Oeigoeren zijn nergens veilig
Oeigoeren vertellen over de door China georganiseerde intimidatiecampagne in het buitenland.
Bijna drie jaar geleden begon China met een nooit geziene, massale detentiecampagne van Oeigoeren, Kazachen en andere overwegend moslimgroepen in de Oeigoerse autonome regio Xinjiang in het noordwesten van China.
Sindsdien zijn er bijzonderheden bekend geworden over de behandeling van naar schatting 1 miljoen mensen of meer die worden vastgehouden in “heropvoedingskampen door middel van onderwijs” of “beroepsopleiding”. Maar de ware omvang en de aard van wat er in Xinjiang plaatsvindt, blijft onduidelijk. De Chinese regering ontkende oorspronkelijk het bestaan van de interneringskampen. Later beweerde zij dat de kampen “beroepsopleidingscentra” waren om Oeigoeren en anderen van hun 'extremistische' ideeën af te helpen en hen een beroepsopleiding te bieden - zelfs hoogopgeleide intellectuelen, zakenmensen en gepensioneerden.
De Chinese regering heeft zich resoluut verzet tegen verzoeken om onafhankelijke waarnemers toe te laten in de regio, waar alleen zorgvuldig georkestreerde rondleidingen voor speciaal geselecteerde journalisten en diplomaten worden toegestaan. Ondertussen blijven vrienden en familieleden van mensen waarvan wordt aangenomen dat ze worden vastgehouden, verstoken van informatie en weten ze niet waar hun geliefden zijn.
Eind 2019 raakten nieuwe details over de Chinese campagne in Xinjiang bekend dankzij uitgelekte documenten die The New York Times en het Internationaal Consortium van Onderzoeksjournalisten en 17 partnerorganisaties hebben bekendgemaakt. Uit de documenten blijkt dat het idee van de campagne voor politieke indoctrinatie van de mensen in Xinjiang is ontstaan door de oproep van de Chinese president Xi Jinping in 2014 voor "de strijd tegen terrorisme, infiltratie en separatisme" in Xinjiang. De documenten laten ook zien hoe Chen Quanguo, nadat hij in augustus 2016 partijsecretaris van Xinjiang was geworden, de lokale functionarissen de opdracht gaf "iedereen bijeen te brengen die moet worden bijeengebracht". Geheime handleidingen beschrijven zeer gedetailleerd hoe "heropvoedingskampen" moeten worden beheerd. Ambtenaren werden geïnstrueerd over wat ze kinderen moesten vertellen over hun vastgehouden ouders, en waarschuwingen over repercussies als ze openlijk over de aanhoudingen spraken.
Iets anders wat blijkt uit de gelekte documenten, is dat de Chinese campagne tegen Oeigoeren, Kazachen en andere, oorspronkelijk uit Xinjiang afkomstige burgers, wereldwijd gevoerd moet worden. Chinese ambassades en consulaten in het buitenland worden belast met het verzamelen van informatie over in andere landen verblijvendeleden van deze etnische groepen. De agressiviteit van China's pogingen om leden van deze diasporagemeenschappen op te sporen, wordt diep gevoeld, zoals blijkt uit de negen getuigenissen hieronder.
Oeigoeren in het buitenland leven in angst
Volgens het World Uyghur Congress, een federatie van in Duitsland geregistreerde gemeenschappen in ballingschap, wonen naar schatting 1tot1,6 miljoen Oeigoeren buiten China. Grote diasporagemeenschappen van Oeigoeren zijn te vinden in Centraal-Aziatische landen als Kazachstan, Kirgizië en Oezbekistan. Kleinere gemeenschappen wonen onder andere in Afghanistan, Australië, België, Canada, Duitsland, Nederland, Noorwegen, Rusland, Saoedi-Arabië, Turkije, Verenigde Staten en Zweden.
Tussen september 2018 en september 2019 verzamelde Amnesty International informatie van ongeveer 400 Oeigoeren, Kazachen, Oezbeken en leden van andere etnische groepen in 22 landen op vijf continenten. Uit deze persoonlijke interviews en uit antwoorden op een online vragenlijst die verspreid werd binnen een gesloten groep van vertrouwde Oeigoerse contacten -, blijken de intimidatie en de angst die deze gemeenschappen dagelijks ervaren. In dit opzicht komen de beivndingen overeen met eerdere ervaringen van Oeigoeren in de Verenigde Staten, zoals gedocumenteerd in augustus 2019 door het Uyghur Human Rights Project.
Oeigoeren die verspreid in het buitenland wonen, zijn over het algemeen zeer terughoudend om te praten over hun vastgehouden of vermiste familieleden in Xinjiang, uit angst voor vergelding tegen zichzelf of tegen familieleden in Xinjiang. Ongeveer twee derde van degenen die met Amnesty International wilden spreken, verzocht om anonimiteit uit angst voor represailles van de autoriteiten. Verschillende in het buitenland wonende Oeigoerse geïnterviewden vertelden Amnesty International dat de lokale autoriteiten in Xinjiang het op hun familieleden hadden gemunt om de activiteiten van Oeigoerse gemeenschappen in het buitenland te onderdrukken. Sommigen meldden dat ze gewaarschuwd waren dat familieleden zouden worden gevangengenomen als ze niet naar Xinjiang terugkeerden of dat ze hun familie nooit meer zouden zien als ze weigerden informatie te verstrekken over andere Oeigoeren in hun gemeenschap. Het resultaat van deze maatregelen is dat Oeigoerse diasporagemeenschappen vaak in angst leven en niet spreken over de situatie in Xinjiang, noch over wat ze weten over de detentiekampen of hun familieleden in Xinjiang; zelfs verzwijgen zij vaak dat ze het contact met familieleden thuis hebben verloren.
VORMEN VAN INTIMIDATIE TEGEN OEIGOEREN IN HET BUITENLAND
21 MENSEN MELDDEN DAT DE CHINESE AUTORITEITEN SOCIALE MEDIA-BERICHTEN HADDEN GEBRUIKT OM HEN IN DE GATEN TE HOUDEN EN TE INTIMIDEREN
39 MENSEN KREGEN INTIMIDERENDE TELEFOONTJES OM PERSOONLIJKE INFORMATIE LOS TE KRIJGEN
181 MENSEN WERDEN BEDREIGD TOEN ZE PROBEERDEN om ZICH UIT TE SPREKEN
26 MINSTENS WERDEN VERZOCHT om ALS INFORMANT TE WERKEN
YUNUS TOHTI
Yunus Tohti studeerde in Egypte toen de Chinese politie via WeChat contact met hem opnam. Er werd gevraagd wanneer hij zou terugkeren naar Xinjiang en hij moest persoonlijke gegevens verstrekken, zoals een kopie van zijn paspoort. Uit angst dat hij niet langer veilig was in Egypte, vluchtte Yunus naar Turkije en later naar Nederland. Een paar maanden later belde de politie van Xinjiang Yunus' oudere broer, die in Turkije verbleef. Ze zeiden hem dat ze naast zijn ouders stonden en dat hij naar Xinjiang moest terugkeren - wat hij als een impliciete bedreiging voor de veiligheid van zijn ouders beschouwde. Vervolgens verloor Yunus Tohti het contact met zijn familie in Xinjiang en hij maakt zich zorgen dat ze worden vastgehouden of erger.
(WeChat-berichten werden vereenvoudigd op basis van de getuigenis van Yunus Tohti)
Ook Oeigoeren in Frankrijk, Duitsland en Iran vertelden Amnesty International dat de Chinese politie hen via WeChat heeft gecontacteerd en gevraagd om informatie zoals hun ID-nummer, verblijfplaats, pasfoto en zelfs ID-informatie van hun echtgenoten.
Erkin (pseudoniem*) is een Oeigoer die in de Verenigde Staten woont en die Amnesty International vertelde dat hij zelfs werd gecontacteerd door Chinese binnenlandse veiligheidsagenten op WhatsApp, door weinig Chinezen gebruikt omdat het wordt geblokkeerd door de Chinese firewall. Ze stuurden hem een video van zijn vader waarin deze hem vroeg met de agenten mee te werken. Deze laatsten zeiden ook nog dat zijn ouders een paspoort zouden krijgen en naar de Verenigde Staten zouden mogen emigreren als hij met ze meewerkte. Ze sloegen een vriendschappelijke toon aan, zeiden dat ze vrienden van zijn vader waren en dat zij regelmatig videochats met zijn familieleden voor hem konden regelen als hij maar met hen samenwerkte. Ik heb nog steeds geen informatie over al mijn familieleden en vrienden.
Erkin vroeg wat de beveiligingsagenten wilden, maar dat legden ze niet verder uit. Hij reageerde niet meer en na twee dagen lieten zij hem met rust. "Ik heb nog steeds geen informatie over al mijn familieleden en vrienden," vertelde hij Amnesty International op 30 augustus 2019.
Intimiderende telefoontjes om persoonlijke informatie te verkrijgen
Gulruy Asqar is lerares in de Verenigde Staten. Haar broer, Husenjan, is een prominente taalkundige in Xinjiang die een woordenboek Oeigoers-Chinees heeft gepubliceerd.
Vanaf 2018 werd Gulruy vaak opgebeld door het Chinese consulaat in Houston. In een opgenomen bericht kreeg ze te horen dat ze met een medewerker moest spreken over een belangrijk document dat ze moest indienen. Elke keer kwam er een Chinees aan de lijn die vroeg naar haar naam, geboortedatum en andere persoonlijke gegevens. Elke keer weigerde Gulruy te antwoorden en hing de telefoon op.
Uiteindelijk antwoordde ze de man aan de telefoon en vertelde hem dat ze een Amerikaans staatsburger was en dat hun document haar niets kon schelen. De telefoontjes stopten, maar toen werd ze almaar gebeld door een Chinees postorderbedrijf. Ze betwijfelde dat haar familie haar iets uit Xinjiang zou sturen, wetend hoe bang ze waren om contact met haar op te nemen. Ze vermoedde dat deze telefoontjes - waarvan ze had gehoord dat ze 'vrij gebruikelijk' zijn in de uitgeweken Oeigoerse gemeenschap - een nieuwe poging waren om persoonlijke informatie van haar los te krijgen.
Begin 2019 hoorde Gulruy Asqar van vrienden dat haar broer Husenjan waarschijnlijk in Xinjiang was gevangengezet. Sindsdien heeft ze geen nieuwe informatie over zijn situatie of verblijfplaats kunnen krijgen.
Dilnur Enwer, die in Montreal woont, zei ook dat ze herhaaldelijk is gebeld door de Chinese ambassade en niet-geïdentificeerde anderen sinds zij in januari 2019 in Canada aankwam. Dilnur, die asiel heeft aangevraagd, zei dat ze bang is om een "belangrijk" document bij de Chinese ambassade op te gaan halen, zoals haar wordt gevraagd. Voordat alle contact met haar familieleden in Xinjiang werd verbroken, had een familielid - dat mogelijk informatie van de politie in Xinjiang had opgevangen - gewaarschuwd dat de ambassade haar wel 'te pakken zou krijgen' en zou terugsturen naar Xinjiang als ze niet vrijwillig terugkeerde. Ze was bang te spreken over de gevangenneming van haar ouders in april 2017 uit angst voor haar eigen veiligheid en die van andere familieleden in Xinjiang.
Eldana Abbas, een Oeigoerse activiste en tolk uit Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang, woont momenteel in Australië. Ook zij beschreef hoe ze in 2018 en 2019 dergelijke telefoons van de Chinese ambassade in Canberra kreeg. De gesprekken gaven haar het gevoel dat haar veiligheid en die van haar familie werden bedreigd.
"Het voelde alsof ik moest oppassen voor mensen om me heen en rond mijn huis," aldus Eldana. Ze zei dat ze individuen en groepen mensen heeft gezien die volgens haar Chinese agenten zijn, die haar en haar vrienden fotograferen tijdens hun activiteiten.
OEIGOEREN doelwit OMDAT ZIJ ZICH laten horen
Abdurehim Gheni, een bekende Oeigoerse activist in Nederland, vertelde Amnesty International dat ook hij regelmatig werd gevolgd en geïntimideerd door onbekenden, volgens hem Chinezen. Abdurehim zei dat hij tijdens de wekelijkse vreedzame eenmansdemonstraties die hij sinds juni 2018 rond de Dam in Amsterdam houdt, werd gefotografeerd en bedreigd. Hij vertelde dat er één keer, in oktober 2018, drie Chinese mannen en een vrouw in de buurt van de plaats van zijn protest verschenen en naar mensen in de buurt begonnen te schreeuwen dat Abdurehim "valse informatie verspreidde" en "het verdiende te sterven omdat hij China's reputatie schaadde". Ze zouden naar verluidt hebben gewaarschuwd dat hij "snel zou worden vernietigd" als hij zou doorgaan. Hij heeft ook telefonische doodsbedreigingen ontvangen. Hoewel het niet duidelijk is of de groep namens de Chinese autoriteiten handelde, dreven deze bedreigingen Abdurehim ertoe steun te zoeken bij de Nederlandse politie. Die plaatste een politievoertuig bij zijn protestplaats en gaf hem een direct contactnummer dat hij kon bellen als hij zich bedreigd voelde.
Rushan Abbas vertelde Amnesty International dat haar leven op zijn kop werd gezet nadat haar zus Gulshan in september 2018 in Xinjiang werd weggehaald.
Rushan denkt dat haar zus, een gepensioneerde arts, slechts enkele dagen nadat zij een toespraak hield over de massale detentie van Oeigoeren in Xinjiang, verdween. "Dat is de tactiek van Beijing om mij het zwijgen op te leggen en mijn activisme in de Verenigde Staten te stoppen," zegt ze.
Rushan is sindsdien onder vuur genomen door Chinese officiële media, zoals de Global Times, die haar ervan beschuldigt een "separatiste" te zijn en geruchten te verspreiden over de detentie van Oeigoeren in Xinjiang.
CHINA ZOEKT INFORMANTEN EN voedt KLIMAAT VAN WANTROUWEN
Naast de druk die wordt uitgeoefend op Oeigoeren in het buitenland, zijn er ook nog de agressieve pogingen van de Chinese veiligheidspolitie om informanten te werven die dan anderen in overzeese Oeigoese gemeenschappen zouden verklikken. Door de onzekerheid over wie onder hen mogelijk verslag uitbrengt aan Chinese veiligheidsagenten ontstaan achterdocht en wantrouwen die het gevoel van isolatie en angst verder voeden. De alomtegenwoordigheid van deze gevoelens draagt bij aan groeiende wanhoop en depressies bij de over de wereld verspreide gemeenschappen.
Musajan (pseudoniem), die ook in Nederland woont, zei dat hij via WeChat werd gecontacteerd door een ex-klasgenoot die nu voor de Chinese veiligheidspolitie werkt. De man vroeg hem om informatie te verzamelen over andere Oeigoeren in Nederland en hem die toe te sturen. Musajan zei dat hij het verzoek zo intimiderend vond dat hij WeChat van zijn mobiele telefoon had verwijderd.
Ismayil Osman, een Oeigoerse fabrieksarbeider die momenteel in Nederland woont, vertelde het volgende: “Chinese politiemannen vroegen mijn broer [in Xinjiang om] mijn telefoonnummer. In november 2014 benaderde [de Chinese politie] mijn broer en dwong hem mij te bellen. Ze namen het gesprek over en vertelden me dat ik informatie moest verstrekken [door te spioneren] over andere Oeigoeren in Nederland. Anders zouden ze [mijn] broer meenemen.”
STATEN MOETEN OEIGOEREN BESCHERMEN TEGEN DREIGING VAN DEPORTATIE
Een van de redenen waarom Oeigoeren zo bang zijn dat de Chinese autoriteiten zoveel weten over hun verblijfplaats in het buitenland, is het besef dat China regeringen van andere landen onder druk heeft gezet om Oeigoeren die China hebben verlaten, terug te sturen. In 2015 bijvoorbeeld, toen Thailand meer dan 100 Oeigoeren die daar hun toevlucht hadden gezocht, terugstuurde. Egypte heeft in 2017 op aandringen van de Chinese autoriteiten 16 studenten teruggestuurd, waaronder Yiliyasijiang Reheman. Chinese Oeigoeren in het buitenland vrezen dat ze, als ze worden teruggestuurd, onvermijdelijk in de "heropvoedingskampen" in Xinjiang worden gevangengezet. Voor degenen die wachten op asiel in de landen waar ze verblijven, is deportatie een bron van grote bezorgdheid, vooral als ze ook nog bang zijn door anderen in hun gemeenschap te worden bespioneerd.
Nog groter wordt de angst wanneer Oeigoeren in het buitenland van de Chinese ambassades of consulaten te horen krijgen dat ze hun Chinese paspoort alleen kunnen verlengen door naar Xinjiang terug te keren. Deze angst is niet ongegrond. Volgens een van de onlangs uitgelekte documenten, “Bulletin nr. 2”, worden Oeigoeren en andere overwegend islamitische etnische groepen door Chinese ambassades en consulaten individueel gescreend als ze hun Chinese paspoort willen vernieuwen of een visum aanvragen om terug te keren naar China. Hun gegevens worden door de autoriteiten in Xinjiang gecontroleerd aan de hand van een "geïntegreerd platform" van gegevens die worden verkregen via een grootschalig afluister- en massasurveillanceprogramma. Als de autoriteiten op basis van deze screening besluiten dat "vermeend terrorisme niet kan worden uitgesloten", worden deze mensen waarschijnlijk gearresteerd of naar "heropvoedingskampen" gestuurd.
Staten zijn op grond van het internationale recht verplicht om het beginsel van non-refoulement na te leven door ervoor te zorgen dat mensen niet, direct of indirect, worden teruggestuurd naar een land waar een reëel risico bestaat op ernstige mensenrechtenschendingen.
Sinds 2018 hebben Duitsland en Zweden zich officieel geëngageerd om geen Oeigoeren of leden van andere overwegend islamitische etnische groepen uit Xinjiang naar China te deporteren.
De scherp geformuleerde resolutie (2019/2945 [RSP]) van het Europees Parlement over de situatie van de Oeigoeren in China, is op 19 december 2019 met een overweldigende meerderheid aangenomen.
Het Europees Parlement sprak zijn diepe bezorgdheid uit over meldingen van intimidatie van Oeigoeren in het buitenland door de Chinese autoriteiten om hen te dwingen op te treden als informant tegen andere Oeigoeren, terug te keren naar Xinjiang of om te zwijgen over de situatie daar, soms door hun familieleden vast te houden. In de resolutie wordt de EU opgeroepen haar inspanningen op te voeren om Oeigoeren en EU-inwoners van Oeigoerse herkomst te beschermen tegen bedreiging en intimidatie door de Chinese autoriteiten. De resolutie roept de Chinese autoriteiten ook op een einde te maken aan de huidige onderdrukking waaronder detentie, vervolging door justitie en intimidatie.
De intimidatie door de Chinese overheid van Oeigoeren en Chinese onderdanen in de Verenigde Staten wordt ook genoemd in het gewijzigde wetsvoorstel voor de UIGHUR Act van 2019, een wetsvoorstel dat op 3 december 2019 in het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden werd aangenomen met een stemming van 407 tegen 1.
Het is van vitaal belang dat alle landen waar leden van de Oeigoerse diaspora aankomen of aanwezig zijn, maatregelen nemen om de gemeenschap te beschermen tegen de dreiging van deportatie naar China, waar ze het risico lopen naar een interneringskamp in Xinjiang te worden gestuurd.