Regeringen negeren schaamteloos de regels van het Wapenhandelsverdrag en dat kost wereldwijd vele mensenlevens
- Het Wapenhandelsverdrag werd meer dan 10 jaar geleden aangenomen
- België heeft het Wapenhandelsverdrag in 2013 ondertekend en in 2014 geratificeerd
- Amnesty International blijft onwettige wapenhandel aan de kaak stellen die ernstige misstanden mogelijk maakt
- Het negeren van regels leidt tot verwoestend verlies van mensenlevens in conflictgebieden
Enkele van 's werelds grootste wapenexporteurs blijven de regels van het Wapenhandelsverdrag openlijk aan hun laars lappen door middel van illegale wapenoverdrachten. Dat leidt tot een verwoestend verlies aan mensenlevens in conflictgebieden zoals de bezette Palestijnse gebieden, in het bijzonder de bezette Gazastrook, Soedan en Myanmar.
Het Wapenhandelsverdrag trad bijna tien jaar geleden in werking. Hierin werden wereldwijde regels vastgelegd voor internationale wapenoverdrachten. Op 2 april 2013 stemden 155 staten voor het Wapenhandelsverdrag. Vandaag telt het verdrag 115 verdragsluitende staten en 27 ondertekenaars. Hieronder vallen alle 10 grootste wapenexporteurs – uitgezonderd Rusland - die goed zijn voor meer dan 90% van de wapenhandel.
“Het Wapenhandelsverdrag is het eerste in zijn soort dat universele normen vastlegt voor de internationale handel in conventionele wapens en munitie. De wettigheid van een wapenoverdracht is nu expliciet gekoppeld aan internationale mensenrechten en het humanitair recht”, aldus Patrick Wilcken, onderzoeker Militaire Zaken, Veiligheid en Politiediensten bij Amnesty International.
“Hoewel er vooruitgang is geboekt, blijven veel regeringen de regels schaamteloos aan hun laars lappen. Dat leidt tot een enorm verlies aan mensenlevens in conflictgebieden. Het is tijd dat staten die partij zijn hun wettelijke verplichtingen nakomen en het Wapenhandelsverdrag volledig implementeren. De stroom van wapens naar landen moet verboden worden als bekend is dat ze zouden worden gebruikt voor genocide, misdaden tegen de mensheid, oorlogsmisdaden of als ze zouden kunnen worden gebruikt om ernstige schendingen van internationale mensenrechten of humanitair recht te plegen of te vergemakkelijken.”
Onwettige wapenoverdrachten aan Israël
De voortdurende overdracht van wapens aan Israël is een schril voorbeeld van het falen van staten die partij zijn om het Wapenhandelsverdrag volledig na te leven of, wat ondertekenaars betreft, het doel ervan niet te ondermijnen.
“Amnesty International roept al lange tijd op tot een alomvattend wapenembargo tegen zowel Israël als Palestijnse gewapende groeperingen vanwege langdurige patronen van ernstige schendingen van internationale mensenrechten en het humanitair recht. Hieronder vallen oorlogsmisdaden die leiden tot gruwelijke gevolgen voor burgers, inclusief vrouwen en kinderen”, aldus Patrick Wilcken.
“Staten die partij zijn en ondertekenaars - waaronder de Verenigde Staten, de grootste leverancier van wapens aan Israël - blijven wapenleveringen aan Israël toestaan ondanks overweldigend bewijs van oorlogsmisdaden begaan door Israëlische strijdkrachten.”
Amnesty heeft bijvoorbeeld het gebruik van in de VS geproduceerde wapens gedocumenteerd in een aantal onwettige luchtaanvallen, zoals in de VS gemaakte Joint Direct Attack Munitions (JDAM). In twee dodelijke en onwettige luchtaanvallen op huizen in de bezette Gazastrook werden 43 burgers - 19 kinderen, 14 vrouwen en 10 mannen - gedood op 10 en 22 oktober 2023.
Een GBU-39 kleine-diameterbom, gemaakt in de VS door Boeing, werd gebruikt bij een Israëlische aanval in januari 2024 die een gezinswoning trof in de wijk Tal al-Sultan in Rafah. Daarbij werden 18 burgers gedood, waaronder 10 kinderen, vier mannen en vier vrouwen.
Illegale wapenhandel wakkert onrust aan in Soedan
Illegale wapenhandel heeft ook de onrust in Soedan aangewakkerd. Sinds de escalatie van het conflict in april 2023 wordt Soedan overspoeld door een enorme humanitaire crisis en mensenrechtenschendingen. De gevechten tussen de Soedanese strijdkrachten (SAF) en de Rapid Support Forces (RSF) en hun bondgenoten hebben aan meer dan 16.650 mensen het leven gekost en miljoenen anderen ontheemd. Door het geweld is Soedan de grootste binnenlandse ontheemdencrisis ter wereld geworden.
Ondanks deze crisis en een wapenembargo van de VN-Veiligheidsraad voor de regio Darfur, blijft Amnesty International substantiële wapenstromen naar het conflict documenteren. Amnesty International heeft recentelijk geproduceerde wapens en militaire uitrusting geïdentificeerd uit landen als China en Servië, die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag, en de ondertekenaars Türkiye en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE). De wapens worden in grote hoeveelheden geïmporteerd in Soedan en vervolgens in sommige gevallen omgeleid naar Darfur, waardoor het geweld wordt aangewakkerd.
Myanmar importeert voor minstens 1 miljard dollar aan wapens
Volgens de Speciale Rapporteur bij de Verenigde Naties voor de Mensenrechtensituatie in Myanmar heeft het leger sinds het in februari 2021 een militaire staatsgreep pleegde voor minstens 1 miljard dollar aan wapens, goederen voor tweeledig gebruik, apparatuur en grondstoffen voor de productie van wapens geïmporteerd, ook uit China.
“Het leger van Myanmar heeft deze wapens gebruikt om herhaaldelijk burgers en burgerobjecten aan te vallen in de drie jaar sinds het plegen van een staatsgreep. Vaak zijn daarbij scholen, religieuze gebouwen en andere belangrijke infrastructuur vernietigd of beschadigd”, zei Patrick Wilcken.
Vooruitgang
Sinds het begin van de jaren '90 voert Amnesty International samen met ngo-partners campagne voor robuuste, wettelijk bindende wereldwijde regels voor internationale wapenoverdrachten om de stroom van wapens die wreedheden voeden, in te dammen. Er moet echter nog meer worden gedaan om ervoor te zorgen dat dit verdrag wordt nageleefd om verder bloedvergieten te stoppen.
“Te veel levens zijn verloren gegaan door deze gevaarlijke wapens. Staten die partij zijn bij het Wapenhandelsverdrag en het ondertekend hebben, kunnen het zich niet langer veroorloven om hun verplichtingen niet na te komen”, besluit Patrick Wilcken. “Nu het 10-jarig bestaan van het Wapenhandelsverdrag nadert, moeten staten trouw blijven aan het verdrag en het menselijk lijden onmiddellijk beëindigen.”