Economische, sociale en culturele rechten
ARMOEDE EN MENSENRECHTEN
Armoede leidt tot grote mensenrechtenschendingen, en mensenrechtenschendingen houden armoede in stand. De cijfers spreken voor zich: Wereldwijd lijdt een op de tien mensen honger. Naar schatting zouden tegen 2050 meer dan 3 miljard mensen in sloppenwijken leven. Tegen 2030 zullen 1,6 miljard mensen geen directe toegang hebben tot proper drinkwater. Dat is onaanvaardbaar.
ARMOEDE, EEN KWESTIE VAN MENSENRECHTEN
Voor Amnesty International is armoede meer dan geldgebrek, het is een kwestie van mensenrechten. Een combinatie van ontbering, onveiligheid, uitsluiting en machteloosheid leidt tot armoede en houdt armoede in stand.
Armoede heeft te maken met heel verschillende rechten:
- Met rechten gelinkt aan ontbering: basisrechten die nodig zijn om waardig te leven zoals het recht op voedsel, op onderdak, op gezondheidszorg en onderwijs
- Met rechten gelinkt aan onveiligheid: recht op fysieke veiligheid – bescherming tegen statelijk en niet-statelijk geweld (politiegeweld, huiselijk geweld)
- Met rechten die mensen beschermen of zekerheid geven: sociale zekerheid, rechten die je kunt doen gelden voor je woning, of voor je bron van inkomsten (land, oogst, vee, werk)
ARMOEDE, EEN KWESTIE VAN ONGELIJKHEID
Ook economische ongelijkheid of discriminatie kunnen armoede in de hand werken. De Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zegt dat alle mensen vrij geboren worden en gelijk in waardigheid en rechten. Maar mensen worden geboren met ongelijke kansen: ze hebben verschillende talenten, behoren tot verschillende sociale klassen of hebben handicaps of ziektes of domweg pech. Een rechtvaardige maatschappij corrigeert die nadelen.
Een overheid mag dus geen groep of individu discrimineren. Gelijkwaardigheid wil niet zeggen dat iedereen recht heeft op evenveel bezit of dat de overheid zich ervoor zou moeten inzetten dat mensen zoveel mogelijk op elkaar lijken in hun manier van leven. Een wet mag onderscheid maken als dat duidelijk vastgelegd is, bijvoorbeeld dat een bepaalde voorziening geldt voor langdurig werklozen of dat vrouwen recht hebben op zwangerschapsverlof. Belangrijke toepassingen van het gelijkheidsbeginsel zijn onder andere de gelijke rechten van man en vrouw en gelijk loon voor gelijk werk.
ARMOEDE, EEN KWESTIE VAN GENDER
Meer vrouwen dan mannen riskeren te belanden in armoede. In bijna alle landen ‘vervrouwelijkt’ de armoede. Dat wil zeggen dat een steeds groter percentage van de allerarmsten vrouwen zijn. Meestal alleenstaande vrouwen met kinderen.
Omdat het pensioen de belangrijkste bron van inkomsten is voor ouderen, leidt ook de genderkloof tot meer risico op armoede bij oudere vrouwen, zeker als ze alleenstaand zijn.
ARMOEDE, EEN GEVOLG VAN BESLISSINGEN
Armoede is niet het resultaat van economische wetmatigheden. Het is het gevolg van beslissingen van mensen. Mensen in regeringen, bedrijven, internationale financiële instellingen. Amnesty International wijst die mensen op hun verantwoordelijkheid.
Zo heeft iedereen het recht om van zijn regering te eisen dat ze alles in het werk stelt om de bevolking toegang te geven tot basisvoorzieningen zoals voedsel en gezondheidszorg. Om daar effectief van te kunnen genieten, moet je veilig kunnen leven. De overheid moet die veiligheid garanderen. Je moet ook je politieke rechten kunnen uitoefenen, om bijvoorbeeld een regering bij verkiezingen naar huis te kunnen sturen als ze niets doet aan je basisrechten. Zo stelde de Indiase econoom Amartya Sen vast dat hongersnoden en de meest schrijnende vormen van armoede zich niet voordoen in landen die werkelijk democratisch zijn.
De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij staten. Belangrijke internationale organisaties voor de bestrijding van armoede zijn het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO). Ook bedrijven of donorlanden die ontwikkelingshulp inzetten in de strijd tegen armoede of internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank dragen een grote verantwoordelijkheid. De Wereldbank is niet alleen betrokken bij grote ontwikkelingsprojecten, maar drukt via investeringen ook een stevige stempel op het beleid dat arme landen volgens de bank moeten voeren om uit de armoede te raken.
Amnesty’s acties tegen armoede
Belangrijk zijn maatregelen om de kwetsbaarheid van armen te verminderen in de strijd tegen armoede zoals regelmatige inkomsten, scholing en gezondheidszorg. Die sociaaleconomische rechten, zoals die onder andere vastgelegd zijn in het VN-verdrag voor Economische, Sociale en Culturele Rechten (EcSoCu) beogen mensen tegen armoede en de gevolgen daarvan te beschermen.
Amnesty gaat vooral discriminatie tegen (onder andere op het werk, op school en de toegang tot voorzieningen) omdat discriminatie armoede in de hand werkt. Ook pleit Amnesty voor wetgeving die de bescherming van de sociaaleconomische rechten bevordert, zoals algemeen basisonderwijs en vlot toegankelijke gezondheidszorg. Amnesty voert actie tegen schendingen van mensenrechten als gevolg van armoede. Dat doen we met speciale aandacht voor problemen die de overheid relatief gemakkelijk kan helpen verlichten, zoals sterfte van moeders bij de bevalling, hiv/aids en de omstandigheden in sloppenwijken. Verder groeit in de organisatie het besef dat geloofwaardige standpunten over belastingen, samen met bijbehorend onderzoek belangrijk zijn. Dat kan helpen om cruciale vragen te beantwoorden, zoals hoe staten de beschikbare middelen kunnen maximaliseren voor betere rechten, om te investeren in scholen, ziekenhuizen, sociaal welzijn en het rechtssysteem, en welk soort belastingmodellen het meest in overeenstemming zijn met de beginselen van gelijkheid en non-discriminatie.