Afbeelding
Libanon: Parlement moet wetten over belediging en smaad aanpassen
Actueel

Libanon: Parlement moet wetten over belediging en smaad aanpassen

09 augustus 2023

De Libanese autoriteiten moeten onmiddellijk stoppen met het vervolgen van journalisten, mensenrechtenactivisten en anderen die kritiek hebben op ambtenaren. Dit stelt Amnesty International in een oproep aan het Libanese parlement om alle wetten af te schaffen die belediging en smaad strafbaar stellen.

Die oproep komt op het moment van een golf van vervolgingen van mensen die kritiek hebben op politieke, veiligheids-, gerechtelijke en religieuze figuren. Tegen duizenden loopt sinds 2015 een strafrechtelijk onderzoek. Recent veroordeelde een rechtbank in juli 2023 journalist Dima Sadek tot 1 jaar gevangenisstraf en legde haar een boete op van ruim 1.000 euro wegens smaad en opruiing nadat ze op Twitter kritiek uitte op leden van een politieke partij.

‘Aanfluiting’

‘De zaak van Dima Sadek is een aanfluiting en laat zien hoe achterhaalde strafwetten worden ingezet om mensen met een afwijkende mening te straffen of het zwijgen op te leggen’, zegt Aya Majzoub van Amnesty International. ‘Haar gevangenisstraf stuurt een huiveringwekkende boodschap naar minder vooraanstaande journalisten en zal mensen ervan weerhouden zich uit te spreken tegen mensen die de macht in handen hebben, of het nu gaat om overheidsambtenaren, leiders van politieke partijen of religieuze figuren, zeker nu straffeloosheid hoogtij viert.’

Machthebbers beschermen tegen kritiek

De Libanese wetten tegen belediging en laster zijn bedoeld om de machthebbers te beschermen tegen elke vorm van kritiek. Nu het land een economische crisis doormaakt, moeten Libanese burgers vrijelijk kunnen bespreken wat ze van hun leiders verwachten. Hoge functionarissen richten echter hun pijlen op journalisten, mensenrechtenverdedigers en anderen die vreedzaam hun mening uiten en beschuldigingen van corruptie aan de kaak stellen. In de nasleep van de protesten van oktober 2019 documenteerde Amnesty International, samen met veel andere organisaties, een toename van het aantal onderzoeken en vervolgingen in verband met de vrijheid van meningsuiting. Tussen 17 oktober 2019 en 24 juni 2020 legde Amnesty International de zaken vast van 75 mensen die werden gedagvaard vanwege laster en belediging, onder wie twintig journalisten.

Nu de publieke onvrede toeneemt over de manier waarop de autoriteiten omgaan met de vele crises, constateert Amnesty International dat hoge functionarissen opnieuw steeds vaker critici het zwijgen opleggen met onderdrukkende strafrechtelijke bepalingen die niet in overeenstemming zijn met het internationaal recht. Amnesty sprak met tien mensen die dit jaar zijn opgeroepen voor verhoor of die op dit moment terechtstaan wegens smaad en beledigingen omdat ze vreedzaam kritiek uitten. Negen van de klachten werden ingediend door hoge ambtenaren.

Dagvaardingen en intimidatie

Van de tien zaken die Amnesty International documenteerde, waren er drie van mensen die voor ondervraging waren opgeroepen vanwege belediging en/of laster. Die beschuldigingen kwamen nadat ze vermeend wangedrag door prominente functionarissen en politieke partijen aan het licht brachten.

In maart onderschepte een Libanese inlichtingendienst de auto van Jean Kassir, een journalist en mede-oprichter van Megaphone, een onafhankelijk mediakanaal. Hij moest zich melden voor ondervraging zonder dat hij op de hoogte was gesteld van de reden voor de dagvaarding. Kassir hoorde later dat de dagvaarding was gebaseerd op een klacht over laster die was ingediend door de hoogste openbare aanklager van Libanon. Die werd genoemd als een van de ‘voortvluchtigen van justitie’ in een bericht op Megaphone in de zaak van de explosie in de haven van Beiroet. De aanklager werd aangeklaagd in de explosiezaak. Solidariteitsacties voor Kassir waren voor de aanklager aanleiding om de aanklacht in te trekken.

Kassir vertelde Amnesty International: ‘Ik denk niet dat dit voorbij is. Ik geloof dat zij [overheidsambtenaren] elk moment een nieuwe klacht of dagvaarding tegen ons kunnen uitbrengen omdat onze publicaties hen van streek hebben gemaakt… We zijn in een land waar er geen garanties zijn voor vrijheid van meningsuiting en persvrijheid… We lezen [de dagvaarding] als een poging tot intimidatie en een politieke boodschap tegen ons.’

Meer aanklachten

Het Bureau voor Cybercriminaliteit van de Interne Veiligheidstroepen (ISF) riep in maart Lara Bitar op voor ondervraging. Tegen de hoofdredacteur van de website Public Source, een onderzoeksjournalist, was door een prominente Libanese politieke partij een aanklacht ingediend wegens smaad. Dit gebeurde naar aanleiding van een 8 maanden eerder gepubliceerd artikel waarin de partij werd beschuldigd van vermeende milieumisdrijven tijdens en na de Libanese burgeroorlog (1975-1990). In juli dagvaardde het Bureau voor Cybercriminaliteit Gina al-Chammas, de president van de non-profitorganisatie Lebanon Certified Anti-Corruption Managers, voor ondervraging na een aanklacht wegens smaad die tegen haar was ingediend door een voormalige minister. Aanleiding waren verklaringen die ze had afgelegd over zijn vermeende corrupte activiteiten.

Wetten misbruikt

Amnesty International ontdekte dat de ambtenaren die beschuldigingen van belediging en smaad indienden, de wetten gebruikten als vergeldingsmiddel en om mensen te intimideren. In alle gevallen worden de uitingen van individuen beschermd door de internationale mensenrechtenwetgeving, en het wordt ook noodzakelijk geacht voor transparantie en verantwoording in een samenleving die gebaseerd is op de rechtsstaat.

Bovendien hebben de veiligheidsdiensten die mensen opriepen en ondervroegen op beschuldiging van ‘belediging’ of ‘smaad’, niet de standaardprocedures gevolgd die het recht op een eerlijk proces beschermen. Ook maakten ze zich schuldig aan intimiderend gedrag, zoals het dreigen met detentie of het onder druk zetten van mensen om toezeggingen te ondertekenen. Daarin moesten ze verklaren dat ze zouden stoppen met het bekritiseren van de klager of dat zij vermeende lasterlijke berichten zouden verwijderen.

Repressieve bepalingen onverenigbaar met internationaal recht

Op de bepalingen over belediging en laster die in Libanon voorkomen in het wetboek van strafrecht, de publicatiewet en het militaire wetboek van Justitie, kunnen gevangenisstraffen tot 3 jaar worden opgelegd. Het gaat onder meer om bepalingen die het ‘beledigen’ van overheidsfunctionarissen of -instellingen strafbaar stellen. Het gaat om een vage en subjectieve bepaling die niet wordt erkend als een misdrijf onder internationaal recht. Amnesty International roept op tot intrekking van deze bepalingen.

Verder voldoen de Libanese lasterbepalingen niet aan de internationale mensenrechtennormen en beperken ze onnodig het recht op vrijheid van meningsuiting. Volgens de internationale mensenrechtenwetgeving zijn strafrechtelijke sancties vanwege reputatieschade altijd onevenredige straffen en moeten ze worden afgeschaft. Wetten over burgerlijke smaad en opruiing door criminelen zijn voldoende om de reputatie van mensen te beschermen en de openbare orde te handhaven, en ze kunnen zo worden opgesteld en uitgevoerd dat ze de vrijheid van meningsuiting op een passende manier beschermen.

‘Amnesty International roept de Libanese autoriteiten op om artikelen in het wetboek van strafrecht, de publicatiewet en het militair wetboek van Justitie af te schaffen die beledigingen strafbaar stellen en om de artikelen over laster te vervangen door nieuwe civiele bepalingen. Dergelijke hervormingen zouden een evenwicht bieden tussen de bescherming van de reputatie van mensen tegen onnodige schade en tegelijkertijd de bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting’, zegt Aya Majzoub.

Lees ook

Meer nieuws