Afbeelding
AFP via Getty Images

WERELDWIJD STAAN MENSEN OP Voor klimaat, milieu en mensenrechten

Van de Keniaanse Elizabeth Wathuti en Zweedse Greta Thunberg, over moedige vrouwen uit het Ecuadoriaanse of Braziliaanse Amazonewoud en bezorgde vaders zoals Clovis in Madagaskar, tot jonge activisten zoals Anuna De Wever, Adelaïde Charlier en alle anderen die elke vrijdag de straat optrokken. Klimaat- en milieuactivisten roepen zowel staten als bedrijven ter verantwoording voor het schenden van hun rechten en dat wordt ze niet altijd gemakkelijk gemaakt.

KLIMAAT- EN MILIEU-ACTIVISTEN = MENSENRECHTENVERDEDIGERS

Mensenrechtenverdedigers zijn mensen die opstaan voor rechtvaardigheid en waardigheid voor iedereen. Het zijn moedige mensen zoals jij en ik die op een vreedzame manier opkomen voor mensenrechten. Ook klimaat- en milieuactivisten zijn mensenrechtenverdedigers. Ze bekommeren zich onder andere om het recht op leven, op gezondheid, huisvesting, land, water en sanitaire voorzieningen.

Het zijn vaak, maar niet altijd, leiders die opkomen voor de rechten van hun gemeenschappen. Ze willen hun huizen, de luchtkwaliteit, het water, het land en de bossen beschermen tegen vernieling of vervuiling. Veel mensenrechtenverdedigers komen uit lokale inheemse bevolkingsgroepen.

Afbeelding
Groepsfoto met veel mensen die enthousiast aan het protesteren zijn
Getty Images

WAAROM HET KLIMAAT OOK OVER MENSENRECHTEN GAAT

Meer weten

LOKALE ACTIES MET GLOBALE GEVOLGEN

Mensenrechtenverdedigers voeren campagne om hun eigen familie en geliefden te beschermen. Hun verhalen worden meestal geschetst in een lokale context , maar hun werk is voor ons allemaal van belang. Neem nu het Amazonewoud, de longen van onze planeet. Al honderden jaren wonen er inheemse gemeenschappen. Het zijn die gemeenschappen die het regenwoud al jaren proberen te beschermen tegen ontbossing.

MILIEUACTIVISTEN RISKEREN HUN LEVEN

De moedige activisten roepen zowel staten als bedrijven ter verantwoording voor het schenden van hun rechten. Hun werk is niet zonder risico: ze trotseren bedreigingen, vervolgingen en riskeren soms hun eigen veiligheid en vrijheid voor de rechten van anderen. Volgens de ngo Front Line Defenders werden in 2023 liefst 300 mensenrechtenverdedigers gedood. 31% daarvan waarin inheemse verdedigers. De meesten waren actief in Zuid-Amerika dat het dodelijkste continent blijft om mensenrechten te verdedigen.

WERELDWIJDE SOLIDARITEIT NODIG

Klimaat- en milieuactivisten lopen grote risico’s omdat machthebbers denken dat ze weg kunnen komen met laster, aanvallen, het criminaliseren en zelfs doden van lokale betogers. Zeker als de rest van de wereld er toch geen aandacht aan geeft of ze niet durft tegen te spreken. Laat dat nu net de reden zijn om wereldwijde solidariteit te tonen met milieu- en klimaatactivisten die veel op het spel zetten om anderen en onze planeet te beschermen.

Veelgestelde vragen

De effecten van klimaatverandering zijn nefaster voor bijvoorbeeld gemeenschappen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van de landbouw of voor mensen die over het algemeen al kwetsbaar zijn en gediscrimineerd worden. Er is nu al ongelijkheid tussen:

Ontwikkelde en ontwikkelingslanden

Volgens de voormalige speciale VN-rapporteur voor Extreme Armoede en Mensenrechten, Philip Alston, zullen miljoenen mensen moeten kiezen tussen verhongeren of migreren. Zelfs als de huidige klimaatdoelen gehaald worden, zullen volgens Alston tientallen miljoenen mensen in armoede belanden. Het treft vooral mensen in arme landen en gebieden. Daarom zullen meer mensen migreren om te voorkomen dat ze zullen verhongeren. De mensen die het minst bijdragen aan de klimaatverandering worden het hardst getroffen. ‘Terwijl de grootste vervuilers hun bbp (bruto binnenlands product) met 10 procent zagen groeien, nam deze met 25 procent af bij de landen die het minste uitstoten,’ zegt onderzoeker Marshall Burke van de Stanford University.

Ook mensen op laaggelegen, kleine eilanden zullen zwaar getroffen worden. Mensen op de Marshalleilanden ervaren regelmatig de gevolgen van overstromingen en stormen die hun huizen en middelen van bestaan ​​vernietigden.

Verschillende etnische groepen en klassen

De effecten van klimaatverandering en uitsoot van fossiele brandstoffen lopen ook langs lijnen van etniciteit en klasse. In Noord-Amerika zijn het bijvoorbeeld voornamelijk armere, niet-witte gemeenschappen die gedwongen worden om vervuilde lucht in te ademen, omdat hun woonwijken vaker naast energiecentrales en raffinaderijen liggen. De bewoners hebben vaker aandoeningen aan de luchtwegen en krijgen vaker kanker. Afro-Amerikanen sterven drie keer meer aan luchtvervuiling dan de gemiddelde Amerikaan.

Dalits vormen de allerlaagste groep in het Indiase kastensysteem. Hoewel dat verboden is, worden ze nog steeds gediscrimineerd. Tijdens de zware overstromingen als gevolg van hevige moessons in 2007, hadden zij het, evenals de achtergestelde Adivasis- en moslimminderheden, zwaarder te verduren dan anderen. Veel Dalits woonden in gammele huizen in overstromingsgevoelige gebieden buiten de hoofddorpen. Ze waren vaak de laatsten die noodhulp kregen, als ze dat al kregen, omdat hulpverleners zich niet realiseerden dat Dalits buiten de dorpen woonden, of omdat dominante groepen de distributie van hulpgoederen in beslag namen of voorrang kregen.

Gender

Vrouwen en meisjes worden onevenredig getroffen door klimaatverandering. In veel landen zijn zij verantwoordelijk voor de voedselproductie en voor huishoudelijke taken zoals water halen. Droogte en overstromingen maken deze taken alleen maar zwaarder, simpelweg omdat zij verder moeten lopen om aan drinkwater te komen. Ook is het voor vrouwen veel moeilijker om eigenaar te worden van een lapje grond of om een geldkrediet te krijgen. Dat bemoeilijkt hen om in hun levensonderhoud te voorzien. Natuurrampen treffen arme gemeenschappen vaak het ergst. Aangezien 70 procent van de mensen die onder de armoedegrens leeft vrouw is, worden zij het zwaarst getroffen.

Inheemse gemeenschappen

Inheemse volkeren behoren tot de gemeenschappen die het meest worden getroffen door klimaatverandering. Ze leven vaak in randgebieden met kwetsbare ecosystemen die bijzonder gevoelig zijn voor veranderingen aan de omgeving. Ze onderhouden een nauwe band met de natuur en zijn daar voor hun levensonderhoud van afhankelijk.

De klimaatverandering brengt ons allemaal schade toe, en zal dat blijven doen, zolang regeringen geen actie ondernemen. Toch is het waarschijnlijk dat de gevolgen bepaalde groepen zwaarder zullen treffen, zoals gemeenschappen die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van landbouw en van activiteiten in kustgebieden. Kwetsbare groepen zoals inheemse gemeenschappen, migranten, vrouwen, ouderen, kinderen en armen worden het zwaarst getroffen.

Als de opwarming van de aarde niet wordt tegengegaan kan volgens de Verenigde Naties ‘klimaatapartheid’ ontstaan. De rijken kunnen het zich veroorloven om te ontsnappen aan hitte en honger, terwijl de armsten er de dupe van zijn. Volgens Philip Alston, voormalig VN-Speciaal Rapporteur over extreme armoede en mensenrechten, zullen arme landen het merendeel van de kosten van de klimaatcrisis dragen, terwijl de armste helft van de wereldbevolking slechts verantwoordelijk is voor een fractie van de CO2-uitstoot.

Inheemse volken behoren tot de allerarmsten ter wereld. Voor hun bestaan zijn ze afhankelijk van hernieuwbare natuurlijke grondstoffen die meer schaars worden door klimaatschommelingen en extreme weersomstandigheden. Door overstromingen of extreme droogte kunnen hun oogsten mislukken. De voedselprijzen kunnen daardoor stijgen, waardoor de armoede zal toenemen. Bovendien leven inheemse volken vaak in geografische gebieden en ecosystemen die het meest worden blootgesteld aan de gevolgen van klimaatverandering, zoals in de Stille Oceaan. Daar worden ze bedreigd door de stijgende zeespiegel, door bodemerosie, door de toegenomen golfslag, door hevig stormweer en door aardverschuivingen die tot landverlies leiden. Hoog water en stormen zorgden al voor problemen op de Marshalleilanden, de Cookeilanden, Tuvalu en de laaggelegen eilanden van Papoea-Nieuw-Guinea. Ook zijn plantages en vee, die voor veel inheemse groepen belangrijke bestaansmiddelen zijn, nu kwetsbaarder voor ziekten en plagen die verband houden met overstromingen en andere klimaatschommelingen.

Toch liggen er ook kansen voor inheemse volken vanwege hun kennis van ecosystemen en natuurlijke hulpbronnen. Zo beveelt de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) klimaatslimme landbouw aan. Dat is een combinatie van traditionele en moderne technieken waarbij de kennis van inheemse volken van groot belang is.

Klimaatverandering treft arme mensen het hardst. Wereldwijd zijn de meeste mensen met een laag inkomen vrouwen. Zij hebben naast armoede ook te maken met discriminatie. Beide factoren zorgen voor een grotere kwetsbaarheid voor extreme gebeurtenissen zoals droogte en overstromingen. Vrouwen worden, zeker in arme landen, meer benadeeld door de opwarming van de aarde dan mannen. Zij zijn vaak verantwoordelijk voor het huishouden en de water- en voedselvoorziening en bewerken het land. Bij grote droogte moeten ze vaak veel verder lopen om water te halen. Hierdoor blijft minder tijd over voor het huishouden en moeten dochters bijspringen die daardoor onderwijs missen. Daarnaast zijn de vrouwen tijdens hun tocht naar de waterbron kwetsbaarder voor (seksueel) geweld.

Toen cycloon Idai in maart 2019 Mozambique, Malawi en Zimbabwe trof, leden vrouwen en meisjes onevenredig veel. Bijna 75.000 zwangere vrouwen liepen gevaar omdat ze geen toegang hadden tot schoon water, sanitaire voorzieningen of reproductieve gezondheidszorg. In de opvangkampen liepen vrouwen en meisjes een groter risico op misbruik dan mannen.

Zowel staten als bedrijven zijn verplicht om maatregelen te nemen om de opwarming van de aarde tegen te gaan. Staten mogen daarbij niet hun toevlucht nemen tot maatregelen die, direct of indirect, de mensenrechten schenden. Ze moeten ervoor zorgen dat de nodige energietransitie, waarbij de uitfasering van fossiele brandstoffen centraal staat, op een rechtvaardige manier gebeurt. Ze mogen bijvoorbeeld geen projecten voor hernieuwbare energie beginnen op gronden van inheemse volken, zonder dat die vooraf hun toestemming hebben gegeven. Met name bedrijven die fossiele brandstoffen produceren, moeten onmiddellijk maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen tot het minimum te beperken.

Staten

Staten zijn verplicht om de schadelijke effecten van klimaatverandering tegen te gaan. Ze moeten maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen snel te voorkomen of te verminderen. Terwijl rijke staten het voortouw moeten nemen, zowel intern als via internationale samenwerking, moeten alle landen alle redelijke maatregelen nemen om de uitstoot zoveel mogelijk te verminderen.

Staten moeten ook alle nodige stappen ondernemen om iedereen binnen hun rechtsgebied te helpen zich aan te passen aan de voorzienbare en onvermijdelijke effecten van klimaatverandering.

De huidige toezeggingen van overheden om de klimaatverandering te matigen, zijn nog volstrekt ontoereikend. Die toezeggingen zouden leiden tot een stijging van de gemiddelde mondiale temperaturen met 3 graden Celsius in 2100 ten opzichte van de temperatuur in het pre-industriële tijdperk.

In 1992 ondertekenden 165 landen het internationale Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (het United Nations Framework Convention on Climate Change of UNFCCC). Sindsdien vergaderen ze elk jaar over het ontwikkelen van methoden om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en klimaatverandering tegen te gaan. Het verdrag is inmiddels door 197 landen ondertekend. Dat zijn nagenoeg alle VN-lidstaten.

Bedrijven

Bedrijven hebben ook een verantwoordelijkheid om de mensenrechten te respecteren. Zij moeten maatregelen nemen om mensenrechtenschendingen die ze veroorzaken of waaraan ze bijdragen, te verhelpen – hetzij alleen, hetzij in samenwerking met andere betrokkenen.

Bedrijven, en met name bedrijven die gebruikmaken van fossiele brandstoffen, moeten ook onmiddellijk maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen te minimaliseren. Bedrijven die op fossiele brandstoffen draaien, dragen in belangrijke mate bij aan klimaatverandering. Onderzoek toont aan dat slechts honderd bedrijven die fossiele brandstoffen produceren, verantwoordelijk zijn voor 71 procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen sinds 1988.

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat grote bedrijven die gebruikmaken van fossiele brandstoffen al tientallen jaren op de hoogte zijn van de schadelijke effecten ervan.

Door de opwarming van de aarde verandert ons klimaat. Het zee-ijs en landijs bij de polen smelt sneller dan voorheen. Als gevolg hiervan stijgt de zeespiegel. De permafrost – de permanent bevroren bodem rond de Noordpool – ontdooit eveneens. Hierbij komen veel broeikasgassen vrij. Ook wordt het weer extremer. Het is zeer waarschijnlijk dat we vaker te maken krijgen met extreme neerslag. Hittegolven zullen ook vaker voorkomen en langer duren. Als gevolg daarvan groeien woestijnen, zoals de Gobi-woestijn in China en de Sahara in Afrika. Maar ook dichter bij huis is sprake van verwoestijning, zoals de bosbranden in Spanje, Italië en Frankrijk. En België kreeg onder meer in de zomer van 2021 en de winter van 2023 te maken met hevige regenval die leidde tot overstromingen.

De dringende noodzaak om klimaatverandering aan te pakken, werd nog duidelijker met de publicatie van een rapport in oktober 2018 door het toonaangevende Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC). Het IPCC waarschuwt dat de temperatuur niet hoger mag worden dan 1,5 graad Celcius boven het niveau van voor de industrialisatie. Nu zitten we op 1 graad Celsius temperatuurstijging.

Het IPCC stelt de volgende maatregelen voor:

  • Het verminderen van het aantal mensen dat zowel is blootgesteld aan klimaatgerelateerde risico’s als aan armoede met enkele honderden miljoenen vóór 2050.
  • Het beschermen van 10 miljoen mensen tegen de gevaren van de stijgende zeespiegel.
  • Het aandeel van de wereldbevolking dat wordt blootgesteld aan een tekort aan water terugbrengen tot 50 procent, of tot een op de 25 mensen op aarde.

Het belangrijkste is misschien wel dat het IPCC-rapport de wereld een duidelijke deadline gaf om een ramp te voorkomen: regeringen moeten maatregelen nemen om de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 te halveren ten opzichte van 2010. Zo kunnen ze voorkomen dat de temperatuur meer dan 1,5 graad Celcius stijgt. Nog beter zou het zijn om tegen die tijd een volledige uitfasering van CO2- en andere vervuilende uitstoot te realiseren.

Door broeikasgassen wordt de warmte van de zon langer vastgehouden. De aarde warmt op doordat er meer broeikasgassen in de atmosfeer terechtkomen. Daar is de mens verantwoordelijk voor. Sinds de industriële revolutie stoten we meer gassen uit omdat we meer fossiele brandstoffen zoals steenkool, olie en gas verbranden in de fabrieken of met autorijden. Daarbij komt CO2 vrij. We kweken steeds meer vee dat het broeikasgas methaan uitstoot. En het op grote schaal kappen van bossen zorgt eveneens voor meer broeikasgassen, omdat de gekapte bomen geen CO2 meer uit de atmosfeer kunnen halen.

Wetenschappers zijn het er vrijwel unaniem over eens dat de mens grotendeels verantwoordelijk is voor de opwarming van de aarde: 97 procent van de klimaatwetenschappers deelt die conclusie.

Het klimaat is in de loop der tijd wel vaker veranderd. De temperaturen schommelden daarbij flink. In de huidige periode vindt de opwarming echter sneller plaats dan ooit tevoren. De klimaatverandering bestaat niet alleen uit oplopende temperaturen, maar kenmerkt zich ook door extreme weersverschijnselen zoals grote droogte of hevige regenbuien, het stijgende zeeniveau en veranderingen in de natuurlijke leefomgeving. De gevolgen zijn duidelijk: langdurige droogte in Afrika ten zuiden van de Sahara, verwoestende tropische stormen die Zuidoost-Azië, het Caribisch gebied en landen in de Stille Oceaan teisteren, en hittegolven en bosbranden zoals die onder meer de Amazone en Australië troffen.

MAAK KENNIS MET ENKELE BESCHERMERS VAN ONZE PLANEET