Afbeelding
Meer kindsoldaten door internationale wapenhandel
Persbericht

Meer kindsoldaten door internationale wapenhandel

12 februari 2013

Kinderen kunnen als soldaten worden ingezet tijdens conflicten omdat de internationale wapenhandel slecht geregeld is. Een sterk en afdwingbaar Wapenhandelsverdrag kan het aantal kindsoldaten doen afnemen. Dit zegt Amnesty International op de internationale dag tegen het gebruik van kindsoldaten op 12 februari. In maart onderhandelt de VN opnieuw over dergelijk verdrag.

In bijna 20 landen moeten jongens en meisjes van nog geen 18 jaar meevechten aan de zijde van gewapende groeperingen of soms het regeringsleger. Velen van hen worden gedood, verminkt of slachtoffer van seksueel geweld. Deze kinderen worden gedwongen om zelf ook mensenrechten te schenden.

Een sterk Wapenhandelsverdrag kan daar volgens Amnesty verandering in brengen. Er bestaan momenteel geen globale regels voor internationale wapenhandel en daardoor komen dodelijke wapens in de verkeerde handen terecht.

Geen sterk Wapenhandelsverdrag zonder gouden regel

Overheden mogen simpelweg geen wapentransfers toestaan indien er een reëel risico bestaat dat deze wapens zullen gebruikt worden om geweld te plegen tegen kinderen. Wapens mogen niet terechtkomen in handen van overheden of gewapende groepen die oorlogsmisdaden of mensenrechtenschendingen plegen. Deze gouden regel moet centraal staan in het Wapenhandelsverdrag.

De huidige ontwerptekst is volgens Amnesty echter nog niet sterk genoeg om werkelijk een verschil te maken. De regels over mensenrechten en humanitair recht kunnen nog te gemakkelijk omzeild worden. De regel over geweld tegen kinderen bijvoorbeeld vereist enkel dat staten de noodzakelijke maatregelen “in overweging nemen”. Dat is te vrijblijvend.

Kindsoldaten in Mali

‘Amnesty’s recent onderzoek in Mali toont nog maar eens de verschrikkingen aan waarmee kindsoldaten in gewapende conflicten geconfronteerd worden’, zegt Brian Wood, wapenhandelexpert van Amnesty International.

Onderzoekers van Amnesty International spraken met verschillende getuigen die kinderen tussen 10 en 17 jaar bij de Islamitische gewapende groepen hebben gezien. ‘Een van de kinderen was zo klein dat zijn wapen soms op de grond sleepte’, zei een ooggetuige.

Amnesty interviewde in Mali ook twee kindsoldaten zelf. Eén van hen leek te lijden aan een geestesstoornis. Zijn 16-jarige vriend deed zijn verhaal:

‘Twee maanden geleden werd ik samen met 23 andere leerlingen verkocht aan de Islamisten. De rebellen sloegen ons [met een rubberen riem] tijdens de Koranlessen omdat ons Arabisch niet goed genoeg was. Ze leerden ons schieten, waarbij we naar het hart of de voeten moesten mikken. Voor het gevecht moesten we rijst gemengd met een wit poeder en een saus met een rood poeder eten. Daarna werden we gedrogeerd. Door de combinatie van de injecties en het voedsel volgde ik blindelings de bevelen van mijn meesters op. Ik zag de vijanden als honden die dood moesten.‘

Volgens de gegevens van Amnesty hebben ook milities gesteund door de Malinese overheid kindsoldaten gerekruteerd. Maar voorlopig zijn er geen aanwijzingen dat deze kinderen ook aan de frontlijn worden ingezet.

De afgelopen jaren documenteerde Amnesty International het gebruik van kindsoldaten in verschillende andere landen zoals Tsjaad, Ivoorkust, Sri Lanka en de Democratische Republiek Congo. Een sterk Wapenhandelsverdrag kan helpen vermijden dat wapens terechtkomen bij mensenrechtenschenders die kindsoldaten rekruteren. Daarom roept Amnesty de VN-leden op om in maart een robuust verdrag aan te nemen waarin de bescherming van mensenrechten centraal staat.

Lees het Engelstalige persbericht Global arms trade contributes to use of child soldiers

Lees ook

Meer nieuws