Midden oktober moet België zich verantwoorden voor het VN-Mensenrechtencomité in Genève. Dit comité waakt over de naleving van het VN-Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, een van de belangrijkste mensenrechtenverdragen waarin onder meer het folterverbod en het discriminatieverbod vastgelegd zijn. Amnesty International is eveneens in Genève om zijn aanbevelingen te presenteren aan het comité.
Verschillende organisaties, waaronder Amnesty International, delen vandaag en morgen hun bezorgdheden over burgerrechten en politieke rechten in België met het VN-Mensenrechtencomité. Morgen en woensdag worden de Belgische autoriteiten vervolgens onderworpen aan een spervuur aan vragen van het comité. In november legt het comité zijn aanbevelingen voor aan België. Amnesty International hoopt dat de aanbevelingen van het Mensenrechtencomité zowel de regionale als de federale regeringen zullen inspireren om de mensenrechten in België beter te garanderen.
Amnesty International benadrukt vandaag in zijn betoog voor het VN-comité onder meer dat België werk moet maken van de strijd tegen etnisch profileren door de politie. “Door te stoppen met etnisch profileren stop je niet enkel met discrimineren, maar verhoog je ook de effectiviteit van politiewerk”, zegt Wies De Graeve. “De ongeoorloofde controles, bijvoorbeeld op basis van etniciteit of huidskleur, maken dan plaats voor controles op basis van objectieve criteria. Initiatieven in het buitenland toonden al aan dat niet alleen de relatie tussen politie en bevolking daardoor verbetert, maar dat ook de pakkans van controles enorm stijgt.”
Agenten moeten betere richtlijnen krijgen over hoe ze juist identiteitscontroles moeten uitvoeren zonder etnisch te profileren, vindt Amnesty International. Die richtlijnen bestaan momenteel amper. Identiteitscontroles moeten ook beter opgevolgd en geëvalueerd worden zodat er lessen geleerd kunnen worden als het fout loopt. “Registratie van controles is hiervoor cruciaal. Deze maatregelen zullen resulteren in beter politiewerk en minder verspilling van politiemiddelen.”
Daarnaast roept Amnesty International de gewesten op om geen wapentransfers toe te staan wanneer er een substantieel risico bestaat dat die wapens gebruikt zullen worden bij ernstige schendingen van de mensenrechten of van het internationaal humanitair recht.
Amnesty International herhaalt ook de oproep om voorgoed een einde te maken aan de detentie van kinderen om migratieredenen. “Dat gaat altijd in tegen het hoger belang van het kind”, aldus Wies De Graeve. “De overheid moet niet-vrijheidsberovende alternatieven voor detentie, zoals de open terugkeerwoningen, evalueren en verbeteren.”
De organisatie doet ook een aantal aanbevelingen in het kader van de strijd tegen terrorisme.
“Na de aanslagen van 22 maart 2016 heeft de regering heel wat maatregelen genomen om de rechten van slachtoffers van terrorisme beter te beschermen, maar er blijft nog veel werk aan de winkel. De hervorming van het schadevergoedingssysteem is niet volledig afgewerkt, en bovendien is niet tegemoetgekomen aan één van de belangrijkste bezorgdheden van de slachtoffers: de enorme complexiteit van het vergoedingssysteem, waar deels overheidsinstanties in tussenkomen, maar slachtoffers ook zelf moeten aankloppen bij verzekeringsmaatschappijen. Dit alles moet helderder en eenvoudiger” aldus De Graeve.
Tot slot grijpt Amnesty International de gelegenheid aan om te wijzen op een aantal kansen die zich de komende tijd aandienen. “Of het nu gaat over hoe seksueel geweld beter kan worden bestreden, over de rol van een mensenrechteninstituut of over hoe bedrijven ertoe gebracht kunnen worden om mensenrechtenproblemen die met hun activiteiten te maken hebben, aan te pakken – dit Comité kan België mee op weg zetten om het beter te doen. Het zou jammer zijn daar niet volop gebruik van te maken”, besluit De Graeve.
Het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten vormt samen met het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten de juridisch bindende uitwerking van de Universele Verklaring van de Rechten van Mens. Het Mensenrechtencomité is een groep van 18 experts die instaat voor de interpretatie van het verdrag en toeziet op de implementatie door de staten die er partij bij zijn.
Van elke lidstaat wordt periodiek nagegaan wat de pijnpunten, problemen en kansen zijn. Op basis van een vooraf ingestuurd rapport van de staat en op basis van inbreng van ngo’s en andere stakeholders, wordt een gesprek gevoerd dat uitmondt in zogenaamde ‘concluding observations’ van het Comité. Dat zijn de bevindingen en aanbevelingen waarvan het Comité verwacht dat de staat ze probeert in de praktijk te brengen.
De aanbevelingen van Amnesty International vindt u samengevat in deze bijdrage