Afbeelding
Marokko/Spanje: stop de tragedie in Melilla die 37 migranten het leven kostte niet in doofpot
Rapport

Marokko/Spanje: stop de tragedie in Melilla die 37 migranten het leven kostte niet in doofpot

13 december 2022

De waarheid is nog altijd niet boven tafel over ten minste 37 omgekomen migranten uit Sub-Sahara-Afrika en 77 vermisten na de dodelijke gebeurtenissen aan de grens met de Spaanse enclave Melilla. Deze tragedie mag niet in de doofpot verdwijnen, aldus Amnesty International in een rapport, zes maanden na de gebeurtenissen van 24 juni 2022.

Het rapport ‘They hit him in the head to see if he was dead’: Evidence of crimes under international law at the Melilla border, documenteert in detail wat er gebeurde toen migranten en vluchtelingen uit Sub-Sahara-Afrika probeerden van Marokko naar Spanje over te steken op 24 juni 2022.

De autoriteiten van beide kanten hebben vooralsnog niet gezorgd voor een doeltreffend en transparant onderzoek naar de gebeurtenissen van die dag. Families en gespecialiseerde organisaties die zochten naar vermisten werden herhaaldelijk gehinderd door de Marokkaanse autoriteiten.

Waarheid moet boven tafel komen

“Precies 6 maanden na deze tragedie blijven de Spaanse en Marokkaanse autoriteiten elke verantwoordelijkheid ontkennen voor het bloedbad in Melilla”, aldus Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.

“Er is steeds meer bewijs van ernstige mensenrechtenschendingen, waaronder de onrechtmatige dood en mishandeling van vluchtelingen en migranten. Tot op de dag van vandaag is er gebrek aan informatie over de identiteit van de overledenen en het lot van de vermisten. Dit heeft alles weg van een doofpotoperatie en racisme en wrijft zout in reeds pijnlijke wonden. Het is essentieel dat beide overheden zorgen dat de waarheid boven tafel komt en gerechtigheid geschiedt, zodat een herhaling kan worden voorkomen.”

Het rapport baseert zich op ooggetuigen, video's en satellietbeelden en schetst een aangrijpend beeld van wat er gebeurde toen 2.000 migranten en vluchtelingen probeerden Melilla binnen te komen via de grensovergang ‘Barrio Chino’.

Amnesty International schreef zowel de Marokkaanse als de Spaanse overheid met vragen voor informatie over onderzoeken. In lijn met het gebrek aan transparantie, kwam er geen reactie. Amnesty deelde ook een samenvatting van bevindingen met beide overheden in november 2022. Daar is tot op heden nog geen reactie op gekomen.

Getuigenissen

Uit het rapport blijkt dat de gebeurtenissen op 24 juni 2022 te voorzien waren en het verlies van levens voorkomen had kunnen worden. Amnesty International onthult dat op de dagen voorafgaand aan 24 juni vluchtelingen en migranten rond Melilla steeds vaker werden aangevallen door de Marokkaanse veiligheidsdiensten.

Velen zagen hun bezittingen verbrand worden, waarna duizenden naar de grens liepen. Daar wachtten de Marokkaanse en Spaanse autoriteiten hen op met onwettig en dodelijk geweld. Toen ze dichterbij kwamen, bekogelde de politie hen met stenen en vuurde traangas op hen af in besloten ruimtes. Veel gewonden werden geschopt en geslagen terwijl ze nog op de grond lagen, half bij bewustzijn, niet reagerend en naar adem snakkend.

Zacharias, 22 jaar uit Tsjaad, vertelde Amnesty International: “Marokkaanse en Spaanse veiligheidsdiensten gooiden alles naar ons, gasbommen, stenen, rubberen kogels en ballen... we konden niets zien en konden nauwelijks ademhalen.”

Ongeveer 400 mensen werden door de Marokkaanse veiligheidsdiensten samengedreven in een smalle, ommuurde zone. Een 3D-model en een visuele reconstructie, gemaakt door Amnesty's Evidence Lab, biedt een huiveringwekkende blik op de gebeurtenissen en acties door de veiligheidsdiensten, die neer kunnen komen op foltering en geleid kunnen hebben tot het onwettig doden van mensen.

“Het leek erop dat de Marokkaanse politie ons eerst de ruimte gaf, en daarna dreven ze ons in een hoek... Ze schoten op ons met gas, gooiden akoestische bommen naar ons… Iedereen probeerde weg te komen, het was chaos”, vertelde Omer, een 21-jarige man uit Sudan aan Amnesty.

De 27-jarige Salih uit Sudan getuigde: “De Spaanse politie spoot pepperspray in onze ogen terwijl de Marokkaanse politie stenen naar onze hoofden gooide.”

Dodelijk geweld en mishandeling

Zowel de Marokkaanse als Spaanse autoriteiten slaagden er niet in op tijd adequate medische hulp te bieden aan de gewonden. Ook weigerden ze de toegang aan een ambulanceteam van het Rode Kruis tot het gebied, terwijl tientallen mensen minstens 8 uur lang aan hun lot werden overgelaten in de hitte.

Een geïnterviewde vertelde aan Amnesty International dat Spaanse veiligheidsdiensten gewonde mensen dwongen terug de grens over te gaan naar Marokko, terwijl ze “aan het bloeden waren of open wonden hadden”. Velen van hen belandden daar in de gevangenis en werden onderworpen aan nog meer mishandeling en geweld.

Een 17-jarige Sudanese jongen vertelde dat: “alle mensen die gevangen waren genomen, werden door de Marokkaanse politie naar de gevangenis gebracht, waarna sommigen met hamers op hun hoofd geslagen werden tot ze omkwamen.”

Naar schatting 500 mensen werden met bussen naar afgelegen gedeelten van het land gebracht. Daar werden ze van hun bezittingen beroofd en zonder medische zorg langs de weg gedumpt. Sommige mensen vertelden Amnesty International dat ze onder dwang meer dan 1.000 kilometer verderop werden overgebracht.

Noch de Marokkaanse, noch de Spaanse overheid heeft voorlopige resultaten naar buiten gebracht over het aantal doden en de doodsoorzaken. Net zo min is er aangekondigd dat ze het geweld onderzoeken dat gebruikt is door hun grenspersoneel.

Geen van beide overheden heeft de bewakingsbeelden vrijgegeven van de vele camera's langs de grens.

De Marokkaanse overheid heeft het voor families en ngo's vrijwel onmogelijk gemaakt om te zoeken naar de vermisten en doden. Dit is erg schrijnend voor de families die op zoek zijn naar een spoor van hun dierbaren. Jalal, de broer van Abdel Shakour Yehia, een 24 jaar oude Sudanese man, vertelde Amnesty International: “Als mijn broer nog leefde, dan had hij wel contact opgenomen. Dus ik denk dat hij verdwenen is.”

Na maanden zonder een teken van leven zag Huwaida, de nicht van de sinds 24 juni vermiste Anwar uit Sudan, video's en beelden van zijn ogenschijnlijk dode lichaam online. Ze vertelde: “Zonder hem is er geen humor of gezelligheid. Zijn moeder heeft heel veel aan hem gedacht. Ze wil weten wat er is gebeurd. Ik smeek jullie ons te helpen om gerechtigheid te vinden.”

Onuitwisbare vlek

Al meer dan 10 jaar lang uiten experts van de Verenigde Naties hun zorgen over de discriminerende behandeling van mensen uit Sub-Sahara-Afrika. Op 1 november 2022 stelde de speciale VN-rapporteur voor racisme en xenofobie dat het geweld in Melilla “onthult wat de status quo is aan de grenzen van de EU: racistische uitsluiting en dodelijk geweld, uitgeoefend om mensen van Afrikaanse afkomst en uit het Midden-Oosten en andere niet-witte bevolkingsgroepen buiten de deur te houden.”

“Het onwettige geweld dat in Melilla is gebruikt, heeft een onuitwisbare smet achtergelaten. Niet alleen op de handen van de Marokkaanse en Spaanse veiligheidstroepen, maar ook op de handen van al diegenen die een racistisch migratiebeleid voeren, en hiermee schade en geweld tegen zij die de grens willen oversteken vergoelijken”, aldus Agnès Callamard.

“In plaats van grenzen te versterken, moeten de autoriteiten veilige en legale routes openen voor mensen die veiligheid zoeken in Europa. De Marokkaanse en Spaanse autoriteiten moeten transparant zijn over het mandaat en de reikwijdte van elk lopend onderzoek, zorgen dat racisme in het mandaat is opgenomen en er ten volle aan meewerken.”

Achtergrond

Hoewel afzonderlijke staten maatregelen mogen nemen om ongeautoriseerde toegang aan de grenzen te voorkomen, moeten ze dat doen met respect voor de mensenrechten.

In de maanden na de tragedie komen er steeds meer details naar buiten over de gebeurtenissen van 24 juni en is de druk op de Spaanse en Marokkaanse autoriteiten toegenomen.

Na een bezoek aan Melilla eind november 2022 bekritiseerde de mensenrechtencommissaris voor migranten van de Raad van Europa publiekelijk het feit dat asielzoekers in Marokko geen “eerlijke en effectieve” toegang hebben tot asiel bij de grenspost, waardoor migranten geen andere keus hebben dan illegaal de grens over te steken.

Verder concludeerde de Spaanse ombudsman, na voorlopig onderzoek en een bezoek aan Melilla, dat ten minste 470 migranten en vluchtelingen teruggestuurd zijn naar Marokko vanuit Spanje. Hij herinnerde de staat aan zijn verplichtingen om mishandeling te voorkomen.

Lees ook

Meer nieuws