Rwanda:verkiezingen tegen achtergrond van jarenlange aanvallen, repressie en moorden
De verkiezingen volgende maand in Rwanda vinden plaats in een klimaat van angst, dat het resultaat is van aanvallen op de politieke oppositie, onafhankelijke media en mensenrechtenverdedigers in de voorbije twee decennia, waarschuwt Amnesty International vandaag in een nieuw rapport.
De mensenrechtenorganisatie dringt er bij de Rwandese regering op aan aanvallen op oppositiekandidaten en hun aanhangers te voorkomen. Maar de regering moet ook verreikende hervormingen op gang brengen, die de politieke ruimte opent voor de verkiezingen van 2024, door toe te staan dat een echt debat plaatsvindt en dat diverse opinies vrij kunnen worden geuit.
Huiveringwekkende sfeer
“Sinds het regerende Rwandees Patriottisch Front 23 jaar geleden de macht greep, werden de Rwandezen geconfronteerd met enorme, en vaak dodelijke, obstakels die hun deelname aan het openbare leven en het uiten van kritiek op de regeringspolitiek bemoeilijkten. Het klimaat waarin de komende verkiezingen plaatsvinden, is het resultaat van jarenlange repressie”, zegt Muthon Wanyeki, regionaal directeur van Amnesty International voor Oost-Afrika, de Hoorn en het Grote Merengebied.
“Moorden en verdwijningen in 2017 kunnen niet los worden gezien van gelijkaardig geweld in vele, voorgaande jaren, waar niemand rekenschap voor heeft moeten afleggen. In deze huiveringwekkende sfeer hoeft het niet te verwonderen dat zij die kritiek willen leveren op de regering zelfcensuur beoefenen en dat het politieke debat beperkt is in de aanloop naar de verkiezingen.”
Het rapport beschrijft hoe oppositiepolitici, journalisten en mensenrechtenverdedigers af te rekenen kregen met beperkingen van hun recht op vrijheid van meningsuiting, van vereniging en van vreedzaam vergaderen in de twee decennia die volgden op de genocide. Ze werden gevangengezet, fysiek aangevallen – zelfs gedood – en gedwongen tot ballingschap of stilzwijgen.
Het recentste geval is dat van Jean Damascene Habarugira, een lokale vertegenwoordiger van de niet-geregistreerde oppositiepartij Verenigd Democratisch Front (Force Démocratique Uni, FDU-Inkingi). Hij raakte vermist, nadat hij een oproep had gekregen om een functionaris te ontmoeten die verantwoordelijk was voor de veiligheid van het dorp. De FDU-Inkingi verklaarde in een persbericht dat de familie van Jean Damascene enkele dagen later, op 8 mei 2017, de vraag kreeg zijn lijk in het ziekenhuis te gaan ophalen. Volgens de FDU-Inkingi werd hij vermoord vanwege zijn verzet tegen het landbouwbeleid van de regering.
Lastercampagne
Ook potentiële presidentskandidaten werden geviseerd in de aanloop naar de verkiezingen. Op 3 mei 2017 kondigde Diane Rwigara haar kandidatuur voor het presidentschap aan, als onafhankelijke kandidate. In de maanden daarvoor had zij zich duidelijk uitgesproken over onderwerpen als armoede, onrechtvaardigheid, onveiligheid en het gebrek aan vrijheid van meningsuiting. Enkele dagen nadat ze haar kandidatuur had aangekondigd, deden naaktfoto’s van haar de ronde op sociale media. Volgens velen ging het om een lastercampagne.
Diane Rwigara en Philippe Mpayimana, een andere presidentskandidaat, klaagden er beiden over dat hun afgevaardigden werden aangevallen en geïntimideerd toen ze handtekeningen inzamelden die nodig waren om hun kandidatuur te steunen. De Nationale Verkiezingscommissie nam hen niet op in de voorlopige lijst van geschikt bevonden kandidaten, omdat hun documenten volgens de commissie onvolledig waren. Zij kregen vijf dagen om hun papierwerk in orde te brengen. De definitieve kandidatenlijst wordt vandaag bekendgemaakt.
De Rwandese regering heeft ook korte metten gemaakt met de persvrijheid. Journalisten werden gevangengenomen, aangevallen en zelfs gedood. Velen werden gedwongen in ballingschap te gaan. In 2016 werden minstens drie journalisten opgesloten nadat ze onderzoek hadden gedaan naar gevoelige onderwerpen zoals corruptie of mogelijk verdachte overlijdens.
Repressie verstikt politiek debat
Onafhankelijke mensenrechtenverdedigers die het regeringsbeleid op de korrel nemen of worden aangezien als tegenstanders van de regering kregen af te rekenen met verschillende vormen van aanvallen en restricties. Niet-gouvernementele organisaties worden onderworpen aan zware – en dure – registratieprocedures. Internationale en binnenlandse mensenrechtenorganisaties die de regering bekritiseren, krijgen de vage beschuldiging aangesmeerd dat ze de ‘genocide-ideologie’ promoten.
“Rwanda’s geschiedenis van politieke repressie, aanvallen op oppositiefiguren en dissidente stemmen in het kader van vorige verkiezingen, verstikt het politieke debat en doet degenen die zich zouden kunnen uitspreken twee keer nadenken voor ze het risico nemen”, zegt Muthoni Wanyeki van Amnesty International.
“De Rwandese regering moet om te beginnen restricties van of aanvallen op oppositiekandidaten en hun aanhangers voorkomen in de verkiezingen van augustus 2017. Zij moet er zich toe verbinden dat ze de Rwandezen in staat stelt hun rechten op vrijheid van meningsuiting en van vereniging volledig uit te oefenen.”
Achtergrond
De Rwandezen gaan op 4 augustus 2017 naar de stembus om hun volgende president te kiezen.
De huidige president Paul Kagame heeft er al twee ambtstermijnen opzitten maar is toch opnieuw kandidaat. Dat is mogelijk gemaakt door een referendum in december 2015, dat het licht op groen zette voor een aantal grondwetswijzigingen, waardoor hij een gooi kan doen naar een derde ambtstermijn. Veel Rwandese en internationale waarnemers verwachten dat hij wordt herkozen.
Vijf kandidaten, van de oppositie en onafhankelijken, dienden hun nominatie-documenten in juni 2017 in. Alleen Paul Kagame en Frank Habineza (van de Democratische Groene Partij van Rwanda) haalden de voorlopige lijst van geschikt bevonden kandidaten, die werd gepubliceerd op 27 juni. De andere gegadigden kregen vijf dagen de tijd om hun documenten te vervolledigen. De uiteindelijke lijst van geschikte kandidaten voor de verkiezingen wordt vandaag (7 juli) gepubliceerd.