In de twee jaar sinds de machtsgreep van de Tunesische president Kais Saied, nam de repressie door de Tunesische autoriteiten verder toe. Volgens onderzoek van Amnesty International zijn tientallen politieke tegenstanders en critici van de staat opgesloten, is de onafhankelijkheid van justitie aangetast, zijn institutionele mensenrechtenwaarborgen ontmanteld en wordt discriminatie van migranten aangewakkerd.
“Sinds zijn machtsgreep in juli 2021, heeft president Saied met zijn regering het respect voor de mensenrechten in Tunesië drastisch ondermijnd. Hij heeft fundamentele vrijheden weggenomen waar Tunesiërs hard voor hebben gevochten en een klimaat van onderdrukking en straffeloosheid gecreëerd. De Tunesische autoriteiten moeten dit verraderlijke traject onmiddellijk omkeren en hun internationale verplichtingen op het gebied van mensenrechten nakomen,” aldus Heba Morayef, regionaal directeur van Amnesty International voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.
Sinds februari 2023 gebruiken de autoriteiten valse strafrechtelijke onderzoeken en arrestaties tegen politieke tegenstanders, critici van de staat en vermeende vijanden van president Saied.
Een van de meest in het oog springende zaken was het openen van een strafrechtelijk onderzoek door de autoriteiten tegen ten minste 21 personen, waaronder leden van de politieke oppositie, advocaten en zakenlieden, op grond van ongegronde beschuldigingen van “samenzwering tegen de staat”. Ten minste zeven mensen worden nog steeds willekeurig vastgehouden in verband met hun politieke activisme of meningsuiting, waaronder oppositieleden Jaouhar Ben Mbarek en Khayam Turki.
De Tunesische autoriteiten hebben zich vooral gericht op leden van Ennahda, de grootste oppositiepartij van het land. Ze hebben een strafrechtelijk onderzoek geopend tegen ten minste 21 leden van de partij. 12 van hen zitten in hechtenis. In april 2023 arresteerden de autoriteiten Rached Ghannouchi, de leider van Ennahda en voormalig voorzitter van het ontbonden Tunesische parlement. Er loopt een onderzoek naar hem op beschuldiging van onder andere “samenzwering tegen de staat” en “proberen de aard van de staat te veranderen”. Op 15 mei 2023 veroordeelde een antiterrorismerechtbank hem tot een jaar gevangenisstraf voor publieke opmerkingen die hij vorig jaar maakte op een begrafenis. Hij prees toen de overledene als een “moedig man” die niet bang was voor “een heerser of tiran”.
Sinds 25 juli 2021 heeft Amnesty International 39 gevallen gedocumenteerd waarbij mensen zijn onderzocht of vervolgd voor het uitoefenen van hun recht op vrijheid van meningsuiting. De aanklachten tegen hen omvatten het “beledigen” van de autoriteiten of het “verspreiden van nepnieuws”, misdrijven die niet erkend worden volgens het internationaal recht.
In september 2022 vaardigde president Saied wetsdecreet 54 uit, een draconische wet tegen cybercriminaliteit die de autoriteiten vergaande bevoegdheden geeft om de vrijheid van meningsuiting online aan te pakken. Sinds de goedkeuring hebben de autoriteiten deze wet gebruikt om onderzoeken in te stellen tegen ten minste negen personen, waaronder journalisten, advocaten en politieke activisten. De aanleiding was iedere keer dat de personen publiek kritiek hadden geuit op de autoriteiten, onder meer over president Saied en premier Najla Bouden.
In februari 2023 maakte president Saied xenofobe en racistische opmerkingen, die leidden tot een golf van geweld tegen zwarte mensen, waaronder mishandelingen, standrechtelijke uitzettingen en willekeurige arrestaties van migranten van Afrikaanse afkomst.
De politie arresteerde ook minstens 840 migranten, vluchtelingen en asielzoekers. Sommigen van hen belandden in willekeurige detentie in het detentiecentrum van Ouardia, dat uitsluitend wordt gebruikt om mensen vast te houden voor migratiegerelateerde overtredingen.
In de twee weken na de uitspraken van de president nam het geweld tegen zwarte Afrikanen aanzienlijk toe. Bendes vielen op straat migranten, vluchtelingen en asielzoekers aan en de politie arresteerde willekeurig tientallen mensen.
De raciale spanningen culmineerden in de zuidelijke stad Sfax met de dood van een migrant in mei en de dood van een Tunesische man in juli. Na deze sterfgevallen werden tientallen migranten en asielzoekers uit zwart Afrika met geweld door de autoriteiten overgebracht naar buurland Libië.
“De autoriteiten moeten onmiddellijk stappen ondernemen om de rechten van zwarte Afrikaanse migranten, asielzoekers en vluchtelingen te beschermen. Tunesië moet ook ophouden met buitenlanders willekeurig vast te houden of onder dwang het land uit te zetten, vooral zonder na te gaan of ze bij terugkeer zullen worden vervolgd,” aldus Heba Morayef.
Het is duidelijk dat Tunesië het niet nauw neemt met de mensenrechten van migranten en mensen op de vlucht. En toch sloot de EU vorige week nog een deal met het land waarbij Tunesië, in ruil voor een flinke som geld, irreguliere migratie naar Europa tegen moet houden. De EU financiert met dit soort deals voorspelbare mensenrechtenschendingen. Het schenden van de rechten van migranten wordt er verder door genormaliseerd.
In februari 2022 beschuldigde president Saied middenveldorganisaties ervan de belangen van buitenlandse machthebbers te dienen en kondigde hij zijn plan aan om “financiering vanuit het buitenland” te verbieden. De autoriteiten lieten daarop een ontwerp uitlekken van een restrictieve nieuwe wet op de oprichting van verenigingen. Als deze wet wordt aangenomen, dreigen cruciale beschermingen van het recht op vrijheid van vereniging te verdwijnen. Het ontwerp is een wijziging van wetsdecreet 2011-80, dat verenigingen uit het maatschappelijk middenveld reguleert en hun het recht geeft om vrij te bestaan en te opereren.
President Saied heeft de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht ondermijnd door twee decreten uit te vaardigen die hemzelf de bevoegdheid geven om in te grijpen in de loopbaan van rechters en aanklagers, bijvoorbeeld door hen willekeurig te ontslaan. Op 1 juni 2022 ontsloeg Saied 57 rechters op basis van vage en politiek gemotiveerde beschuldigingen van terrorisme, financiële of morele corruptie, overspel en deelname aan “alcoholfeesten”.
De grondwet, die werd voorgesteld na een versneld ontwerpproces en zonder zinvol overleg met het middenveld of andere politieke partijen, vergroot de bevoegdheden van Saied en verzwakt de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht. Deze acties dreigen het land terug te trekken naar het niveau van repressie van voor 2011.
“De Tunesische autoriteiten moeten onmiddellijk een einde maken aan hun aanval op de mensenrechten, die de moeizaam verworven vooruitgang van de revolutie van 2011 ongedaan maakt. Om te beginnen moeten ze iedereen vrijlaten die willekeurig is vastgehouden. Ze moeten ook afzien van strafrechtelijk onderzoek en vervolging van politieke tegenstanders, mensenrechtenactivisten en anderen die alleen maar hun recht op vrijheid van meningsuiting en vreedzame vergadering uitoefenen”, besluit Heba Morayef.