De maatregelen die landen nemen om de COVID-19-pandemie te bestrijden, moeten rekening houden met mensenrechten. Meer nog, mensenrechten zijn essentieel in tijden van crisis, en zullen zorgen voor een grotere bescherming van ons allen, met extra zorg voor mensen in een kwetsbare positie.
Amnesty International volgt de reacties van overheden op de crisis op de voet.
Hier volgt een kort overzicht van de manier waarop mensenrechten ons kunnen helpen beschermen en van de verplichtingen van overheden over heel de wereld met betrekking tot de pandemie.
De meeste landen hebben ten minste één mensenrechtenverdrag geratificeerd waardoor ze het recht op gezondheid moeten garanderen. Denk bijvoorbeeld aan artikel 12 van het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Dat waarborgt het recht van eenieder op een zo goed mogelijke lichamelijke en geestelijke gezondheid.
In Hong Kong, één van de eerste plaatsen die door het coronavirus werden getroffen, raadde de regering aan om beschermend materiaal, zoals mondmaskers en ontsmettingsmiddelen, te gebruiken. Maar een lokale ngo stelde vast dat bijna 70% van de gezinnen met lage inkomens zich dat niet kon veroorloven. Als landen het gebruik van dergelijke zaken aanbevelen, moeten ze er ook voor zorgen dat die voor iedereen beschikbaar zijn.
Dit is een zeer belangrijk aspect van het recht op gezondheid, maar we hebben al regeringen gezien die dat negeren.
In december 2019 spraken artsen in Wuhan, in China, waar het virus voor het eerst werd gemeld, tegenover collega's hun bezorgdheid uit over patiënten met klachten aan de luchtwegen. Ze werden onmiddellijk tot zwijgen gebracht, en ze werden door de lokale autoriteiten berispt wegens 'het verspreiden van geruchten'.
Ondertussen hebben de autoriteiten in de regio Jammu en Kasjmir, in India, blijvende beperkingen van internetdiensten opgelegd, ondanks een groeiend aantal gevallen. Dit maakt het voor mensen buitengewoon moeilijk om toegang te krijgen tot essentiële informatie over de prevalentie en de verspreiding van het virus, en de manier waarop ze zich kunnen beschermen.
Iedereen heeft het recht om zich te informeren over de bedreiging die het virus voor zijn gezondheid vormt, de maatregelen om de risico's te beperken en over de lopende acties hieromtrent. Als toegang hiertoe niet wordt gegarandeerd, wordt de respons voor de volksgezondheid ondermijnd en komt de gezondheid van iedereen in gevaar.
De pandemie zal grote economische gevolgen hebben, en zal mensen in precaire werksituaties onevenredig erg treffen. Migrerende werknemers, mensen in de gig-economie en in de informele sector lopen meer risico hun recht op werk en hun rechten op het werk, als gevolg van het coronavirus en de maatregelen om dit te beheersen, in het gedrang te zien komen.
Mensen in de zorg staan aan de frontlinie van deze pandemie en blijven diensten verlenen ondanks de persoonlijke risico's voor hen en hun familie, en regeringen moeten hen beschermen. Dat betekent het verstrekken van geschikt en kwalitatief beschermingsmateriaal, informatie, opleiding en psychosociale ondersteuning voor alle hulpverleners. Ook mensen met andere banen, zoals gevangenispersoneel, lopen een hoger risico op blootstelling en moeten dus worden beschermd.
Iedereen kan besmet worden, maar bepaalde groepen lijken een groter risico te lopen om ernstig ziek te worden en te overlijden. Dit betreft ouderen en mensen met reeds bestaande medische aandoeningen.
Zo zal het voor daklozen moeilijker zijn zich te isoleren, en mensen die geen toegang hebben tot adequate sanitaire voorzieningen lopen een groter risico met het virus besmet te raken. Bij het opstellen van maatregelen tegen het coronavirus moeten landen ervoor zorgen dat volledig wordt voorzien in de behoeften en ervaringen van specifieke kwetsbare groepen.
Volgens berichten in de media kregen mensen uit Wuhan elders in China te maken met wijdverbreide discriminatie en intimidatie: ze werden geweigerd in hotels of gebarricadeerd in hun eigen flat en hun persoonlijke informatie werd online gelekt. Ook in andere landen waren er meldingen van anti-Chinese of anti-Aziatische vreemdelingenhaat, waaronder een citaat van de Amerikaanse president Trump die COVID-19 herhaaldelijk een "Chinees virus" noemde. In Londen werd een student uit Singapore zwaar in elkaar geslagen in een racistisch getinte aanval.
De enige manier waarop de wereld deze uitbraak kan bestrijden, is door solidariteit en grensoverschrijdende samenwerking. Het coronavirus zou ons moeten verenigen, niet verdelen.