Verontwaardiging over mensenrechtenschendingen en hoop op een wereld waarin alle mensen alle mensenrechten genieten, is wat ons drijft. Amnesty International voert actie voor een wereld waarin respect heerst voor de mensenrechten van àlle mensen, waar ook ter wereld.
Mensenrechten zijn fundamentele rechten en vrijheden voor alle mensen, ongeacht hun nationaliteit, geslacht, nationale of etnische afkomst, ras, religie, taal of andere status. Mensenrechten omvatten burgerlijke en politieke rechten, zoals het recht op leven, vrijheid en de vrijheid van meningsuiting.
Daarnaast zijn er ook de sociale, culturele en economische rechten, waaronder het recht op deelname in de cultuur, het recht op voedsel, het recht op werken en op onderwijs.
Amnesty streeft naar een rechtvaardige wereld waarin iedereen gelijke rechten heeft en in vrijheid kan leven.
Amnesty International is onpartijdig en onafhankelijk. We zijn niet gebonden aan enige regering, politieke partij, ideologie, economisch belang of religie.
We worden gefinancierd door leden en mensen zoals u. Daardoor kunnen we onpartijdig te werk gaan. Bij het werven van fondsen leeft Amnesty richtlijnen na om haar onafhankelijkheid van eender welke groepering te verzekeren.
Amnesty onderneemt pas actie na grondig en gedegen onderzoek.
Medewerkers in het hoofdkantoor in Londen en in de regionale kantoren verzamelen en analyseren informatie over schendingen van mensenrechten uit de hele wereld. Onderzoeksteams worden uitgestuurd om de mensenrechtensituatie ter plekke te onderzoeken. De onderzoekers praten met slachtoffers, advocaten, lokale mensenrechtenactivisten, overheden en andere getuigen. Geen enkele regering, instelling of groepering kan zich aan ons onderzoek onttrekken.
Amnesty International Vlaanderen is een beweging die zich inzet voor een samenleving waarin de mensenrechten van iedereen nageleefd worden.
Het is onze missie om te bouwen aan een brede, moedige en impactvolle beweging, waarin een veelheid aan stemmen weerklinkt.
Amnesty is ervan overtuigd dat inclusie en diversiteit mensen en hun werk verrijkt. Daarom streven we ernaar dat iedereen binnen onze organisatie en de brede mensenrechtenbeweging zich gezien, gehoord, gewaardeerd en betrokken voelt.
Amnesty gelooft dat alle mensen gelijkwaardig zijn, maar ook dat niet iedereen gelijke kansen krijgt. We maken dan ook werk van een veilige en toegankelijke omgeving voor alle mensen én op alle vlakken – van fysieke bereikbaarheid tot heldere communicatie. Dat doen we door barrières weg te werken die gelijke kansen in de weg staan en door (pro)actief in te spelen op ieders noden.
In het begin was er Peter Benenson, een Britse advocaat. In 1961 schrijft hij een vlammend artikel waarin hij zijn verontwaardiging uitschreeuwt over de veroordeling van twee studenten in Portugal. Ze hadden een toost uitgebracht op de vrijheid en kregen daarvoor zeven jaar gevangenisstraf. Het stuk verschijnt op 28 mei 1961 in ‘The Observer’.
Benenson roept mensen overal ter wereld op om vreedzaam te protesteren tegen de opsluiting van gewetensgevangenen, door massaal brieven te schrijven naar regeringen die mensenrechten met de voeten treden. Kranten overal ter wereld nemen zijn “Appeal for Amnesty” over.
Binnen de maand hadden meer dan duizend lezers brieven gestuurd. Velen boden hun hulp aan en bezorgden Benenson gegevens over andere gewetensgevangenen. Het zou de drijvende kracht achter Amnesty International worden: acties van gewone mensen overal ter wereld.
Zes maanden na de publicatie van zijn artikel kondigde Benenson zijn volgende stap aan. Amnesty International was geboren.
Van afdelingen in een handvol landen is Amnesty uitgegroeid tot een beweging van 10 miljoen leden, die actief is in meer dan 150 landen. Mensenrechten zijn opgerukt van de marge naar het centrum van het internationale toneel.
Amnesty heeft haar werkterrein ook fors uitgebreid, om het volledige spectrum van mensenrechten te bestrijken. In de beginjaren richtten we ons vooral op gewetensgevangenen, politieke gevangenen, marteling, verdwijningen en politieke moorden.
Vanaf de jaren negentig van de vorige eeuw ging meer aandacht naar mensenrechtenschendingen in de privésfeer, zoals huiselijk geweld. Ook sociale, economische en culturele rechten (zoals recht op arbeid, sociale zekerheid, een aanvaardbare levensstandaard, huisvesting, gezondheid, onderwijs) en seksuele en reproductieve rechten kwamen sindsdien meer aan bod.