Wereldwijd: Nieuwe mensenrechtenranglijst van fabrikanten van elektrische voertuigen legt achterblijvers bloot
BYD, Mitsubishi en Hyundai, drie giganten op het gebied van elektrische voertuigen, scoorden het slechtst in een nieuwe mensenrechtenranglijst die Amnesty International van de industrie maakte. Het onderzoek toont aan hoe ‘s werelds grootste fabrikanten van elektrische voertuigen (EV’s) onvoldoende laten zien hoe zij risico’s voor de mensenrechten aanpakken in hun toeleveringsketens van mineralen. Zo stellen ze gemeenschappen mogelijk bloot aan uitbuiting, gezondheidsrisico’s en milieuschade veroorzaakt door de snelle uitbreiding van mijnen voor de ontginning van metalen die worden gebruikt in batterijen.
In het nieuwe rapport ‘Recharge for Rights: Ranking the Human Rights Due Diligence Reporting of Leading Electric Vehicle Makers’ gebruikt Amnesty op internationale normen gebaseerde criteria om het due diligence-beleid ten aanzien van mensenrechten en de zelfrapportage van 13 grote EV-fabrikanten uitgebreid te beoordelen. Daarbij geeft Amnesty elke fabrikant een scorekaart, die laat zien of de automerken voldoen aan hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de mensenrechten, en aangeeft bij welke fabrikant het schort aan transparantie over hoe zij risico’s voor mensenrechten aanpakken.
De vraag naar mineralen voor batterijen stijgt enorm wereldwijd. Daarom roept het rapport autofabrikanten op om mensenrechtenrisico’s in hun toeleveringsketens te identificeren en te verminderen. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om gedwongen uitzettingen, gezondheidsschade door milieuvervuiling, en misbruik van de rechten van inheemse volken in landen waar mineralen worden gewonnen, zoals de Democratische Republiek Congo (DRC) en de Filippijnen.
“De enorme toename van de vraag naar metalen die voor de productie van batterijen voor elektrische auto’s nodig zijn, legt een enorme druk op door mijnbouw getroffen gemeenschappen,” zegt Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty.
“De mensenrechtenschendingen die gepaard gaan met de ontginning van mineralen voor de energietransitie zijn alarmerend en wijdverspreid, en de reactie van de industrie schiet ernstig tekort. Gemeenschappen lijden onder gedwongen uitzettingen, gezondheidsproblemen door vervuiling en moeilijke toegang tot water. De vraag naar elektrische voertuigen neemt alsmaar toe en fabrikanten moeten ervoor zorgen dat de mensenrechten gerespecteerd worden.”
Gemengde scores over de gehele lijn
Amnesty beoordeelde, met een score van ten hoogste 90 punten, de prestaties van bedrijven op criteria zoals: verbintenis om mensenrechten na te leven, procedure om risico’s te identificeren, het in kaart brengen van de toeleveringsketen, en rapportering en herstelmaatregelen.
Geen van de bedrijven scoorde hoger dan 51 op Amnesty’s due diligence-beoordeling voor de mensenrechten. Onderaan de lijst staat het Chinese bedrijf BYD, dat een trieste 11/90 kreeg. Het Duitse Mercedes-Benz scoorde het hoogst met 51/90 punten.
“Hoewel er enige vooruitgang is geboekt, zijn de scores over de gehele lijn een enorme teleurstelling. BYD, een van de grootste en snelst groeiende bedrijven op het gebied van elektrische voertuigen kwam op de laatste plaats in onze beoordeling. Uit de informatie die het bedrijf heeft verstrekt, blijkt een ernstig gebrek aan transparantie op het gebied van due diligence ten aanzien van de mensenrechten in de toeleveringsketens van zijn batterijen,” aldus Agnès Callamard.
“Andere laag scorende bedrijven, zoals Hyundai en Mitsubishi, missen de nodige diepgang en informatie over hoe zij op belangrijke mensenrechtengebieden due diligence implementeren. De beloften die deze bedrijven communiceren zijn vaak vaag en leveren weinig bewijs van doeltreffende maatregelen. Dit toont aan dat ze nog een lange weg te gaan hebben voor ze aan de internationale normen voldoen.”
Hoewel bedrijven als Renault en General Motors beloften vastleggen over due diligence ten aanzien van de mensenrechten en hoger scoren dan sommige bedrijven onderaan de lijst, leveren ze nog steeds beperkt bewijs dat ze deze beloften volledig in hun toeleveringsketen integreren. Ook is de informatie over hun risicobeoordelingen en betrokkenheid van stakeholders beperkt, en zijn de bedrijven weinig transparant over de toeleveringsketen.
“Het gebrek aan transparantie rondom de toeleveringsketens van deze bedrijven is een ernstig probleem, gezien de kans dat zij batterijen inkopen die geproduceerd zijn met mineralen zoals kobalt of nikkel die zijn ontgonnen onder omstandigheden die mogelijk de mensenrechten schenden,” zegt Agnès Callamard.
Impact op inheemse gemeenschappen
Hoewel een snelle transitie van met fossiele brandstoffen aangedreven voertuigen naar elektrische voertuigen dringend nodig is om de decarbonisatie te versnellen en de temperatuurstijging van de aarde te helpen vertragen, heeft dit een verborgen kostprijs.
“Mijnbouw voor de mineralen die in elektrische voertuigen worden gebruikt, kan enorme risico’s voor mens en milieu met zich meebrengen. Eerder onderzoek van Amnesty toonde aan hoe industrieel kobalt verband houdt met gedwongen uitzettingen in de DRC. Autobedrijven moeten hun enorme invloed als mondiale mineraalinkopers gebruiken om upstream mijnbouwbedrijven en smelterijen te beïnvloeden om deze risico’s voor de mensenrechten te beperken,” aldus Agnès Callamard.
Wat betreft het in kaart brengen van toeleveringsketens, scoorden bedrijven als BYD, Geely Auto, Hyundai, General Motors en Mitsubishi Motors het slechtst omdat ze hier geen gedetailleerde informatie over verstrekten. BYD maakte bovendien geen namen bekend van smelterijen, raffinaderijen of mijnbouwlocaties. Geely Auto verstrekte enkel algemene locaties van zijn leveranciers, zonder te specificeren waar de mineralen worden gewonnen.
Hyundai en Mitsubishi Motors waren evenzeer weinig transparant wat betreft het in kaart brengen van hun toeleveringsketens of de locaties waar kobalt, koper, lithium en nikkel worden gewonnen. Dit maakt het voor stakeholders moeilijk te controleren welke invloed deze activiteiten hebben op de nabijgelegen gemeenschappen.
Vooruitkijken
Alle bedrijven, ook degenen die betrokken zijn bij de toeleveringsketen van batterijen voor elektrische voertuigen, hebben de verantwoordelijkheid om alle mensenrechten te respecteren, overal waar ze actief zijn. Om te voldoen aan deze verantwoordelijkheid, zoals bepaald in de VN-richtlijnen rond bedrijven en mensenrechten, moeten bedrijven een due diligence-proces implementeren ten aanzien van mensenrechten. Met zo’n proces moeten bedrijven er ten eerste voor zorgen dat zij identificeren voor welke nadelige gevolgen voor de mensenrechten zij verantwoordelijk zijn. Dat houdt niet alleen schendingen in die zij kunnen veroorzaken, maar ook die waar zij aan kunnen bijdragen of waar zij met hun activiteiten, producten of diensten bij betrokken raken. Bedrijven moeten ervoor zorgen dat zij deze risico’s voorkomen, verminderen en er verantwoording over afleggen.
Hoewel sommige van de beoordeelde bedrijven positieve stappen hebben gezet om hun verantwoordelijkheden ten aanzien van de mensenrechten te erkennen en hun bedrijfsvoering aan te passen aan internationale mensenrechtennormen, moet er nog veel meer gebeuren. BMW, Ford Mercedes-Benz, Stellantis, Tesla en VW Group behoren bijvoorbeeld tot de beter scorende bedrijven, maar zij zouden nog meer kunnen doen om aan te tonen hoe zij hun beleid daadwerkelijk uitvoeren, door risico’s voor de mensenrechten aan te pakken en getroffen mensen effectief herstel en schadeloosstelling te bieden.
“Terwijl de transitie naar elektrische voertuigen wereldwijd steeds verder op gang komt, tot mondiale concurrentie aanzet en enorme winsten mogelijk maakt, roept Amnesty alle autofabrikanten op om hun due diligence-inspanningen ten aanzien van de mensenrechten te verbeteren en deze in overeenstemming te brengen met internationale mensenrechtennormen,” zegt Agnès Callamard. “Ook roepen we regeringen op hun eigen due diligence-verplichtingen ten aanzien van de mensenrechten aan te scherpen voor bedrijven die op hun grondgebied gevestigd zijn of voor hun export- en importvergunningen.”
“De achterblijvers moeten harder en sneller werken om te laten zien dat mensenrechten geen holle frasen zijn, maar een kwestie die zij serieus nemen. Het is tijd om naar een hogere versnelling te schakelen en ervoor te zorgen dat elektrische voertuigen geen erfenis van mensenrechtenschendingen nalaten – de industrie moet juist een eerlijke energietoekomst stimuleren die niemand in de steek laat.”