Afbeelding
Noordelijk Irak: satellietbeelden tonen massale vernielingen
Rapport

Noordelijk Irak: satellietbeelden tonen massale vernielingen

20 januari 2016

Peschmerga-troepen van de Koerdische Regionale Overheid en Koerdische milities hebben in het noorden van Irak duizenden huizen in brand gestoken, gesloopt en opgeblazen om Arabische gemeenschappen te verdrijven en te straffen voor veronderstelde steun aan IS.

Het rapport Banished and dispossessed: Forced displacement and deliberate destruction in northern Iraq is gebaseerd op veldonderzoek in 13 dorpen en steden. De mensenrechtenorganisatie verzamelde verklaringen van meer dan 100 ooggetuigen en mensen die op de vlucht sloegen. De bevindingen worden bevestigd door satellietbeelden die die de massale vernielingen tonen die aangericht werden door de Peschmerga-troepen en in sommige gevallen door Yezidi-milities en Koerdische gewapende groepen uit Syrië en Turkije die samenwerken met de Peschmerga.

“Burgers verjagen en woningen opzettelijk vernietigen zonder militaire reden kan een oorlogsmissdaad zijn,” zegt Karen Moeskops, directeur van Amnesty International Vlaanderen. “Tienduizenden Arabische burgers die hun huis moesten ontvluchten, moeten nu zien te overleven in beroerde omstandigheden in geïmproviseerde kampen. Velen hebben alles verloren en de Peschmerga-troepen staan hen niet toe om terug te keren naar hun dorpen.”

Tussen september 2014 en maart 2015 hebben de Perschmerga-troepen verschillende dorpen en steden in de provincies Ninewa, Kirkuk en Diyala heroverd op IS. Vele dorpen werden toen met de grond gelijk gemaakt.

“Nadat onze huizen in brand gestoken waren, wilden we terugkeren om de schade te herstellen. De Peschmerga stonden ons dat echter niet toe en de Yezidi-milities kwamen later terug om alles met bulldozers te verwoesten, ook onze boomgaarden. Er valt niets meer te redden nu,” zegt Ayub Salah, een inwoner van Sibaya ten noordoosten van het Sinjar-gebergte.

Volgens de Koerdische Regionale Overheid is het verdrijven van de Arabische gemeenschappen noodzakelijk omwille van veiligheidsredenen. Het lijkt er echter sterk op dat deze praktijken gericht zijn op het bestraffen van veronderstelde sympathieën voor IS en op het consolideren van betwiste grond. Dit beleid vindt deels haar oorsprong in misbruiken die gepleegd werden door het regime van Sadam Hoessein dat Koerden uit deze regio verdreef en er Arabieren liet vestigen.

“De Koerdische Regionale Overheid heeft de plicht om individuen die verdacht worden van deelname aan IS-gruwel te vervolgen en berechten. Een volledige gemeenschap straffen voor de misdrijven van enkelen of op basis van vage onbevestigde beschuldigingen is echter ontoelaatbaar,” zegt Karen Moeskops.

De Koerdische Regionale Overheid wordt geconfronteerd met ongeziene uitdagingen sinds honderdduizenden mensen hun toevlucht zochten tot hun grondgebied toen IS grote delen van noordelijk Irak veroverde in 2014. Deze moeilijke omstandigheden kunnen echter geen rechtvaardiging zijn voor de opzettelijke vernielingen en andere ernstige wanpraktijken die beschreven worden in dit Amnesty-rapport.

“Er moet onmiddellijk een einde komen aan de massale vernielingen van eigendommen. Burgers van wie het huis geplunderd of vernietigd werd, moeten compensatie krijgen. Mensen moeten ook toestemming krijgen om terug te keren naar hun dorpen,” zegt Karen Moeskops.

“De internationale gemeenschap, waaronder de leden van VS-coalitie tegen IS en anderen die de Peschmerga-troepen steunen, moet publiekelijk alle inbreuken op het internationaal recht veroordelen en erover waken dat ze zich niet medeplichtig maken aan dergelijke misdrijven.”

Download hier het rapport.

Lees ook

Meer nieuws