Afbeelding
Persbericht

Iran: Twee jaar sinds ‘Vrouw Leven Vrijheid’-opstand viert straffeloosheid hoogtij

11 september 2024

Mensen in Iran lijden nog steeds onder de verwoestende gevolgen van het brute optreden van de autoriteiten tegen de ‘Vrouw Leven Vrijheid’-opstand. Tezelfdertijd houdt de systematische straffeloosheid voor internationale misdrijven aan. Dat zegt Amnesty International voorafgaand aan de tweejarige verjaardag van de protesten, waarbij mensen in heel Iran tientallen jaren onderdrukking en discriminatie op grond van geslacht aanvochten.

Veiligheidstroepen vuurden aanvalsgeweren af, schoten met metalen pellets en traangasbussen, en sloegen demonstranten hardhandig met wapenstokken. Honderden demonstranten en omstanders - waaronder tientallen kinderen - werden gedood door het politiegeweld. Nog veel meer mensen liepen verwondingen op die hun voor het leven zullen tekenen.

De Iraanse autoriteiten hebben geprobeerd om familieleden die de waarheid en gerechtigheid wilden voor de onwettige moorden op hun dierbaren het zwijgen op te leggen door middel van willekeurige opsluiting, onrechtvaardige vervolging, doodsbedreigingen en andere niet aflatende pesterijen.

Twee jaar later hebben de autoriteiten ook hun aanval op de mensenrechten verder opgevoerd, door een “oorlog tegen vrouwen en meisjes” te voeren via een steeds gewelddadiger optreden tegen degenen die zich verzetten tegen de draconische wetten met kledingvoorschriften zoals de verplichting om een sluier te dragen. De doodstraf wordt nu ook vaker ingezet om andersdenkenden het zwijgen op te leggen.

“De verjaardag van de ‘Vrouw Leven Vrijheid’-opstand is een grimmige herinnering dat talloze mensen in Iran nog steeds lijden onder de gevolgen van het brute optreden van de autoriteiten. Nabestaanden van dodelijke slachtoffers, overlevenden en hun naasten worden nog steeds waarheid, gerechtigheid en genoegdoening ontzegd voor misdaden volgens het internationaal recht en andere ernstige mensenrechtenschendingen begaan door Iraanse overheidsfunctionarissen tijdens en in de nasleep van de opstand”, aldus Diana Eltahawy, Amnesty International's plaatsvervangend regionaal directeur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika.

“De Iraanse autoriteiten hebben de afgelopen twee jaar een propagandacampagne gevoerd om te proberen overlevenden en families van slachtoffers tot zwijgen te intimideren. Ze ontkennen en verdraaien feiten en verbergen bewijs van hun misdaden.”

Er zijn geen effectieve, onpartijdige en onafhankelijke strafrechtelijke onderzoeken ingesteld naar de ernstige mensenrechtenschendingen en misdaden onder internationaal recht door de Iraanse autoriteiten tijdens en in de nasleep van de nationale protesten van september-december 2022, waaronder het grootschalige en onwettige gebruik van geweld en vuurwapens door veiligheidstroepen.

Omdat er geen vooruitzicht is op onafhankelijk en onpartijdig onderzoek in eigen land, is het noodzakelijk dat staten strafrechtelijke onderzoeken starten naar de misdaden die zijn begaan door de Iraanse autoriteiten via hun binnenlandse openbare ministeries volgens het principe van universele rechtsmacht.”

'Oorlog tegen vrouwen’

De Iraanse autoriteiten blijven alles doen om de krachtige beweging voor meer vrouwenrechten de kop in te drukken. Die beweging, die onder meer strijdt tegen de verplichte sluierdracht, won aan kracht na de dood in hechtenis van Mahsa Zhina Amini en de ‘Vrouw Leven Vrijheid’-opstand. In april 2024 lanceerden de autoriteiten in respons hierop een nieuwe nationale campagne, het zogenaamde “Noor Plan”. Sindsdien is er een zichtbare toename van veiligheidspatrouilles te voet, op motoren, in auto's en politiebusjes in openbare ruimten om verplichte sluiering af te dwingen.

Gevaarlijke achtervolgingen om auto's van vrouwelijke chauffeurs op de weg tegen te houden, massale inbeslagname van hun voertuigen en gevangenisstraffen zijn deel van het hardere optreden. Zelfs geseling en andere straffen die neerkomen op foltering of andere mishandeling worden ingezet.

  • Op 22 juli 2024 vuurden agenten van de Iraanse politie dodelijke munitie af op een auto waarin de 31-jarige Arezou Badri zat, waardoor ze ernstig gewond raakte. Volgens mediaberichten wilden de agenten de auto in beslag nemen om de verplichte sluierwetten af te dwingen.
  • In augustus 2024 circuleerde er een verontrustende video op sociale media waarop te zien is hoe meerdere agenten twee 14-jarige meisjes, die hun hoofddoek hadden afgedaan, met geweld aanvallen. Een van de meisjes, Nafas Hajisharif, vertelde in een interview met de media:

“Ze trokken me aan mijn haar, schreeuwden naar me en vloekten ... toen ze me meenamen naar het busje, gooiden ze me op de grond. Een vrouwelijke agent sloeg me, zette haar knie op mijn keel en sloeg hard op mijn hoofd. Mijn hoofd zat klem tussen de stoelen en ze schopten tegen de zijkant van mijn bovenlichaam.”

Verschillende overheidsinstanties werken samen en dragen verantwoordelijkheid voor de totale aanval op vrouwen en meisjes die hun mensenrechten opeisen. De handhavers van de vernederende en discriminerende Iraanse sluierwetten zijn onder andere de Morele Veiligheidspolitie (amniat-e akhlaghi), verkeerspolitie, openbare ministeries, rechtbanken, het Ministerie van Inlichtingen, de Revolutionaire Garde, inclusief de Basij-troepen, en agenten in burger.

Ondertussen staat het Iraanse parlement op het punt om een “Wet ter ondersteuning van de cultuur van kuisheid en Hijab” aan te nemen. De bedoeling is om een schijn van legaliteit toe te voegen aan de almaar driestere strijd tegen vrouwen en meisjes die zich niet aan de sluierplicht houden.

Gebruik van de doodstraf opgevoerd

Sinds de 'Vrouw Leven Vrijheid'-opstand hebben de Iraanse autoriteiten de doodstraf vaker toegepast, met in 2023 het hoogste aantal executies in acht jaar. De autoriteiten gebruikten de doodstraf als onderdrukkingsmiddel om de bevolking te terroriseren. Vooral de onderdrukte etnische Baluchi-minderheid werd onevenredig zwaar getroffen door executies.

De autoriteiten executeerden sinds december 2022 tien mannen in verband met de protesten van september-december 2022, waaronder Reza (Gholamreza) Rasaei die op 6 augustus 2024 in het geheim werd geëxecuteerd.

De willekeurige executies volgden na zeer oneerlijke schijnprocessen die berustten op “bekentenissen” die waren verkregen door foltering en andere vormen van mishandeling, waaronder seksueel geweld. Aantijgingen van dergelijke mishandelingen werden door de overheid niet onafhankelijk en onpartijdig onderzocht.

Tal van andere mensen lopen nog steeds het risico geëxecuteerd te worden of ter dood veroordeeld te worden in verband met de protesten, waaronder Mojahed Kourkouri.

De doodstraf wordt ook opgelegd tegen vrouwen op grond van politiek gemotiveerde aanklachten. Mensenrechtenactiviste Sharifeh Mohammadi en de Koerdische burgeractiviste Pakhshan Azizi werden onlangs veroordeeld voor “gewapende rebellie tegen de staat” (baghi) en ter dood veroordeeld door Revolutionaire Rechtbanken in afzonderlijke zaken, alleen vanwege hun vreedzame activisme. Uit alarmerende rapporten blijkt dat ze in gevangenschap gefolterd en op andere manieren mishandeld zijn. Ten minste twee andere vrouwen, Wrisha Moradi en Nasim Gholami Simiyari, zijn in afzonderlijke zaken ook berecht voor “gewapende rebellie tegen de staat” (baghi).

Seksueel geweld als wapen

In de afgelopen twee jaar zijn de autoriteiten blijven ontkennen dat functionarissen degenen die tijdens de protesten werden vastgehouden, hebben onderworpen aan foltering en andere vormen van mishandeling, waaronder verkrachting en andere vormen van seksueel geweld.

Tijdens de opstand hebben Iraanse veiligheids- en inlichtingendiensten zich op grote schaal schuldig gemaakt aan foltering en andere vormen van mishandeling van gedetineerde demonstranten. In december 2023 beschreef Amnesty International het schrijnende gebruik van verkrachting, waaronder groepsverkrachting, en andere vormen van seksueel geweld door de Iraanse autoriteiten bij hun pogingen om protesten de kop in te drukken en demonstranten, waaronder kinderen van 12 jaar, te terroriseren en te straffen.

In maart 2024 reageerde de Hoge Raad voor de Mensenrechten van de Islamitische Republiek Iran, die geen onafhankelijk orgaan is en deel uitmaakt van de rechterlijke macht, op het onderzoek van Amnesty International. In een mededeling beweerde ze dat de rechterlijke macht van Iran klachten had onderzocht en “constateerde dat in 28 van de 31 provincies geen klachten waren ingediend onder de noemer verkrachting, aanranding en seksuele intimidatie”. Amnesty International heeft echter consequent gedocumenteerd hoe vervolgende en gerechtelijke autoriteiten bewijs van seksueel geweld, inclusief klachten van overlevenden, hebben weggewuifd of verdoezeld.

In de drie provincies waar ambtenaren zeiden dat ze beschuldigingen van seksueel geweld door inlichtingen- en veiligheidstroepen hadden ontvangen, beweerden de autoriteiten dat deze personen zich voordeden als ordehandhavers. In een uitgelekt officieel document van 20 oktober 2022 van de plaatsvervangend openbare aanklager van Teheran werd echter erkend dat twee vermoedelijke daders van verkrachting van demonstranten agenten van de Revolutionaire Garde waren, en werd geadviseerd om de zaak als “volledig geheim” te classificeren.

Crisis van systemische straffeloosheid

Iraanse functionarissen die verdacht worden van strafrechtelijke verantwoordelijkheid voor misdaden volgens het internationaal recht en andere mensenrechtenschendingen zijn nog steeds niet berecht.

In maart 2024 publiceerde de “Speciale Commissie voor het Onderzoek van de Onrust van 2022” - een niet-gerechtelijke en partijdige commissie die door de inmiddels overleden president was opgericht om de officiële campagne van ontkenning, verdraaiing en doofpotaffaire te vergemakkelijken - haar rapport. De commissie beweerde dat de veiligheidstroepen “verantwoordelijk hadden gehandeld” in reactie op de protesten, ondanks het consistente en goed gedocumenteerde gebruik van onwettig geweld, waaronder dodelijk geweld.

De Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties verlengde het mandaat van de VN-onderzoeksmissie naar Iran (Fact-Finding Mission on Iran, afgekort FFMI) in april 2024, maar de Iraanse autoriteiten blijven weigeren om samen te werken met het onafhankelijke orgaan en ontzeggen haar leden de toegang tot het land.

Amnesty International sluit zich aan bij de aanbevelingen van de FFMI aan alle staten om strafrechtelijke onderzoeken in te stellen naar Iraanse functionarissen die verdacht worden van misdaden onder het internationaal recht volgens het principe van universele rechtsmacht, ongeacht of de verdachte zich al dan niet op hun grondgebied bevindt, en om “structurele onderzoeken in te stellen naar de algemene situatie in verband met de protesten van 2022 zonder een geïdentificeerde verdachte”.

Lees ook

Meer nieuws