“Terwijl duizenden demonstranten in heel Rusland de straat opgaan om de oorlog aan de kaak te stellen, blijft het Kremlin vastbesloten om critici van de staat het zwijgen op te leggen en dwingt het de binnenlandse media om zijn beleid te steunen. Door met geweld anti-oorlogsbijeenkomsten uiteen te drijven en de pers te censureren, storten de Russische autoriteiten zich steeds dieper in de repressie naarmate het publieke sentiment tegen de oorlog groeit,” aldus Marie Struthers, directeur Oost-Europa en Centraal-Azië van Amnesty International.
“In zijn wanhoop om andersdenkenden het zwijgen op te leggen, gebruikt Rusland ook door de staat gecontroleerde bedrijven om degenen die zich tegen het conflict uitspreken de mond te snoeren. De verwijdering van televisiepresentator Ivan Urgant en het buitenspel zetten van de gerespecteerde journaliste Elena Tsjernenko, die werd uitgesloten van een perspool van de regering omdat ze een anti-oorlogsbrief had geschreven, getuigt van de totale minachting van de staat voor de persvrijheid.”
“Terwijl Rusland willekeurige aanvallen uitvoert in strijd met het internationaal humanitair recht als onderdeel van zijn invasie in Oekraïne, onderdrukken de autoriteiten het recht op vrije meningsuiting en het recht op vreedzame vergadering in Rusland en promoten ze hun eigen verhaal over het conflict. Het brute optreden van de autoriteiten tegen burgers die hun ongenoegen over de oorlog uiten, moet nu stoppen,” besluit Marie Struthers.
Op 24 februari 2021 heeft de Russische mediawaakhond Roskomnadzor alle media bevolen om alleen informatie te gebruiken die door officiële staatsbronnen wordt verstrekt wanneer zij verslag doen van de Russische invasie in Oekraïne. Wie dit bevel negeert, kan zijn website geblokkeerd zien en een boete tot 62.600 dollar krijgen.
Op 28 februari heeft de waakhond de site van Nastoyashchee Vremya (Current Times), een dochteronderneming van RFE/RL, geblokkeerd wegens het verspreiden van ‘onbetrouwbare, voor het publiek belangrijke informatie’ over het conflict. Op 27 februari heeft het bureau van de procureur-generaal een verklaring uitgegeven waarin het dreigt met vervolging op grond van ‘hoogverraad’ voor elke vorm van ‘hulp aan een buitenlandse staat, internationale of buitenlandse organisatie of hun vertegenwoordigers bij activiteiten die gericht zijn tegen de veiligheid van de Russische Federatie’.
Tijdens de eerste vier dagen van de invasie heeft de Russische politie routinematig geweld gebruikt om de anti-oorlogsprotesten in het hele land uiteen te drijven. Volgens de mensenrechtenorganisatie OVD-Info zijn meer dan 5.900 vreedzame demonstranten gearresteerd in ten minste 67 steden en dorpen in heel Rusland. Op 24 februari werd de politieke filosoof Grigory Yudin door de politie bewusteloos geslagen en voor korte tijd in het ziekenhuis opgenomen.