Afbeelding
Focus november 2008: straffeloosheid binnen Palestijnse samenleving duurt voort

Focus november 2008: straffeloosheid binnen Palestijnse samenleving duurt voort

03 december 2008

"Zonder de context van de Israëlische militaire bezetting uit het oog te verliezen, is Amnesty van mening dat zowel de de facto administratie van Hamas in de Gazastrook als de Palestijnse Autoriteit dringend werk moeten maken van een herstel van de rechtsstaat in Palestina.

Het zijn voornamelijk de jarenlange straffeloosheid en ongecontroleerde verspreiding van wapens die mede verantwoordelijk zijn voor de escalatie van de wetteloosheid die de laatste jaren heerst in zowel de Gazastrook als de Westelijke Jordaanoever."

Een jaar geleden publiceerde Amnesty International het rapport 'Torn Apart by Factional Strife', waarin bovenstaande dringende aanbeveling werd gedaan. De roekeloze gevechten tussen Palestijnse veiligheidstroepen en gewapende groeperingen van Fatah en Hamas zijn misschien verleden tijd, maar de andere mensenrechtenschendingen gerapporteerd in dat rapport zijn nog steeds schering en inslag, en zijn de laatste maanden zelfs toegenomen.

Een verscheurde samenleving in 2007

In 2007 escaleerde de interne strijd tussen Hamas en Fatah. Militanten van beide partijen gebruikten willekeurig en zonder onderscheid vuurwapens in woongebieden. Vele onschuldige omstaanders werden daarbij gedood. De situatie verergerde in juni 2007 na de gewelddadige machtsovername door Hamas in de Gazastrook. Op het moment van de publicatie van het Torn Apart-rapport in oktober 2007 stond de teller op 350 doden en minstens 2000 gewonden. Beide partijen maakten zich ook schuldig aan gruwelijkheden zoals foltering en verminking. De Palestijnse president Mahmoud Abbas van de Fatah-partij besliste om de werkzaamheden van de veiligheidstroepen en de juridische instellingen van de Palestijnse Autoriteit in de Gazastrook op te schorten, waardoor een juridisch en institutioneel vacuüm ontstond dat werd opgevuld door Hamas-instellingen.

Hamas hield meer dan 1000 Fatah-aanhangers in Gaza vast als politieke gevangenen in minstens 23 niet-erkende detentiecentra. De gevolgen op de Westelijke Jordaanoever bleven niet uit: in vergeldings-aanvallen van Fatah tegen Hamas-aanhangers werden wettelijke regels en procedures voor arrestaties en detentie met voeten getreden. Ongeveer 1000 Hamas-aanhangers werden willekeurig aangehouden. Fatah-militanten maakten zich schuldig aan ontvoeringen en intimidatie.

Een verscheurde samenleving in 2008

Een jaar later is er weinig veranderd. Eind juli en begin augustus hield de Hamas de facto-administratie nog steeds 200 Fatah-activisten en leden van gewapende groeperingen vast in Gaza. Ze worden 'incommunicado' vastgehouden, zonder toegang tot rechten. Arrestaties worden uitgevoerd door de Izz-al-Din al-Qassam Brigades, die geen bevoegdheid hebben om mensen op te pakken en vast te houden. Volgens het Palestijnse recht hebben gevangenen het recht hun detentie binnen de 72 uur te laten herzien door een rechter. Daarnaast hebben gevangenen recht op juridische bijstand en een medisch onderzoek voor en na ondervragingen. Deze rechtsregels werden compleet genegeerd. De Palestinian Independent Commission for Human Rights krijgt geen toelating meer om gevangenen in Gaza te bezoeken. Vrijgelaten gevangenen spreken over foltermethodes, anderen zijn in de benen geschoten en dan op straat achtergelaten. De meesten willen, uit angst, echter niks kwijt over hun detentie.

In diezelfde periode speelt zich een vergelijkbaar scenario af op de Westelijke Jordaanoever. Daar arresteerde Palestijnse Autoriteit 95 Hamas-aanhangers en werd foltering vastgesteld. Amnesty heeft weet van de dood van de 43-jarige Majd al-Barghouthi die stierf op 22 februari 2008 in een detentiecentrum in Ramallah, na te zijn geslagen terwijl hij geketend aan het raam van zijn cel lag.

In een oproep gericht aan beide partijen in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever eist Amnesty arbitraire detenties en arrestaties te stoppen en foltering en mishandeling van gevangenen tegen te gaan. Beide partijen hebben ook journalisten opgepakt en televisiestations en kranten van de andere partij gesloten. Zowel de Palestijnse president Abbas als Haniya, de Hamas-leider van de de facto regering in de Gazastrook falen in het toezien op het respecteren van mensenrechten. Daardoor zijn foltering, mishandeling, arbitraire detenties en maatregelen tegen vrijheid van meningsuiting schering en inslag geworden.

Klimaat van straffeloosheid

Tot vandaag hebben noch de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever, noch Hamas in de Gazastrook voldoende maatregelen genomen om de straffeloosheid van hun eigen veiligheidstroepen en milities tegen te gaan. Daardoor blijft een klimaat van straffeloosheid heersen, met wraakacties, aanvallen en arrestaties van tegenstanders door zowel Fatah als Hamas. De laatste maanden zag de Palestijnse samenleving nieuwe pieken van mensenrechtenschendingen in Gaza en de Westelijke Jordaanoever. Volgens de Palestinian Independent Commission for Human Rights steeg in de maand september 2008 het aantal moorden en arbitraire detenties aanzienlijk in de Palestijnse gebieden. Vooral in de Gazastrook vielen er veel doden bij familiedisputen en bij gebruik van buitensporig geweld. Ook waren er verschillende gewelddadige aanvallen op publieke figuren. Het rapport wijst ook op een toenemende inperking van de vrijheid van meningsuiting.

Het Palestinian Center for Human Rights meldt dan weer een heel recente nieuwe golf van politiek gemotiveerde arrestaties. In Hebron, een stad in de Westelijke Jordaanoever, werden afgelopen oktober veel studenten en leden van islamitische organisaties, zogenaamde Hamas-aanhangers, opgepakt. Eerder dit jaar sprak de International Crisis Group over foltering, misbruik en willekeurige detentie. De gevolgen op lange termijn zijn niet te overzien: een cultuur van straffeloosheid en een cyclus van wraak en radicalisering bij de jonge generatie militanten. Een recent rapport van de Palestijnse mensenrechtenorganisatie Al-Haq "Torturing Each Other: The Widespread Practices of Arbitrary Detention and Torture in the Palestinian Territory" spreekt van een enorme fysieke en psychologische impact op honderden Palestijnse burgers en de hele gemeenschap. In de gespleten Palestijnse politieke context zou foltering bovendien een vorm van wraak zijn geworden tegen politieke vijanden. Zeker drie mensen zouden volgens Al Haq overleden zijn aan de gevolgen van foltering. Al Haq benadrukt dat deze praktijken niet enkel in strijd zijn met fundamentele basisrechten zoals vastgelegd in het internationaal recht, maar dat deze politieke context ervoor zorgt dat straffeloosheid de hele Palestijnse samenleving doordringt. Ook het Palestijnse recht wordt immers straffeloos met de voeten getreden.

Doodstraf

De statuten van de Palestijnse Autoriteit staan de doodstraf toe. Palestijnse rechters hebben terdoodveroordelingen uitgesproken en de straf werd meermaals uitgevoerd, door middel van ophanging of vuurpeloton. Het Palestijnse Strafwetboek van toepassing in de Westelijke Jordaanoever laat het opleggen van de doodstraf toe voor zeventien overtredingen. In de Gazastrook zijn dat er vijftien. Het strafrecht wordt uitgevoerd door gewone rechtbanken. De Palestijnse Autoriteit legt de doodstraf echter ook op op grond van het Revolutionaire Strafwetboek van de PLO van 1979. Dit wetboek laat de doodstraf toe als straf voor tweeënveertig overtredingen en wordt uitgesproken door militaire rechtbanken en 'state security courts'. Het zijn deze rechtbanken die de meeste doodstraffen opleggen.

Tha'er Mahmoud Rmailat is op 6 april 2008 ter dood veroordeeld wegens moord op een officier van de Nationale Veiligheidstroepen. Op 28 april 2008 heeft een Palestijnse rechtbank het doodvonnis uitgesproken over een 25-jarige man wegens collaboratie met de Israëlische veiligheidsdiensten. Als de executie door een vuurpeloton zou worden uitgevoerd, zou dat de eerste keer in 7 jaar zijn dat een collaborateur wordt geëxecuteerd. Dit jaar werden ook 4 mannen veroordeeld tot de doodstraf door ophanging. Sinds de oprichting van de Palestijnse Autoriteiten, in 1994, zijn al 63 Palestijnen ter dood veroordeeld, waarvan 13 effectief uitgevoerd. De laatste effectieve executie dateert van 2005. De doodstraf in het Palestijnse rechtssysteem schendt het internationaal recht op verschillende manieren: het aantal misdrijven waarvoor de doodstraf kan worden opgelegd is zeer breed en onverenigbaar met de eis dat de lijst wordt beperkt tot de meest zware misdaden; de processen voor de militaire rechtbanken beantwoorden niet aan de minimumregels van een eerlijk proces. Verdachten hebben geen enkele zinvolle kans om zichzelf te verdedigen en er is geen beroep mogelijk tegen een uitspraak van een militaire rechtbank, enkel de Palestijnse president kan de straf veranderen. Amnesty International strijdt voor de onvoorwaardelijke afschaffing van de doodstraf wereldwijd. Amnesty neemt in de jaarlijkse rapporten over het respect voor de mensenrechten wereldwijd telkens ook het Palestijnse beleid over de doodstraf onder de loep.

Palestijnse aanvallen op Israëlische burgers

In het Amnesty jaarrapport over de bezette Palestijnse Gebieden staat dat Palestijnse gewapende groeperingen 13 Israëli's doodden, waarvan 7 burgers. De voornaamste oorzaak ligt in het afvuren van de door de Palestijnse groeperingen zelfgemaakte raketten vanuit de Gazastrook naar Sderot en omgeving Hoewel het dodental het laagste is sinds 2000 blijft het natuurlijk gaan om zelfgemaakte raketten die uiterst gevaarlijk zijn voor burgers omdat de projectielen niet gericht kunnen worden op specifieke doelwitten. Het gebruik van raketten die geen onderscheid maken tussen burgers en militaire doelwitten is een schending van het oorlogsrecht.

Toen op 27 februari 2008 opnieuw een Israëlische burgerdode viel door een Palestijnse raket, stelde Amnesty International: “Het is hoog tijd dat de leiders van Hamas en de Palestijnse Autoriteit effectieve stappen ondernemen om aanvallen op Israëlische burgers te voorkomen en te bestraffen.” Eerder al, in 2006 veroordeelde Amnesty de acties van Hamas tegen burgers krachtig als ‘misdaden tegen de menselijkheid – één van de meest ernstige misdaden onder international recht’. Hamas moet erkennen dat zij net zoals iedereen gebonden zijn aan het internationaal recht. Al van bij de aanvang van 2008, in januari, waren ongeveer alle bekende gewapende groeperingen duchtig in de weer met het afschieten van zelfgemaakte projectielen, Qassam-raketten en mortieren. Op 6 februari raakten 2 kinderen gewond bij een aanval van Qassam-raketten in een kibboets, een paar dagen later raakten 2 broers gewond. Op 1 april vielen 2 Israëlische gewonden bij een mortieraanval. Op 9 april vielen 2 Israëlische burgerslachtoffers bij een Palestijnse aanval op een gasstation. Een 70-jarige vrouw stierf bij een raketinslag op haar huis op 12 mei. Kort daarvoor, op 9 mei, vielen ook al 1 dode en 3 gewonden bij een mortieraanval op een kibboets. Op 10 mei raakten 5 Israëlische burgers gewond bij een raketaanval uit Gaza. Op 14 mei kwam een raket op een winkelcentrum in Ashkelon terecht, hier vielen 14 gewonden, waarvan een vrouw en 2 kinderen ernstig. Wat 2008 betreft, zijn tot nu toe 4 Israëlische burgers gedood door Palestijnse raket- en mortieraanvallen. Sinds 2000 zijn bij dergelijke aanvallen al 16 Israëlische doden gevallen. Naast de raketaanvallen was er natuurlijk ook nog de aanslag op een religieuze joodse school in Jeruzalem waarbij een Palestijnse schutter 8 Israëli's (waaronder 4 kinderen) doodde.

Auteur: Landenteam Israël/Palestina

Lees ook

Meer nieuws