Afbeelding
Focus: Verantwoording voor zware schendingen internationaal recht in Gaza

Focus: Verantwoording voor zware schendingen internationaal recht in Gaza

23 februari 2009

Een broos staakt-het-vuren stelde een voorlopig einde aan het gewapend conflict tussen Israël en Hamas. De schaal van de vernietiging en de impact op burgers wordt nu pas ten volle duidelijk.

De schendingen van het internationaal humanitair recht door beide partijen, de meer dan 1.300 Palestijnse doden en 5.000 gewonden, de tienduizenden daklozen, de catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook en de weigering van beide zijden om elkaar als gesprekspartner te erkennen, tonen aan dat het conflict allerminst beëindigd is. De internationale gemeenschap kijkt aan tegen gigantische taken zoals de heropbouw van het gebied en het lenigen van de basisnoden van de bevolking. Ondertussen blijven anderhalf miljoen Palestijnen gevangen in een door Israël georganiseerde humanitaire crisis. Schendingen van het internationaal humanitair recht en de mensenrechten bleven in het decennialange conflict tussen Israël en de Palestijnen meestal onbestraft. De vraag die Amnesty International zich nu stelt: zal diezelfde internationale gemeenschap in staat of bereid zijn oorlogsmisdadigers deze keer wel ter verantwoording te roepen, nu er opnieuw overduidelijke aanwijzingen bestaan?

DE GRENZEN VAN HET AANVAARDBARE

Zowel Israël als de Palestijnse gewapende groepen hebben de grenzen van het aanvaardbare overschreden. Palestijnse gewapende groepen hebben sinds 27 december 2008 ongeveer 600 raketten afgevuurd op dorpen en steden in het zuiden van Israël. De raketten kunnen niet op een doelwit worden gericht en bevatten gewoonlijk nagels of metalen die in het rond vliegen als de raket landt. Als er een raket op een dorp of stad dreigt te landen, gaat er een alarm af. Burgers hebben dan nog slechts 15-tal seconden om een schuilplaats te zoeken. Drie Israëlische burgers werden gedood en een 80-tal gewond. 40% van de bevolking van Ashkelon verliet tijdelijk hun huizen en is nu teruggekeerd, maar weinigen hebben vertrouwen in het staakt-het-vuren. De aanvallen van het Israëlische leger waren roekeloos en buitensporig. De militaire middelen (artillerie, bombardementen, kanonneerboten, tankvuur, raketten) die Israël in dichtbevolkt gebied heeft ingezet, hebben wetens en willens geleid tot grote aantallen burgerdoden. Vele burgers waren een vogel voor de kat in het buitensporige geweld dat over hen werd afgeroepen: op drie weken tijd doodde het Israëlische leger bijna 1300 Palestijnen, waarvan ongeveer de helft burgers (meer dan 400 kinderen). Onder de 5000 gewonden bijna 2000 kinderen.

De Israëlische aanvallen waren soms ook rechtstreeks gericht tegen de burgerbevolking en civiele gebouwen in Gaza, zoals televisiestations, het parlementsgebouw, gevangenissen, ziekenhuizen, moskeeën en scholen. Ook konvooien met hulpgoederen van de VN en het Internationale Rode Kruis werden bestookt door het Israëlische leger, ondanks de communicatie van de routes en de timing aan het leger. Het Internationale Rode Kruis schortte op 9 januari 2009 buiten Gaza stad de konvooien met hulpgoederen op, omdat de veiligheid van de werknemers niet meer gegarandeerd was. Het merendeel van de burgerbevolking in Gaza had geen toegang meer tot de humanitaire hulp waarvan ze afhankelijk is. De dagelijkse drie uur ‘humanitaire stilte’ is nooit voldoende geweest en werd bovendien niet gerespecteerd.

Een onderzoeksteam van Amnesty dat een paar uur voor het staakt-het-vuren toegang kreeg tot het gebied vond restanten van nog brandende witte fosfor verspreid in dichtbevolkte wijken van Gazastad. Als witte fosfor op je huid landt, blijft het door merg en been doorbranden tot het niet meer in contact is met zuurstof. Het Israëlische leger dropte bommen met dat chemische goedje in dichtbevolkte gebieden, een oorlogsmisdaad. De Conventies van Genève en toegevoegde protocollen verbieden het gebruik van dergelijke wapens in dichtbevolkte gebieden.

Dokters in het Shifa ziekenhuis in Gazastad vertelden Amnesty International: “Het eerste dat we merkten waren oranjekleurige brandwonden. Zulke brandwonden hadden we nog nooit gezien. De wonden werden dieper en na een paar uur kwam er rook uit. Zo trachtten we een kind van 3 jaar te behandelen. Na drie uur kwam er rook uit zijn hoofdwonde. Dokters uit Egypte en Noorwegen vertelden ons later dat dit witte fosfor is. De wonde geneest niet, maar de fosfor blijft in het lichaam en gaat door met branden van binnen uit.” Het Amnesty onderzoeksteam vond overal – in de straten, op speelplaatsen van scholen, in ziekenhuizen, in huizen – resten van de bommen. Dokters kregen ook andere vreemde verwondingen te zien, die bewijzen opleveren van het gebruik van nieuwe wapens. Het Israëlische leger vuurde ‘flechettes’ af op dichtbevolkte gebieden. Flechettes zijn kleine, scherpe pijltjes, ongeveer 2,5 cm lang, die gewoonlijk met volle kracht worden afgevuurd door tanks in hulzen die 5000 tot 7000 pijltjes bevatten. Wanneer die pijltjes een mens raken, penetreren ze diep in het lichaam en zetten ze zich vast in de beenderen. Amnesty heeft de Israëlische regering opgeroepen om bekend te maken welke wapens het leger heeft gebruikt, zodat dokters weten hoe ze de verwondingen het best behandelen.

De trage en verdeelde reacties van internationale gemeenschap hebben bijgedragen tot het hoge dodentol. Pas op 8 januari, 11 dagen na het begin van de gevechten, stemde de VN-Veiligheidsraad de quasi unanieme resolutie 1860, die een onmiddellijk staakt-het-vuren eiste. De Europese Unie reageerde verdeeld. Ondertussen voerde Hamas een dodelijke campagne tegen vermeende ‘collaborateurs’: inwoners van Gaza die zij beschuldigden van het doorgeven van informatie aan het Israëlische leger werden zonder proces of recht van verdediging in de knieën geschoten, gefolterd en zelfs doodgeschoten, ook in ziekenhuizen.

MENSELIJKE SCHILDEN EN VANDALISME

Palestijnse strijders opereerden dichtbij of in huizen van Palestijnse burgers. Daardoor hebben zij ook Palestijnse burgers in gevaar gebracht. Israëlische soldaten hebben huizen van Palestijnse burgers ingenomen en ze gebruikt als uitvalsbasis. De families werden gedwongen om beneden te blijven, waarbij zij effectief werden gebruikt als menselijke schilden. Het onderzoeksteam van Amnesty International in Gaza bezocht verschillende families wiens huizen tijdens het Israëlische offensief waren ingenomen door Israëlische soldaten. Alle huizen bevonden zich in een schandelijke toestand: interieur volledig vernield, de muren beklad met denigrerende grafitti, achtergelaten dozen met uitwerpselen, persoonlijke bezittingen op de grond gegooid,… In sommige huizen werden families dagenlang gevangen gehouden. Een familielid van de Sammouni familie uit Zeitoun getuigt: “Tientallen soldaten vielen ons huis binnen en zetten ons allemaal in één kamer op het gelijkvloers. Ze deden de mannen en jongens handboeien en blinddoeken om. Gedurende 2 dagen konden we niet bewegen. Soms gaven ze ons wat eten voor de kinderen. We wisten dat ze familieleden in een ander huis aan de overkant van de straat hadden gedood. Na twee dagen lieten ze ons gaan, maar ze hielden twee mannen. Ze dreigden ermee dat ze hen zouden doden als Hamas zou aanvallen.”

DE GAZASTROOK NA 22 DAGEN DOOD EN VERNIELING

“Volledige buurten, die ooit bruisten van het leven, zijn veranderd in maanlandschappen. Andere buurten zien eruit alsof er een orkaan is doorgeraasd. Geen cameralens is breed genoeg om de schaal van de vernieling vast te leggen” zegt Donatella Rovera, lid van het onderzoeksteam van Amnesty International in Gaza. Duizenden mensen brengen hun dagen door naast het puin van hun eigen huizen. Zij zijn dakloos en leven nu in kartonnen of tinnen bouwsels. Tussen de hopen puin vond het Amnesty onderzoeksteam niet-ontplofte explosieven en zag kinderen ermee spelen.

Het opruimen van het puin gaat heel traag. “We zagen mensen met de hand brokstukken verwijderen van op gigantische hopen puin. Kinderen helpen puin ruimen in kleine kruiwagens, een bijzonder treurig zicht. Er zijn weinig grote machines om te helpen bij het opruimen en het werk moet stoppen als het donker wordt rond 17 uur, aangezien er geen elektriciteit is om de straatverlichting te doen werken. De ramen van huizen die nog rechtstaan zijn aan diggelen geslagen. Winters in Gaza zijn koud” getuigt Donatella.

Huizen werden niet alleen vernield in bombardementen en beschietingen door tanks. In Khuza’a maakten Israëlische bulldozers, beschermd door tanks, een paar dagen voor het staakt-het-vuren nog een volledige woonbuurt met de grond gelijk. Het Israëlische leger gaf als reden dat de huizen dienden als wapenopslagplaatsen. Amnesty vond daar geen bewijzen van, maar vooral: het Israëlische leger leverde daar zelf tot op vandaag geen enkel bewijs van. Bij het puin van Gaza’s enige internationale school sprak Amnesty met de vader van de bewaker van de school. De campus van de school werd door Israëlische F16’s tot puin gebombardeerd. Het lichaam van zijn zoon werd 50 meter verderop teruggevonden. Duizenden families hebben familieleden verloren, soms tientallen.

STAAKT-HET-VUREN?

Regelmatig schieten Israëlische schepen nog naar de kust van Gaza. Op donderdag 22 januari raakten daarbij nog 9 mensen gewond. Er is nochtans een staakt-het-vuren. Op 29 januari, elf dagen na het staakt-het-vuren, vuurde de Israëlische luchtmacht nog raketten af van op een ‘unmanned aerial vehical’ op twee Palestijnse militanten op een motor. 16 burgers, bijna allemaal kinderen, raakten gewond. Deze raketten kunnen uiterst precies op een doelwit worden gericht. Sinds 27 december hebben zij nochtans honderden burgerslachtoffers gemaakt, waaronder een 13-jaar oud meisje dat in haar bed lag te slapen, een 13-jaar oude jongen op een fiets, 8 secundaire schoolstudenten aan een bushalte. Het is onduidelijk of dit erop wijst dat de Israëlische luchtmacht beschikte over foute informatie, of dat de luchtmacht deze raketten bewust roekeloos afschoot op burgerdoelwitten. Ook Palestijnse gewapende groepen hielden zich niet aan het staakt-het-vuren dat Hamas afkondigde.

DE VERENIGDE NATIES ONDER DE BOMMEN

Dit was het enige conflict in de wereld waarin mensen zelfs niet toegestaan werd te vluchten, omdat Israël en Egypte de grenzen van de Gazastrook gesloten houden. Mensen schuilden daarom in scholen van de Verenigde Naties (UNRWA). Op het moment van het staakt-het-vuren hadden al meer dan 50.000 Palestijnen hun toevlucht gezocht in 50 scholen en andere gebouwen van de Verenigde Naties in Gaza. De vluchtelingen hoopten in neutrale VN-gebouwen aan de gevechten te ontsnappen en hun levens te beschermen. Maar ook daar kwamen ze onder vuur te liggen. Op 6 januari 2009 bombardeerde het Israëlische leger zo een school in het Jabalia vluchtelingenkamp. 43 mensen die daar veiligheid hadden gezocht, werden gedood. Israël stelde eerst dat Palestijnse militanten vanuit de school raketten afvuurden. Chris Gunness, woordvoerder van UNRWA, ontkende dat en eiste een onafhankelijk onderzoek om de rol van de VN-gebouwen als neutrale plaatsen in de toekomst te garanderen. Bovendien gaf het Israëlische leger achteraf toe dat de raketten van Palestijnse militanten werden afgevuurd van buiten de school.

Negen dagen later bombardeerde het Israëlische leger het VN-hoofdkwartier in Gazastad, onder andere met fosforbommen, waardoor tonnen hulpgoederen en geneesmiddelen met een gezamenlijke waarde van de meer dan een miljoen dollar in vlammen opgingen. Maar ook het geloof van de mensen dat ze veiligheid kunnen vinden in een VN gebouw moest eraan geloven. VN-secretaris generaal Ban Ki-moon reageerde geschokt en eiste een verklaring: “De Israëlische minister van Defensie Ehud Barak vertelde me dat het een zware vergissing was. Hij verzekerde me dat het leger geen VN gebouwen meer zou bestoken.” Twee dagen later, op 17 januari, werd toch een andere VN-school in Beit Lahiya gebombardeerd door het Israëlische leger. Opnieuw reageerde Ban Ki-moon met sterke uitspraken: “Dit is de derde keer dat VN gebouwen worden aangevallen. Amper twee dagen geleden verontschuldigden Israëlische leiders zich nog en hadden ze me verzekerd dat het niet meer zou gebeuren. Ik eis een grondig onderzoek naar deze incidenten en de bestraffing van de verantwoordelijken van deze schandelijke daden.”

ONDERZOEK NAAR OORLOGSMISDADEN

Israël weigerde buitenlandse journalisten en mensenrechtenactivisten al sinds begin november 2008 de toegang tot Gaza. Nu media en mensenrechtenorganisaties opnieuw toegelaten worden en zij hun werk terug kunnen doen, duiken er steeds meer verontrustende verhalen op over wat er gebeurd is tijdens het Israëlische offensief, waaronder gruwelijke verhalen over Israëlische soldaten die families standrechtelijk hebben geëxecuteerd en in huizen graffiti hebben achtergelaten met racistische boodschappen.

Het onderzoeksteam van Amnesty International vindt steeds meer aanwijzingen van oorlogsmisdaden, misdaden tegen de menselijkheid en andere zware schendingen. Tijdens het conflict werden geen onafhankelijke waarnemers gestuurd om toe te zien op het respect voor mensenrechten en internationaal humanitair recht in de Gazastrook en het zuiden van Israël. Dat was nochtans bijzonder nodig gezien het roekeloze geweld van beide partijen. Maar ook na het staakt-het-vuren is nog steeds geen officieel onderzoeksteam gestuurd.

Na zijn bezoek aan Gaza riep Ban Ki-moon de VN-Veiligheidsraad op dringend een onafhankelijk onderzoek te laten instellen naar de aanvallen op VN scholen en andere VN gebouwen en naar de aanvallen waarbij burgers zijn gedood, en de verantwoordelijken voor het gerecht te brengen. De VN Mensenrechtenraad heeft de voorzitter van de Raad het mandaat gegeven om een onafhankelijke fact finding-missie te sturen, maar enkel om de Israëlische schendingen te onderzoeken. De Mensenrechtenraad heeft de Secretaris-Generaal ook verzocht om het bombardement van het VN hoofdkwartier in Gaza te laten onderzoeken en om verslag uit te brengen bij de Algemene Vergadering. Op 10 februari kondigde Ban Ki-Moon's aan dat hij een onderzoek zou laten instellen naar de aanvallen op de VN-gebouwen. Amnesty maakt van de gelegenheid gebruik om opnieuw aandacht te vragen voor een onderzoek naar alle oorlogsmisdaden. “Niet enkel de slachtoffers van de aanvallen op VN-scholen en gebouwen hebben het recht om te weten waarom en door wie hun rechten werden geschonden en om de verantwoordelijken bestraft te zien”, stelde Amnesty.

Amnesty is verontrust over de signalen die de Europese Unie en het Tsjechische voorzittersschap naar Israël zenden. Tot vandaag zwijgt het Tsjechisch EU-presidentschap in alle talen over het internationaal humanitair recht. De uitspraken van de Tsjechische minister van Buitenlandse Zaken over het internationaal humanitair recht bijvoorbeeld waren bijzonder verontrustend: “Ik heb nog nooit een oorlog gezien waarin het international humanitair recht ten volle gerespecteerd werd. We moeten goede relaties onderhouden met Israël, net zoals we dat moeten doen met de Arabische landen.” Het is ongezien dat een EU-voorzitterschap in letterlijke bewoordingen het international humanitair recht ondermijnt. Op 26 januari staken de Europese ministers van Buitenlandse Zaken de koppen bij elkaar om een standpunt te formuleren. De uitkomst was teleurstellend: “De Europese Unie betreurt ten zeerste het verlies aan mensenlevens in dit conflict, in het bijzonder de burgerslachtoffers. De Raad herinnert alle partijen bij het conflict om de mensenrechten te respecteren en hun verplichtingen onder het internationaal humanitair recht na te leven en zal de onderzoeken naar vermeende schendinge van nabij volgen. In dit verband merkt de Raad het statement van de VN Secretaris-Generaal Ban Ki-moon aan de Veiligheidsraad op 21 januari op. De Raad veroordeelt het bombarderen van VN-infrastructuur in Gaza.” De EU roept dus niet zelf op tot een onderzoek. Als ondertekenaars van de Vierde Conventie van Genève moeten de lidstaten nochtans het respect voor het internationaal humanitair recht verzekeren.

Amnesty International gelooft dat duurzame vrede en veiligheid niet zal gerealiseerd worden, tenzij er rekenschap wordt afgelegd voor misdaden onder internationaal recht. Daarom dringt Amnesty erop aan dat alle partijen aansprakelijk worden gesteld voor de schendingen die ze pleegden. Lidstaten als België en Ierland hebben die schendingen van het oorlogsrecht wel veroordeeld en drongen tevergeefs aan op een verklaring waarin een onafhankelijk onderzoek zou worden gevraagd.

DE BLOKKADE BLIJFT

Israël onderwerpt de Gazastrook al 19 maanden aan een quasi-volledige afsluiting en staat erg huiverachtig tegenover de permanente opening van de grensovergangen voor goederen en personen. Er bestaat een consensus binnen Europa dat een duurzaam staakt-het-vuren en het openstellen van alle grensovergangen naar Gaza de enige manier is om de dramatische situatie te verbeteren en een veilig bestaan voor burgers aan beide zijden te garanderen. De Europese Unie en de internationale gemeenschap in het algemeen tekenen echter geen stevig beleid uit om de afsluiting van de Gazastrook ongedaan te maken. Israël laat nu sporadisch goederen en brandstof binnensijpelen, maar enkel een duurzame opening van de grenzen kan de Gazastrook economisch doen heropleven. De 1,5 miljoen inwoners mogen niet langer gevangen blijven in een door Israël georganiseerde humanitaire crisis. Zoals de VN stellen is de heropbouw van Gaza, die miljarden zal kosten, en het lenigen van de basisnoden van de 1,5 miljoen inwoners echter onmogelijk als de grenzen niet open gaan. De heropbouw staat gelijk aan de heropbouw van een stad met de omvang van Barcelona.

Een bijzondere bekommernis zijn de meer dan 5.000 gewonden die dringend medische verzorging nodig hebben. Velen dreigen nog te sterven door de dramatische toestand in de ziekenhuizen in Gaza (zie ‘Quote van de maand’). Door de blokkade van brandstof moeten ziekenhuizen een beroep doen op back-up generatoren die onvoldoende stroom leveren om noodzakelijke ziekenhuis-apparatuur te laten functioneren. Het dodentol blijft daarom stijgen. De EU moet duidelijk maken aan Israël dat het ontoelaatbaar is de afsluiting aan te houden.

Zoals Commissaris Benita Ferrero Waldner bevestigde, is Israëls afsluiting een collectieve bestraffing van burgers en een schending van het internationaal humanitair recht. Tsjechië stelde een donorconferentie voor om de humanitaire situatie in Gaza aan te pakken. We mogen hopen dat de EU dan ook de druk op Israël zal opvoeren om de blokkade, de grootste oorzaak van de humanitaire crisis in Gaza, op te heffen. Daarvoor heeft de EU een hefboom: onmiddellijk de huidige gesprekken met Israël over een opwaardering van de relaties opschorten (De blokkade blijft gehandhaafd: zie nieuwsbericht bij ‘Mensenrechten in het nieuws’)

HOE ZAL EUROPA ZIJN RELATIES MET ISRAEL VERDER ZETTEN?

De Europese Unie zou een verkeerd signaal geven aan Israël indien ze het proces voortzet van de opwaardering van de bilaterale relaties, in het kader van het Associatieakkoord en het Europese Nabuurschapsbeleid. Daarom pleit Amnesty ervoor om de onderhandelingen stil te leggen tot de afsluiting van de Gazastrook is opgeheven en de doorgangen open zijn voor personen en goederen. Europa moet zijn politiek ten aanzien van Israël dringend bijsturen. De EU mag Israël niet langer te kennen geven dat respect voor het internationaal recht geen voorwaarde is in het partnerschap. Europa heeft wel degelijk invloed op Israël.

AMNESTY INTERNATIONAL MATERIAAL OVER DE GAZA CRISIS

Amnesty opinie

Algemene Gaza crisis webpagina’s

Amnesty International Persberichten en andere berichten

Video en audio

Amnesty International Rapporten

Amnesty International Open letters en Oral statements

Aan de VN-Veiligheidsraad:

Aan de VN-Mensenrechtenraad: www.amnesty.org/en/library/info/IOR41/004/2009/en
Aan de Europese Unie www.aieu.be/static/documents/2009/B843Gaza.pdf, http://www.aieu.be/static/html/pressrelease.asp?cfid=7&id=392&cat=4&l=1

Auteur: Landenteam Israël/Palestina

Lees ook

Meer nieuws