Syrië executeert 24 mannen die grote bosbranden zouden hebben aangestoken
De Syrische autoriteiten hebben 24 mensen geëxecuteerd die beschuldigd werden van het aansteken van grote bosbranden vorig jaar. Twintig andere mannen kregen celstraffen, onder wie vijf minderjarigen. Elf mannen kregen levenslang.
Het Syrische ministerie van Justitie omschreef in een Facebook-post de geëxecuteerde mannen als ‘criminelen die een terroristische aanslag hadden uitgevoerd met doden tot gevolg en schade aan de infrastructuur en openbare eigendommen’.
Met deze executies laat de Syrische staat zien dat deze het recht op leven minacht. Onderzoek in de afgelopen jaren door Amnesty International toont aan dat een doodvonnis vaak wordt opgelegd na een geheimgehouden rechtsgang waarbij de garanties voor een eerlijk proces worden genegeerd. De uitspraak is vaak gebaseerd op bekentenissen die door marteling zijn afgedwongen.
Onmenselijk en wreed
Het doodvonnis is volgens Amnesty International een wrede en onmenselijke straf. De doodstraf is nooit te rechtvaardigen, wat de aanklacht ook is. Syrië moet daarom per direct stoppen met het voltrekken van doodvonnissen en de doodstraf uiteindelijk afschaffen. Ook moet de staat zorgen dat strafrechtelijke procedures en rechtszaken aan internationale standaarden voor een eerlijk proces gaan voldoen.
Massa-executies
In 2017 liet Amnesty International zien hoe de Syrische overheid buitengerechtelijke massa-executies uitvoerde in de Saydnaya-gevangenis. Daar werden wekelijks vijftig mannen tegelijkertijd opgehangen nadat ze waren veroordeeld in een oneerlijk proces. Die schijnprocessen duurden hooguit drie minuten. Tussen 2011 en 2015 werden zo zeker 13.000 mensen in het geheim opgehangen in Saydnaya, de meeste van hen waren burgers die kritiek hadden op de Syrische regering.