Leger van Myanmar rooft land van Rohingya
In de deelstaat Rakhine in Myanmar verdrijft het leger de etnische minderheidsgroep Rohingya van hun land en maakt hun dorpen met de grond gelijk, om plaats te maken voor militaire bases, helikopterplatforms en wegen.
Dat blijkt uit Remaking Rakhine State, een nieuwe briefing van Amnesty International. De briefing is gebaseerd op ooggetuigenverslagen en analyse van satellietbeelden uit de gebieden waaruit honderdduizenden Rohingya zijn gevlucht als gevolg van een militaire campagne van etnische zuivering.
Het dorp Ah Htet Nan Yar werd platgebrand. In januari 2018 is er een weg te zien op de satellietbeelden, dwars doorheen het dorp.
Sinds januari zijn het tempo van de illegale landonteigening en de bouwactiviteiten opgevoerd. De nieuwe wegen en gebouwen op de verbrande dorpen en het land van de Rohingya maken het nog minder waarschijnlijk dat de vluchtelingen terug kunnen keren naar waar ze vandaan kwamen.
Misdaden tegen de menselijkheid
Sinds augustus 2017 beging het leger van Myanmar veel misdaden tegen de menselijkheid. Mannen, vrouwen en kinderen werden vermoord, vrouwen en meisjes verkracht en op andere manieren seksueel vernederd, en honderden dorpen platgebrand. Het geweld in Rakhine is inmiddels geluwd, maar de campagne om de Rohingya van hun land te verdrijven – en hun terugkeer te verhinderen – gaat onverminderd voort.
