Aleksandra Skochilenko is een kunstenaar en muzikant die protestliederen tegen de oorlog speelt. Op 11 april werd ze opgepakt en tot 3 uur ’s nachts verhoord. Twee dagen later werd ze gevangengezet in afwachting van haar proces. Ze wordt aangeklaagd voor ‘het in diskrediet brengen van de Russische strijdkrachten’. Skochilenko riskeert een gevangenisstraf tot 10 jaar.
Amnesty vindt dat alle activisten die zijn opgepakt omdat ze vreedzaam actievoerden tegen de oorlog onmiddellijk en onvoorwaardelijk moeten worden vrijgelaten.
Volgens de aanklagers was Skochilenko’s supermarktactie van 31 maart een daad van ‘politieke vijandigheid’ die ‘valse informatie verspreidde’ over de Russische strijdkrachten. De hoorzitting vond achter gesloten deuren plaats, zogenaamd om ‘de geheimhouding van het onderzoek te beschermen’ en ‘de veiligheid van getuigen te garanderen’. Volgens Skochilenko’s advocaat had een bezoeker van de supermarkt haar aangegeven bij de politie.
Feministen spelen een grote rol in het Russische verzet tegen de oorlog. Dit ondanks pogingen van de overheid om het anti-oorlogssentiment de kop in te drukken. Onder meer door onafhankelijke media te blokkeren en tienduizenden demonstranten te arresteren.
Het vervangen van prijskaartjes in supermarkten was een van de acties waartoe het Feministisch Verzet Tegen de Oorlog (FAS) opriep. Deze verzetsgroep werd op 25 februari 2022 opgericht; een dag na de inval in Oekraïne. Het is een netwerk van feministische groeperingen die kritiek hebben op het conflict.
Ella Rossman, een van de weinige leden van de groep die in de openbaarheid treedt, vertelde Amnesty: ‘Toen de oorlog begon organiseerden we onszelf snel en brachten we een verklaring uit dat de oorlog in strijd is met de doelen van de feministische beweging.’
FAS-aanhangers verspreiden flyers en graffiti tegen de oorlog. Ook drukken ze slogans tegen de oorlog op bankbiljetten en printen ze artikelen uit van verboden onafhankelijke media die in Rusland niet meer te ontvangen zijn.
FAS opende een hotline die psychologische steun biedt aan anti-oorlogsactivisten. Ook richtten ze een fonds op voor mensen die ontslagen zijn of van de universiteit zijn gestuurd vanwege hun kritiek op de oorlog.
Op 4 april verklaarde FAS dat de activisten inmiddels vijfhonderd houten kruizen in 41 steden hadden geplaatst om de oorlogsslachtoffers te herdenken. Ook waren toen al 3.000 activisten de straat opgegaan met slogans tegen de oorlog op hun kleren, als vorm van stil protest.
FAS-activisten worden hard aangepakt. Volgens de verzetsgroep zijn zeker honderd van hen opgepakt, opgesloten, gefouilleerd of bedreigd door de autoriteiten.
Yevgenia Isaeva, een kunstenaar uit Sint-Petersburg, kreeg op 30 maart een boete van 45.000 roebel (€ 500). Later werd ze acht dagen lang opgesloten voor ‘straatvandalisme’.
Een andere kunstenaar, Yulia Kaburkina uit het midden van Rusland, werd op 2 april opgepakt voor ‘het in diskrediet brengen van het Russische leger’. Ze had aan prijskaartjes in de supermarkt papieren poppetjes bevestigd die posters tegen de oorlog ophielden.
Aleksandra Skochilenko is de tweede activist die wordt aangeklaagd voor het vervangen van prijskaartjes in supermarkten. Op 5 april overkwam dat Vladimir Zavyalov uit Smolensk al. Hij werd aangeklaagd voor ‘het in diskrediet brengen van de Russische strijdkrachten’ op grond van artikel 207.3 van het Wetboek van Strafrecht. Er zijn al twintig Russen aangeklaagd op grond van dit nieuwe wetsartikel.