Afbeelding
Seks zonder toestemming is verkrachting. Hoe komt het dat slechts acht Europese landen dit erkennen?
Blog

Seks zonder toestemming is verkrachting. Hoe komt het dat slechts acht Europese landen dit erkennen?

14 februari 2019

Ongeveer negen miljoen vrouwen in de EU werden sinds hun vijftiende het slachtoffer van verkrachting. Het aantal is schokkend, net als het feit dat slechts enkele Europese landen dit beschouwen als een misdaad, zowel in wetgeving als in de praktijk. Zo erkennen slechts 8 van de 31 Europese landen (van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland) de simpele waarheid dat seks zonder toestemming verkrachting is.

Maar welke boodschap brengt dit over? Wat zegt dit over onze samenleving, waar de schuld nog steeds zo vaak in de schoenen van de slachtoffers geduwd wordt? Het gebrek aan wettelijke erkenning dat seks zonder toestemming verkrachting is, voedt de perceptie dat de verantwoordelijkheid niet bij de dader, maar bij het slachtoffer ligt om zich te beschermen. Deze houding is gevaarlijk en het is hoog tijd dat dit verandert.

Het Verenigd Koninkrijk (Engeland, Wales, Schotland en Noord-Ierland), Ierland, België, Cyprus, Luxemburg, IJsland, Duitsland en Zweden hebben allemaal definities gebaseerd op wederzijdse toestemming. De strafwetten van de overige 23 Europese landen daarentegen definiëren verkrachting nog steeds op basis van fysiek geweld, de bedreiging daarvan, dwang of onvermogen om zich te verdedigen.

Baken van gendergelijkheid?

Hoewel de Noordse landen algemeen beschouwd worden als de bakens van gendergelijkheid, was het IJsland die als eerste een op toestemming gebaseerde definitie introduceerde. Eerste minister Jón Steindór Valdimarsson, vertelde de Reykjavik Grapvine dat de nieuwe wetgeving “waarschijnlijk zal helpen om seksuele contacten zonder toestemming te voorkomen. Dat is, denk ik, de belangrijkste impact van deze wet.”

Maar zullen de andere Noordse landen samen met de rest van Europa dit voorbeeld volgen?

In Noorwegen hebben politici die kans net gemist. Op 5 april, gaf het Mensenrechtencomité van de Verenigde Naties kritiek op de huidige Noorse wetgeving omtrent verkrachting, maar net op diezelfde dag verwierp het Noorse parlement de mogelijkheid tot verandering. De regering van Zweden daarentegen accepteerde, na jaren van activisme door het middenveld, een nieuwe wet over seksuele toestemming in 2018 en ook in Denemarken en Finland wordt er stevig gepleit voor gelijkaardige voorstellen.

Niet baanbrekend

Een wettelijke definitie voor verkrachting op basis van de afwezigheid van toestemming is echter niet nieuw en al helemaal niet baanbrekend. Het is een erkende internationale mensenrechtenstandaard. Neem nu het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanboel). Het Verdrag dat alom geprezen wordt als het meest uitgebreide juridische kader tot nu toe tegen geweld tegen vrouwen en meisjes, verplicht de Staten om alle seksuele handelingen zonder wederzijdse toestemming strafbaar te stellen. Toch blijkt dat de meerderheid van de Europese staten die het Verdrag ratificeerden nog steeds niet hun wettelijke definities hebben aangepast.

Het VN-Comité voor de Uitbanning van Alle Vormen van Discriminatie van Vrouwen heeft de afgelopen vijf jaar verscheidene Europese Staten aangespoord om hun wetgeving aan te passen aan de internationale standaarden, waaronder ook het Verdrag van Istanboel, en dus verkrachting te definiëren op basis van de afwezigheid van instemming.

Volgens een enquête in 2016 van de Europese Commissie over gendergerelateerd geweld, is immers bijna een derde van de respondenten van mening dat geslachtsgemeenschap zonder toestemming “in bepaalde omstandigheden” gerechtvaardigd kan zijn. Voorbeelden van die bepaalde omstandigheden waren onder andere wanneer de persoon onder invloed van drank of drugs, vrijwillig naar huis gaat met iemand, onthullende kledij draagt, niet duidelijk “nee” zegt of niet terugvecht.

Verlamming

Hoewel men vaak veronderstelt dat het slachtoffer zich tijdens de verkrachting zou verweren tegen de dader, is verlamming een vaak voorkomende psychologische en fysieke reactie. Die verlamming zorgt ervoor dat het slachtoffer niet in staat is om zich tegen de aanval te verzetten en zelfs vaak tot het punt van immobiliteit. Zo wees een Zweeds klinisch onderzoek in 2017 bijvoorbeeld uit dat 70% van de 298 ondervraagde slachtoffers "onvrijwillige verlamming" ervoeren.

In een lopende zaak in het noorden van Spanje liet de autopsie van het lichaam van Diana Quer, die in 2016 verdween, niet toe om vast te stellen of ze was verkracht, vanwege de mate van ontbinding. De zaak leidde echter wel tot een belangrijke discussie over misleidende maatschappelijke verwachtingen rond het bieden van fysieke weerstand tijdens een verkrachting. Sommige media speculeerden immers dat Diana werd gedood net omdat ze zich verzette tegen de aanranding. Niet alleen maatschappelijke verwachtingen, maar ook te veel strafrechtelijke systemen leggen de last bij vrouwen om te vechten in plaats bij de daders om niet te verkrachten. Zoals uit dit geval blijkt, kunnen vrouwen het met hun leven betalen wanneer ze zich verzetten, maar wanneer ze dit niet doen, worden ze vaak niet geloofd.

#IBelieveHer

De vrijspraak van vier Ulster rugbyspelers voor verkrachting en andere seksuele delicten leidde in Noord-Ierland tot nationale discussies over de adequaatheid van de juridische processen en de behandeling van de klagers. Zo werd de klager voor acht dagen ondervraagd door vier advocaten van de verdediging en werd haar bebloed ondergoed getoond tijdens het proces. Dit zorgde in zowel Noord-Ierland als in de Republiek Ierland voor een stortvloed aan solidariteit met de vrouw, waarbij duizenden mensen niet enkel demonstraties bijwoonden in Belfast, Cork, Dublin en andere steden, maar ook via de #IBelieveHer-hashtag hun steun betuigden en zelfs hun eigen verhalen deelden.

Wat het proces in Belfast duidelijk heeft laten zien, is dat zelfs wanneer een rechtsgebied verkrachting definieert op basis van een gebrek aan instemming, er nog steeds tal van obstakels zijn tot gerechtigheid voor verkrachting. Daaruit kunnen we afleiden dat op toestemming gebaseerde definities van verkrachting geen ultieme oplossingen zijn voor het aanpakken en voorkomen van deze misdaad, maar het zijn wel belangrijke en vooral noodzakelijke uitgangspunten.

Implementatie en preventie worden belemmerd door wijdverspreid vooroordelen, victim blaming, stereotypen en mythes. Met de beweging #MeToo worden onze stemmen als vrouwen gehoord, misschien als nooit tevoren. Maar het is niet alleen aan activisten om veranderingen af te dwingen.

Vrijheid van verkrachting is een mensenrecht. Het is hoog tijd dat staten hun verantwoordelijkheid opnemen en erkennen, zowel in de wet als in de praktijk, dat seks zonder toestemming verkrachting is.

23 april 2018, update 4 januari 2019

Auteur: Anna Blus

Lees ook

Meer nieuws