Latijns-Amerika: mensenrechtenverdedigers in het vizier
Overal in de wereld liggen mensen die opkomen voor mensenrechten onder vuur. Ze worden lastiggevallen, gemarteld, gevangengezet en zelfs gedood, alleen maar omdat ze hun nek uitsteken voor anderen. In Latijns-Amerika is dit de afgelopen dagen huiveringwekkend duidelijk geworden.
Op woensdag 14 maart 2018 werd Marielle Franco doodgeschoten in Rio de Janeiro, Brazilië. Marielle was 38, een vurig verdedigster van de mensenrechten en gemeenteraadslid. Als een van de weinigen durfde ze het politiegeweld en de buitengerechtelijke executies in Brazilië aan de kaak te stellen.
In koelen bloede vermoord
De moord op Marielle is een afschuwelijke herinnering aan de immense gevaren waaraan mensenrechtenverdedigers in Latijns-Amerika zich bloot stellen. De Braziliaanse overheid kan niet langer toekijken hoe mensenrechtenactivisten vermoord worden zonder dat de schuldigen berecht worden.
Amnesty advocacy colleagues from Europe and Central-Asia calling for justice for murdered HRD Marielle Franco: https://t.co/OOoU0P4dk3#JustiçaParaMarielle#MariellePresentepic.twitter.com/7soA6Jfn59
— AmnestyInternational (@amnestyvl) 16 maart 2018
Vader en 2 zonen gedood
Enkele dagen later, op 19 maart 2018, zat Javier Bernardo Cuero Ortíz samen met zijn broer Silvio Dubán voor een winkel in de stad Tumaco, in het zuiden van Colombia. Plots kwamen er mannen op een motorfiets aangereden die het vuur op hen openden. De beide broers lieten het leven.
Negen maanden eerder was ook hun vader Bernardo Cuero Bravo vermoord. Bernardo was een mensenrechtenverdediger en leider van AFRODES, een vereniging voor Afro-Colombiaanse slachtoffers van gedwongen uithuiszetting. Tijdens de eerste hoorzitting in het proces rond zijn moord, een paar weken geleden, was er bewijs aangebracht van de mogelijk opdrachtgevers van de moord.
Bernardo Cuero had de Colombiaanse overheid meermaals om bescherming gevraagd voor zichzelf en zijn familie. De overheid weigerde telkens. In Colombia zijn mensenrechtenverdedigers en hun gezinnen extreem kwetsbaar. In 2017 registreerde het Bureau van de Hoge Commissaris voor de mensenrechten 441 aanvallen, waaronder 121 moorden. In 2018 vielen er al 20 dodelijke slachtoffers.
