De Sri Lankaanse autoriteiten hebben protesten met geweld onderdrukt en demonstranten gedemoniseerd tijdens een periode van economische crisis en ontberingen in het land. Dat zegt Amnesty International in een nieuw onderzoek dat vandaag is verschenen.
De briefing ‘Penalized for Protesting: Sri Lanka's crackdown on protestors’ beschrijft het falen van de autoriteiten in hun taak om vreedzame demonstranten te beschermen en hoe ze hun toevlucht namen tot buitensporig geweld. Het leger werd ingezet om toezicht te houden op de betogingen en wraakacties te treffen tegen demonstranten. Wie vreedzaam gebruik maakt van zijn recht op protest wordt in een kwaad daglicht gesteld.
“De afgelopen maanden is in Sri Lanka op grote schaal gedemonstreerd tegen de ergste economische crisis die het land sinds zijn onafhankelijkheid doormaakt. Mensen hebben het recht om hun ongenoegen vreedzaam te uiten en de staat heeft de plicht om dit recht te handhaven, maar de Sri Lankaanse autoriteiten hebben herhaaldelijk en onverbiddelijk de stem van het volk gesmoord,” aldus Yamini Mishra, regionaal directeur Zuid-Azië van Amnesty International.
“De nieuwe regering van Sri Lanka blijft haar toevlucht nemen tot het onwettig gebruik van geweld, intimidatie en pesterijen om demonstraties de kop in te drukken. Ze geeft daarmee een huiveringwekkend signaal aan de bevolking van Sri Lanka dat er geen ruimte is voor afwijkende meningen. Het recht op vrijheid van vreedzame vergadering is een hoeksteen van elke rechtvaardige samenleving. Dat recht moet nageleefd en beschermd worden.”
Tijdens de protesten die sinds het begin van de protestbeweging in februari 2022 hebben plaatsgevonden, zijn er enkele incidenten met geweld geweest. Hoewel deze protesten niet als vreedzaam kunnen worden beschouwd, moet de reactie van de autoriteiten op dergelijke protesten steeds in overeenstemming zijn met de wetten en normen op het gebied van de mensenrechten.
Sinds de protesten vijf maanden geleden begonnen, hebben politie en leger stelselmatig traangas en waterkanonnen ingezet tegen grotendeels vreedzame demonstranten. Bij twee gelegenheden hebben veiligheidstroepen zelfs met scherp geschoten op demonstranten, waarbij op 19 april minstens één persoon in Rambukkana werd gedood.
Ook bij andere incidenten is dit onwettig gebruik van geweld vastgesteld, waaruit blijkt dat de regering weigert het recht op vreedzame vergadering te faciliteren, ondanks haar verplichtingen volgens de internationale wetten en normen op het gebied van de mensenrechten.
Sinds president Ranil Wickremesinghe op 21 juli aan de macht kwam, zijn meer dan 140 demonstranten gearresteerd, terwijl aan nog eens 18 een reisverbod is opgelegd. Bovendien hebben parlementsleden en de president demonstranten herhaaldelijk ‘terroristen’ genoemd. President Wickremesinghe heeft demonstranten intussen ook als ‘fascisten’ bestempeld in het bredere kader van demonisering van de protestbeweging.
De overheid is nog een stap verder gegaan door een beroep te doen op de draconische antiterreurwet (Prevention of Terrorism Act - PTA) om drie demonstranten te arresteren. Amnesty International heeft in het verleden al gewezen op het gebruik door de autoriteiten van die wet om minderheden, activisten, journalisten en kritische stemmen te bekritiseren en lastig te vallen. De PTA is in strijd met de internationale mensenrechtenwetgeving en moet worden ingetrokken.
Sinds 2 april hebben de autoriteiten een aantal mensen gearresteerd op een wijze die indruist tegen het recht op een eerlijk proces. De veiligheidstroepen hebben geen officiële identificatie getoond, geen aanhoudingsbevelen voorgelegd en de reden voor de arrestaties niet naar behoren toegelicht. Sommige personen werden meegenomen en enkele uren op een geheime locatie vastgehouden. Er werd geen arrestatiebevestiging afgegeven, noch kregen de arrestanten de gelegenheid hun familieleden, vrienden of advocaten in te lichten over hun verblijfplaats.
Een van de demonstranten verklaarde aan Amnesty International: “Ik ben nog steeds bang dat ze me proberen te arresteren en me te beschuldigen van zaken die ik niet heb gedaan, omdat ze me de gevangenis in willen.”
Deze arrestaties, die een onwettige vrijheidsberoving zijn, moeten onmiddellijk worden stopgezet. De autoriteiten mogen enkel arrestaties verrichten in overeenstemming met het internationaal recht en de internationale normen, waaronder het Internationaal verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, dat willekeurige detentie verbiedt en het recht op vrijheid en veiligheid van personen beschermt.
De autoriteiten moeten ook een eind maken aan het gebruik van noodverordeningen, die de politie en de strijdkrachten verregaande bevoegdheden geven om opsporingen en arrestaties te verrichten zonder waarborgen voor een eerlijk proces en waarvan is aangetoond dat ze in strijd zijn met mensenrechten.
Een andere demonstrant, die herhaaldelijk werd lastiggevallen door de autoriteiten, verklaarde aan Amnesty International: “Velen van ons kregen een reisverbod, stonden onder bewaking, werden aangevallen met traangas en de wapenstok en kregen soms een veroordeling en gevangenisstraf opgelegd... De staat beschermt en verdedigt altijd alleen de politieke machtshebbers en kiest nooit de kant van het volk.”
Amnesty International roept de Sri Lankaanse autoriteiten op om alle aanklachten tegen de demonstranten die vreedzaam deelnamen aan zogenaamde ‘onwettige bijeenkomsten’ in te trekken. Iedereen tegen wie een dergelijke aanklacht is ingediend, moet onmiddellijk worden vrijgelaten. De autoriteiten moeten ook, met steun van internationale waarnemers, snel een transparant en onpartijdig onderzoek instellen naar alle beschuldigingen van aanvallen op vreedzame demonstranten.
“De meedogenloze onderdrukking van het recht op vrijheid van vreedzame vergadering, verkeer en meningsuiting getuigt van de langdurige onderdrukking van afwijkende meningen in Sri Lanka. Gezien de immense en historische steun voor de vreedzame protestbeweging, moeten de Sri Lankaanse autoriteiten een andere koers gaan varen en onmiddellijk een einde maken aan de onderdrukking van het recht van mensen om te protesteren,” aldus Yamini Mishra.