VN steunt onderzoek oorlogsmisdaden

Louis Bickford, Priscilla Hayner, Bogdan Ivanisevic en Alexaner Mayer - Rieckh, vier deskundigen inzake oorlogsmisdaden, zijn aangeduid om de autoriteiten bij te staan.

Amnesty International is erg tevreden met het nieuws. In januari 2008 vroegen we de interim-regering en de politieke partijen in Bangladesh om de straffeloosheid aan te pakken in de schendingen begaan tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van 1971.

"Het onvermogen om de waarheid te achterhalen en gerechtigheid te zoeken voor de misdaden tegen mensheid en andere mensenrechtenschendingen gepleegd in 1971, heeft de aanhoudende straffeloosheid aangemoedigd", zegt Irene Khan, secretaris-generaal van Amnesty International.

De voorbije jaren vroegen de burgers meermaals om een onderzoek naar de misdaden van 1971. De vorige regeringen gingen op deze vraag niet in. Er werd ook geen officiële commissie ingesteld om te achterhalen wat er precies gebeurd is in 1971.

De regering van Bangladesh zou ook aan Pakistan en de VS gevraagd hebben om hen te voorzien van specifieke documenten aangaande de oorlog als bewijsmateriaal bij het proces.

Tijdens de onafhankelijkheidsoorlog van Bangladesh in 1971 werden heel wat mensen vermoord door het Pakistaanse leger en hun collaborateurs. Het exacte aantal doden is niet bekend. De meesten schatten het dodental rond 1 miljoen. 8 tot 10 miljoen mensen, zowel hindoes als moslims, vluchtten naar India.

Onder de doden bevonden zich tienduizenden, mogelijk honderdduizenden, boeren, vissers, dorpelingen en fabrieksarbeiders. Het leger richtte zich ook specifiek op intellectuelen, hindoes en vrouwen. Volgens berichten werden ongeveer 200.000 vrouwen verkracht tijdens het conflict.

Tot op vandaag is nog niemand berecht voor deze misdaden.

"Ik hoop dat het initiatief om VN-hulp in te schakelen om de oorlogsmisdaden aan te pakken het begin is van een proces dat de wonden van deze oorlog zal helen," zegt Irene Khan.