Afbeelding
‘Zero tolerance’ voor VN-lidstaten die Wapenhandelverdrag aan hun laars lappen
Persbericht

‘Zero tolerance’ voor VN-lidstaten die Wapenhandelverdrag aan hun laars lappen

22 augustus 2016

Van Jemen tot Zuid-Soedan tot Syrië. Elke dag worden burgers gedood door wapens die zijn geproduceerd door landen die het Internationaal Wapenhandelverdrag hebben ondertekend of geratificeerd. Aan het begin van de tweede conferentie over het verdrag roept Amnesty lidstaten op elkaar te houden aan de gemaakte afspraken.

  • Nog altijd gewetenloze wapenleveringen door landen die partij zijn bij het Wapenhandelverdrag
  • Meer dan een kwart van de lidstaten leverde niet de verplichte rapportages.
  • Sommige staten willen niet publiekelijk inzage geven in hun wapenimport en -export.

Het Internationaal Wapenhandelverdrag kan miljoenen levens redden. Het verdrag verbiedt de export van wapens als bekend is dat deze kunnen worden misbruikt voor het plegen van ernstige mensenrechtenschendingen. Het is alarmerend dat landen, die het verdrag hebben ondertekend of zelfs geratificeerd, ongestoord doorgaan met het leveren van wapens aan regeringen en groeperingen die zich schuldig maken aan ernstige mensenrechtenschendingen of zelfs oorlogsmisdrijven.

Gewetenloze wapenleveringen

De Verenigde Staten en EU-lidstaten, waaronder Bulgarije, Tsjechië, Frankrijk en Italië, leveren nog steeds kleine wapens, munitie, pantserwagens en politie-uitrusting aan Egypte. Dat terwijl het land zich sinds 2013 schuldig heeft gemaakt aan buitensporig geweld bij demonstraties. Hierbij vielen honderden doden, werden duizenden gearresteerd en werden gevangenen gemarteld.

Ook zijn er ondertekenaars van het verdrag die hebben bijgedragen aan bloederige burgeroorlogen. Zo gaf Oekraïne in 2014 exportvergunningen af voor 830 lichte machinegeweren en 62 zware machinegeweren aan Zuid-Sudan. Zes maanden na het ondertekenen van het wapenverdrag gaven de Oekraïense autoriteiten een exportlicentie voor een onbekend aantal gevechtshelikopters. Drie van deze helikopters worden momenteel gebruikt door Zuid-Sudanese regeringstroepen. Volgens berichten wordt er binnenkort nog een geleverd.

Het is onmogelijk dat deze landen hebben gedacht dat wapenleveringen aan landen als Zuid-Sudan en Egypte in lijn zouden zijn met het Internationaal Wapenhandelverdrag.

Onvoldoende transparantie

Lidstaten zijn onder het wapenverdrag verplicht om te rapporteren welke maatregelen ze nemen om het verdrag te implementeren (nationale wetten, administratieve maatregelen). Bovendien moeten ze jaarlijks een overzicht maken van de geautoriseerde of werkelijke wapenexport.

Maar liefst 27 procent van de lidstaten heeft nog niet voldaan aan deze rapportageplicht. Ook hebben landen als Moldavië en Slowakije hun rapporten wel ingeleverd maar niet openbaar gemaakt.

Zolang regeringen nog steeds ervoor kunnen kiezen om de details over wapenimport en -export te verzwijgen, is het onmogelijk voor parlementen, media en maatschappelijke organisaties om na te gaan of afspraken worden nagekomen.

Garanties over de eindgebruikers

Volgens het Wapenhandelverdrag moeten lidstaten per wapenleveringen een uitgebreide risicoanalyse uitvoeren van de wapenleveringen. Als het risico bestaat dat de eindgebruiker de mensenrechten of de rechtsstaat niet zal respecteren, dan mogen er geen exportvergunningen worden afgegeven.

Momenteel voeren landen onvoldoende van dit soort risicoanalyses uit. Zo gaven de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk exportvergunningen af ter waarde van miljarden euro’s uit voor wapenleveringen aan Saudi-Arabië. Deze vergunningen werden afgegeven toen de door Saudi-Arabië geleide coalitie buitensporige en willekeurige aanvallen op burgers in Jemen uitvoerde.

Amnesty en het Internationaal Wapenhandelverdrag

Na twintig jaar lobby en acties door Amnesty International en partnerorganisaties werd het Internationaal Wapenhandelverdrag op 2 april 2013 aangenomen. Op 24 december 2014 trad het verdrag in werking. Binnen twee jaar hebben 130 staten het verdrag ondertekend, 87 van die landen ratificeerden het verdrag.

Van 22 tot 26 augustus zal een delegatie van zeven Amnesty-medewerkers op de tweede conferentie van lidstaten in Genève lobbyen voor betere naleving van het verdrag. Ook zal de delegatie informatie verzamelen over de landen die het verdrag nog niet hebben geratificeerd of ondertekend.

Lees ook

Meer nieuws