wat op veel mensen een traumatisch effect had.

'Meestal werden we wakker van de geluiden van tanks en helikopters, gevolgd door geweerschoten en explosies', vertelt Khafiz, een vluchteling uit Syrië. 'Dit ging soms de hele dag door. Als je nergens heen kunt en er geen activiteiten zijn om je gedachten te verzetten, is dit ondraaglijk. Na alle foltering in de gevangenis in Syrië, de bedreigingen aan het adres van mijn familie, en vervolgens maanden onderweg, denk ik dat ik echt gebroken ben in Wędrzyn.'

In het detentiecentrum van Lesnowola vertelden mensen die er vastzaten dat ze zich ontmenselijkt voelden door de behandeling van de bewakers. Het personeel noemde de mensen bij hun zaaknummer in plaats van hun naam en deelde buitensporige straffen uit, waaronder isolatie, voor eenvoudige verzoeken, zoals het vragen om een handdoek of meer voedsel.

Bijna alle geïnterviewden spraken over constant respectloos en verbaal beledigend gedrag, racistische opmerkingen en andere praktijken die vallen onder psychologische mishandeling.

Mannen die door Amnesty International werden geïnterviewd klaagden allemaal over de manier waarop gefouilleerd werd. Als mensen werden overgebracht van het ene naar het andere detentiecentrum, moesten ze worden gefouilleerd bij iedere faciliteit. In Wędrzyn was dit op een vernederende manier. Zo moesten alle nieuwe buitenlanders samen in een kamer zitten, al hun kleding uittrekken en lang in een gehurkte positie zitten - veel langer dan nodig voor de controle.

Gewelddadige gedwongen uitzettingen

Amnesty International interviewde verschillende mensen die gedwongen werden teruggestuurd, evenals sommigen die terugkeer hebben voorkomen en in Polen in hechtenis blijven. Velen vertelden dat de Poolse grenswachten die hen moesten uitzetten hen dwongen documenten in het Pools te ondertekenen, waarvan zij vermoeden dat ze belastende informatie bevatten om hun uitzettingen te rechtvaardigen. Ze zeiden ook dat grenswachten in sommige gevallen buitensporig geweld gebruikten, zoals het gebruik van stroomstootwapens, mensen in bedwang hielden met handboeien en zelfs mensen verdoofden die werden teruggestuurd.

De autoriteiten probeerden Yezda uit te zetten, een 30-jarige Koerdische vrouw, samen met haar man en drie kleine kinderen. Nadat ze te horen had gekregen dat ze naar Irak zouden worden teruggestuurd, raakt Yezda in paniek en smeekte ze de bewakers hen niet uit te zetten. Ze dreigde zichzelf te doden en raakte erg gestresseerd. ‘Ik wist dat ik niet terug kon naar Irak en ik was klaar om te sterven in Polen. Toen ik zo aan het huilen was, bonden twee bewakers mijn handen en die van mijn man achter onze rug. Een arts gaf ons een injectie waardoor we ons heel zwak en slaperig voelden. Mijn hoofd was niet helder, maar ik kon mijn kinderen horen, ze waren in de kamer met ons en huilden en schreeuwden.'

'Ze vroegen ons om door de beveiliging te gaan op het vliegveld en de bewakers zeiden dat we ons moeten gedragen in het vliegtuig. Maar ik weigerde te vertrekken. Ik herinner me dat ik merkte dat ik niet eens schoenen aan had, want in de chaos in het kamp waren ze van mijn voeten gegleden. Mijn hoofd was niet helder, en ik kon mijn man of kinderen niet zien. Maar ik herinner me dat ze me op het vliegtuig dwongen dat vol zat met mensen. Ik huilde nog steeds en smeekte de politie ons niet mee te nemen.' Yezda zegt dat ze haar voet brak toen ze zich verzette tegen de bewakers die haar op het vliegtuig probeerden te zetten. Yezda en haar gezin werden naar Warschau teruggestuurd nadat de vliegmaatschappij weigerde hen naar Irak mee te nemen. Ze zitten nog steeds in een kamp in Polen.

Vrijwilligers en activisten hebben geen toegang tot de grens tussen Polen en Belarus. Sommigen van hen worden zelfs vervolgd voor het proberen te helpen van mensen die de grens willen oversteken. In maart werden activisten vastgezet die mensen aan de grenzen van Polen met Oekraïne en Belarus hadden geholpen. Ze werden aangehouden voor het geven van levensreddende hulp aan vluchtelingen en migranten aan de grens met Belarus, en riskeren nu mogelijk zware beschuldigingen.

Gestrand aan de grens

Op 20 maart zetten de Belarussische autoriteiten bijna 700 vluchtelingen en migranten het land uit. Onder hen veel gezinnen met kleine kinderen en mensen die ernstige ziektes en beperkingen hadden. Ze zaten in het Belarussische dorp Bruzgi in een loods waar duizenden mensen in 2021 onderdak hadden gevonden.

De mensen werden uitgezet en kwamen vast te zitten in het bos, waar ze probeerden te overleven bij temperaturen van onder het vriespunt zonder onderdak, voedsel, water of toegang tot medische zorg. Veel van hen zitten nog steeds in het bos en worden dagelijks lastiggevallen door Belarussische grenswachten die mensen met honden en geweld de grens over proberen te krijgen naar Polen.

'Honderden mensen die op de vlucht zijn voor conflicten in het Midden-Oosten en andere delen van de wereld, blijven gestrand op de grens tussen Belarus en Polen', zegt Jelena Sesar. ‘De Poolse overheid moet het terugdrijven van mensen onmiddellijk stoppen. Deze pushbacks zijn illegaal, ondanks pogingen van de overheid ze te rechtvaardigen. De internationale gemeenschap - en ook de EU - moet eisen dat de mensen die vastzitten op de Poolse grens met Belarus dezelfde toegang tot de EU krijgen als andere groepen mensen die veiligheid zoeken in Europa.’

Lees ook

Meer nieuws