MENSENRECHTEN VAN OUDEREN GESCHONDEN TIJDENS COVID-19-PANDEMIE

Bij de start van de crisis wisten de Belgische autoriteiten al heel erg goed dat bewoners van woonzorgcentra (wzc) extra kwetsbaar zijn voor het Covid-virus. Net zoals in de ziekenhuizen, was een snel en doeltreffend optreden levensnoodzakelijk. Daar kwam echter niets van in huis. Wel integendeel.

Wzc's werden overladen met extra taken en een verminderde zorgcapaciteit. Zorg die in normale tijden in het ziekenhuis plaatsvindt, moest nu gedaan worden binnen het woonzorgcentrum, maar dan zonder hetzelfde niveau van personeelsbezetting en expertise. Volgens Iris De Mol, stafmedewerker ouderenbeleid bij VVSG, merkten veel medewerkers het schrille contrast tussen de manier waarop ziekenhuizen de crisis konden aanpakken en de situatie in woonzorgcentra: “Voor velen was het pijnlijk om te zien met welk materiaal ze zich moesten beredderen, terwijl personeel in het ziekenhuis helemaal ingepakt bij mensen met Covid-19 op de kamer gingen. FFP2-maskers waren er niet, ze brachten zichzelf in gevaar om bewoners toch de zorg te kunnen bieden die nodig was.”

Hebben jullie zuurstof? Dan nemen we de bewoners niet mee. Geef hem/haar meer morfine.

- Ambulanciers

Terwijl bijna alle Covid-doden in ziekenhuizen stierven, zijn de meeste bewoners van de woonzorgcentra die bezweken aan Covid-19, gestorven in het woonzorgcentrum zelf. Sommige directieleden getuigden aan Artsen zonder Grenzen dat ambulanciers bij aankomst voor de deur vroegen: “Hebben jullie zuurstof? Dan nemen we de bewoners niet mee. Geef hem/haar meer morfine.” Volgens de hulporganisatie kregen paramedici zelfs de opdracht om geen patiënten boven een bepaalde leeftijd, vaak 75 maar soms ook 65 over te nemen.

Ondanks al deze schrijnende toestanden, werd er pas actie ondernomen door de regering toen de tragedie publiek aan de kaak gesteld werd en het ergste van de eerste fase van de pandemie al voorbij was. Zo werd regelmatig testen, een cruciale beschermingsmaatregel tegen de overdracht van Covid-19, pas ingevoerd in augustus 2020, met een maximum van één test per maand voor het personeel – niet voor bewoners.

Mijn collega is ziek en ik sta hier alleen voor 20 mensen.

Verzorgster

VERWAARLOZING VAN BEWONERS

De woonzorgcentra in België zijn structureel en historisch onderbemand. Door de Covid-19-crisis kwam daar nog eens een pak extra werk en stress bovenop voor de overbevraagde zorgwerkers. Het grote personeelstekort en het beperkte toezicht van buitenaf leidden in sommige gevallen tot verwaarlozing. Sommige bewoners kregen niet alle nodige zorg en bleven dagenlang in hun pyjama, zonder hulp bij het aankleden, wassen of andere persoonlijk hygiëne. In extreme gevallen, werden sommige bewoners zelfs onvoldoende gevoed of gehydrateerd.

Amnesty International kreeg informatie over twee bijzonder verontrustende gevallen waarin verwaarlozing mogelijk tot het overlijden van de bewoner heeft geleid. Zo vertelde een man hoe zijn schoonmoeder van 83 stierf in een woonzorgcentrum: “Ik belde het verzorgingshuis drie keer per dag. Alles wat ze zeiden was positief: ze is in haar kamer, ze heeft goed gegeten, ze is kalm. Allemaal goed nieuws.” Toen er weer bezoeken werden toegestaan, ging hij naar zijn schoonmoeder: “Ik kom die kamer in en daar ligt mijn schoonmoeder halfdood, uitgemergeld. Toen ik haar wou laten drinken en haar rechtop zette, zag ik dat haar ruggengraat twee centimeter uitstak… Ik riep meteen een dokter, hij stelde vast dat ze helemaal uitgedroogd was en haar zoutgehalte erg hoog was. Anderhalve week zou ze geen water gehad hebben. De verzorgster op de eerste verdieping kwam langs en zei: “Mijn collega is ziek en ik sta hier alleen voor 20 mensen.”

De vrouw werd met de ambulance naar het ziekenhuis gebracht. Daar bleek dat ze flebitis had in beide benen. Al snel werd duidelijk dat een operatie niet meer mogelijk was omdat de flebitis te ver was gevorderd. De vrouw stierf twee dagen laten.

Afbeelding

Het pandemieplan werd nooit volledig uitgevoerd omwille van budgettaire redenen.

Jan De Lepeleire, huisarts en KULeuven professor

ONVOLDOENDE VOORBEREIDING

Voor de Covid-19-pandemie waren de autoriteiten op de hoogte van de nodige stappen die woonzorgcentra zouden moeten nemen om zich voor te bereiden op een epidemie. Een rapport uit 2006, besteld door de federale overheid, legt in detail uit hoe Belgische woonzorgcentra zich logistiek en technisch zouden kunnen voorbereiden om infecties te controleren in de toekomst. Het rapport bevat sleutelpunten zoals een regelmatige training op hygiëne voor het personeel, een budget reserveren om beschermingsmateriaal in te slaan zoals handschoenen, gezichtsmaskers en alcoholgel, en testprotocollen. Volgens de betrokken experts zou het uitvoeren van dat plan gezorgd hebben voor een betere voorbereiding en voor personeel dat beter getraind was.

In 2010 heeft de federale overheid proefprojecten opgestart, maar toen de staatshervorming van 2014 de bevoegdheden voor woonzorgcentra overhevelde naar de regionale overheid is de aandacht voor het plan en zijn implementatie afgenomen. “Het plan werd nooit volledig uitgevoerd omwille van budgettaire redenen”, zei Jan de Lepeleire, huisarts en KUL professor aan Amnesty.

Als woonzorgcentra onvoldoende voorbereid waren, is het tragische maar logische gevolg dat bewoners – die al zeer kwetsbaar zijn – nog meer risico liepen. België is zijn mensenrechtenverplichtingen niet nagekomen en heeft gefaald om de meest kwetsbare groep tijdens de pandemie te beschermen. Vele bewoners van wzc's hebben ondermaatse gezondheidszorg gekregen en sommige ouderen zijn hierdoor waarschijnlijk vroegtijdig overleden.

Lees het volledige rapport van Amnesty International Vlaanderen

Beluister het gesprek op radio 1 met Anne Claeys, voormalig beleidsverantwoordelijke bij Amnesty International Vlaanderen