Afbeelding
AMNESTY IN GESPREK PROF. DR. INES KEYGNAERT OVER DE ZORGCENTRA NA SEKSUEEL GEWELD
Blog

AMNESTY IN GESPREK PROF. DR. INES KEYGNAERT OVER DE ZORGCENTRA NA SEKSUEEL GEWELD

20 mei 2021

Copyright: Wouter Van Vaerenbergh

Tijdens de Sofa Sessie van 4 mei 2021 hadden we het genoegen in gesprek te gaan met een van de grootste kenners van het vak: Prof. Dr. Ines Keygnaert (Ugent). Ze ontwikkelde, testte en evalueerde de eerste drie Belgische Zorgcentra na Seksueel Geweld in opdracht van de Belgische overheid. Hieronder lees je de uitgeschreven versie van het interview.

WAT ZIJN ZORGCENTRA NA SEKSUEEL GEWELD (ZSG)?

Keygnaert: Zorgcentra kwamen er omdat er erg lang geen degelijke opvang en zorg was voor slachtoffers. Er waren geen specifieke opleidingen voor zorgpersoneel en dus bleef de ondersteuning beperkt.

Daarnaast bekeek België seksueel geweld lang vanuit een voornamelijk forensisch standpunt: een slachtoffer moest eerst naar de politie om klacht in te dienen, waarna, -indien binnen 72 u na de feiten- het slachtoffer meestal naar een ziekenhuis verwezen werd om bewijsmateriaal te vergaren. We keken naar het lichaam van een slachtoffer als naar een plaats delict, oftewel de plaats waar de misdaad zich voordeed: we zochten in de eerste plaats naar sporen van de dader.



Als je een slachtoffer de juiste zorg wil bieden, geeft onder meer de Wereldgezondheidsorganisatie aan dat je hen holistische zorg moet bieden, dit betekent in de eerste plaats medische en psychologische zorg bieden, naast de mogelijkheid tot forensisch onderzoek, alsook toegang tot politie/justitie. Dit was vroeger niet het geval, slachtoffers moesten daar zelf hun weg in zoeken. Naar aanleiding van -onder meer- de Istanbul Conventie (Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld) zijn wij gaan pleiten voor een holistische aanpak, om mensen beter verder te helpen.

"Onze vraag kreeg gehoor en ik kreeg de opdracht om een model uit te denken en uit te werken. Dit werden de Zorgcentra na Seksueel Geweld waarvan we er nu drie zijn, maar tegen 2023 zou er een Zorgcentrum in elke provincie moeten zijn. Slachtoffers kunnen er 24/7 terecht."

STEL, IK KWAM IN AANRAKING MET SEKSUEEL GEWELD EN IK GA NAAR EEN ZSG. HOE VERLOOPT MIJN PROCEDURE?

Keygnaert: Het personeel van een ZSG is specifiek opgeleid om slachtoffers holistische zorg te bieden. Je wordt onthaald door een forensisch geneeskundige, die je alles uitlegt en je begeleidt doorheen het hele proces zowel die eerste dag met de eerste psychosociale hulp, de medische zorg, eventueel het forensisch onderzoek, maar ook met het hele case-management de weken nadien. Zo heb je altijd een vaste contactpersoon die jou kent en je opvolgt.



Maar de forensische verpleegkundige zal dus eerst met jou in gesprek gaan, je tot rust brengen en bekijken hoe lang geleden de feiten zich hebben voorgedaan om daarna gericht te kunnen aangeven welke zorgen geboden kunnen worden. Je krijgt ook uitleg over het forensisch onderzoek als je binnen de week na de feiten naar het Zorgcentrum kwam -wat aangeraden is- (probeer altijd zo snel als mogelijk na het geweld naar een Zorgcentrum te gaan). De forensische verpleegkundige zal uitleggen waarvoor het dient, wat ze kunnen doen en hoe, maar dan bepaal jij zelf wat je ziet zitten en wat niet. Afhankelijk van wat gebeurde, kunnen er ook heel wat testen afgenomen worden, vb SOA-testen en de nodige medicatie daarvoor. Stel dat het medisch aangewezen is, kan er een gynaecoloog of uroloog bijgehaald worden. Stel dat je helemaal in shock bent, wat geregeld voorkomt na een recente daad, en het niet lukt om tot rust te komen, kan er ook met een psychiater overlegd worden. Vaak is dit niet nodig. Na de eerste psychosociale zorg, de medische zorg en het forensisch onderzoek wordt ook uitleg gegeven over welke opvolging het Zorgcentrum biedt in de volgende weken.



Je krijgt bijvoorbeeld uitleg over wat normale gedachten en gevoelens kunnen zijn na seksueel geweld. Er wordt gekeken wie in je omgeving je eventueel kan ondersteunen. Daarna bellen de forensisch verpleegkundigen je regelmatig op om te zien hoe het met je gaat. Daarnaast is er in een ZSG altijd opvolging voorzien door een traumapsycholoog. Deze gaat in de eerste maand in kaart brengen hoe je het seksueel geweld kan verwerken en welke opvolging voor jou het meest geschikt is. Je kan tot maximaal 20 gratis sessies psychologische trauma-begeleiding krijgen. Je krijgt ook nog medische opvolging, onder meer voor preventie van HIV en andere SOA’s.



Je kan in een Zorgcentrum ook klacht neerleggen. Als je dat wenst, dan worden speciaal opgeleide zedeninspecteurs opgebeld om in het Zorgcentrum een verhoor af te nemen. Weet je nog niet of je klacht wil neerleggen of niet, worden de stalen tot een half jaar bewaard en kan er nadien nog klacht ingediend worden.



"Er is een aangepaste opvolging van elk individu. Dit kan zelfs tot jaren later, indien er plots een trauma naar boven komt."



EÉN VAN DE EISEN VAN DE AMNESTY-CAMPAGNE IS HET WAARBORGEN VAN EEN STERKE PREVENTIE EN MENSENRECHTENEDUCATIE OP GEBIED VAN SEKSUEEL GEWELD. DAARIN SPEELT HET ONTKRACHTEN VAN KWALIJKE STEREOTYPEN OVER GENDER EN MYTHES OVER SEKSUEEL GEWELD EEN GROTE ROL. MYTHES ROND SEKSUEEL GEWELD HEBBEN NAMELIJK VAAK EEN STERK AFGEBAKENDE OPVATTING VAN WIE WEL OF NIET SLACHTOFFER KAN ZIJN VAN SEKSUEEL GEWELD. NIETTEGENSTAANDE, KOMT SEKSUEEL GEWELD VOOR IN ALLE LAGEN VAN DE BEVOLKING EN IEDER VAN ONS KAN TREFFEN. UIT ONZE ENQUÊTE IN 2019 BLEEK BIJVOORBEELD DAT, NAAST 20% VAN DE VROUWEN, OOK 14% VAN DE MANNEN ZEGT AL EENS VERKRACHT TE ZIJN. VINDEN DEZE MANNEN, ONDANKS DEZE STERKE VERKRACHTINGSMYTHES, TOCH HUN WEG NAAR DE ZORGCENTRA?

Keygnaert: Van bij de start van de Zorgcentra in oktober 2019 identificeren ongeveer 9-10% personen zich als man, dus het merendeel van de slachtoffers die naar de Zorgcentra gaan zijn vrouw. Het percentage fluctueert, maar bijvoorbeeld transpersonen blijft op ongeveer 2% staan en deze gaan vooral naar het ZSG in Gent, omdat er daar een specifieke klinische dienst is voor transpersonen.

We weten uit verschillende onderzoeken dat er erg veel mannen slachtoffer zijn, maar er heerst nog steeds een groot taboe over. Victim blaming (de schuld leggen bij het slachtoffer i.p.v. de dader) komt nog vaker voor bij mannelijke slachtoffers dan bij vrouwen. De pijnlijke mythe is dat mannen enkel de dader kunnen zijn en niet het slachtoffer. Natuurlijk is dit onzin en kan iedereen slachtoffer worden van seksueel geweld, ongeacht gender, maatschappelijke status etc. De drempel is enorm hoog om als mannelijk slachtoffer je verhaal te delen en de zoektocht naar hulp is dus veel geringer. Vroeger werden medische of gynaecologische onderzoeken van slachtoffers in de afdeling materniteit gedaan, waardoor de barrière om als niet-vrouw hulp te zoeken nóg hoger lag. Gelukkig zijn we daarvan afgestapt. Elk slachtoffer kan in de Zorgcentra terecht.



Naast de focus op het genderaspect, lijkt het ons ook belangrijk oog te hebben voor sociale verschillen tussen slachtoffers. Iedereen kan het slachtoffer worden van seksueel geweld, maar sommige groepen zijn kwetsbaarder. Mensen zonder een veilig sociaal netwerk, mensen met een beperking of mensen zonder wettig verblijf bijvoorbeeld. Dat zijn bovendien vaak groepen die moeilijker te bereiken zijn.



HOE PROBEREN JULLIE DIE SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN TE BEREIKEN MET DE ZORGCENTRA EN DEZE MENSEN DE WEG TE WIJZEN NAAR DE ZORGCENTRA EN KUNNEN DEZE SOCIAAL KWETSBARE GROEPEN BETER BESCHERMD WORDEN TEGEN SEKSUEEL GEWELD?

Keygnaert: De communicatie gebeurt vanuit de overheid. Op dit moment hebben 7% van de slachtoffers in de Zorgcentra een beperking; 28% heeft een migratieachtergrond en 3% verkeert in België zonder wettig verblijf.

"De communicatie kan dus nog veel beter en we moeten duidelijk tonen dat de centra er voor iedereen zijn. Daarom zijn campagnes zoals die van Amnesty enorm belangrijk."



Voor mensen zonder wettig verblijf ligt het moeilijker, want als zij klacht willen neerleggen, voorziet de wetgeving in België nog altijd dat de politie die het verhoor afneemt de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) moet contacteren. Indien deze persoon al een bevel tot grondverlating kreeg, gebeurt het dat DVZ vraagt om de persoon aan te houden. Dit is natuurlijk niet in lijn wat zorg wil betekenen. Volgens de Europese richtlijn moet gelijk welk slachtoffer van een misdrijf bescherming krijgen en klacht kunnen neerleggen.

Er bestaat zoiets als een ‘firewall’ waarbij de inspecteurs niet expliciet vragen naar verblijfspapieren, zodat alle slachtoffers zichtzelf veilig kunnen aanbieden. Met een internationaal project proberen we ook andere procedures te ontwikkelen en uit te testen.



Als er medische complicaties zijn, kunnen mensen zonder wettelijk verblijf beroep doen op Dringende Medisch Hulp (DMH). We zien echter dat na de eerste aanmelding en zorg deze patiënten vaak niet terugkomen voor nazorg, wegens de schrik om aan een sociaal onderzoek te worden onderworpen (dat is noodzakelijk voor het verkrijgen van die Dringende Medische Hulp) en dan mogelijks het land uit gezet te worden. Ook sekswerkers en mensen uit de informele sector stappen op deze manier snel uit het zorgproces, vooraleer ze de opvolging verder kunnen zetten, uit vrees om gearresteerd te worden of beroepsactiviteiten stop te moeten zetten.

VLAAMS PARLEMENTSLID CELIA GROOTHEDDE PLEIT IN DE AANLOOP NAAR INTERNATIONALE VROUWENDAG VOOR EEN DEONTOLOGISCHE CODE IN DE MEDIA WANNEER HET GAAT OVER SEKSUEEL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG. WAARBIJ VRAGEN ALS “MAAR WAT DROEG U DIE AVOND, MEVROUW?” UIT DEN BOZE ZIJN. SLUIT U ZICH AAN BIJ DIT VOORSTEL?

Keygnaert: Dit is zeker nodig! We hebben een positieve ervaring met de deontologische code en boodschappen in de media rond het thema van zelfmoord. We moeten dit evenzeer invoeren voor seksueel geweld. Zo vaak horen we nog mythes en foute vragen in de pers, die slachtoffers her-traumatiseren of verhinderen om aangifte te doen uit schrik niet serieus genomen te worden.

NA JOUW JAREN ERVARING MET PATIËNTEN EN SLACHTOFFERHULP, WAT RAAD JIJ AAN ALS EERSTE HULPBRON OM HEEN TE GAAN NA SLACHTOFFER TE WORDEN VAN SEKSUEEL GEWELD?

Keygnaert: Als je het niet ziet zitten om meteen naar een Zorgcentrum te gaan: naar de persoon waar jij je het best bij voelt. Deze persoon wordt een vertrouwenspersoon en kan je steunen doorheen het proces, meenemen naar een Zorgcentrum of andere hulplijnen. Dit kan ook jouw huisarts of ziekenhuis zijn, die je op zijn beurt zal doorsturen naar de juiste opvang, bijvoorbeeld naar een ZSG.

We hebben een goede gids voor steunfiguren opgesteld en beschikbaar gezet op seksueelgeweld.be, om op vragen te antwoorden zoals ‘Hoe reageer je best?’ en ‘Wat kan je doen?’ Ook steunfiguren kunnen terecht in de ZSG met de vragen. Het is belangrijk om te weten hoe je zelf kan omgaan met de eigen verwerking of impact op jezelf als steunfiguur, want dit kan ook voor deze mensen psychologisch zwaar worden.



HOEVEEL MENSEN WERDEN INTUSSEN BEHANDELD IN DE ZSG SINDS DE START?

Keygnaert: In de drie ZSG samen ontvangen we zo’n 105 nieuwe slachtoffers per maand (geen terugkerende slachtoffers). Dit zijn hoofdzakelijk mensen die in nabije omgeving wonen. In Oost-Vlaanderen registreren we ongeveer 1000 nieuwe aanmeldingen per jaar. Dat cijfer zal allicht blijven stijgen, naarmate de Zorgcentra meer bekend worden. Uiteraard hopen we dat de cijfers van seksueel geweld dalen, maar het is hallucinant te zien hoe hoog ze nu nog altijd liggen.



We moeten maken dat dit thema niet van de agenda gaat. We hebben samen al heel wat verricht, maar we mogen zeker nu niet ophouden. Er is nog enorm veel te doen en we moeten maken dat elk slachtoffer de juiste zorgen krijgt.

HUlp bij seksueel geweld

Lees ook

Meer nieuws