Afbeelding
© Amnesty International
Actueel

Iran: groeiende bezorgdheid over foltering en executies van personen die worden beticht van ‘spionage’ voor Israël

20 juni 2025

De Iraanse autoriteiten moeten plannen voor willekeurige executies stopzetten. Mensen die zijn gearresteerd op beschuldiging van spionage voor Israël moeten worden beschermd tegen gedwongen verdwijning, foltering en andere vormen van mishandeling. Een van minstens acht mensen die nu acuut risico lopen op executie is de Zweeds-Iraanse dokter Ahmadreza Djalali. Amnesty blijft aandringen om zijn onterechte veroordeling ongedaan te maken en hem vrij te laten.

Risico op versnelde processen en executies

Sinds Israël op 13 juni Iran aanviel, hebben de Iraanse autoriteiten tientallen mensen gearresteerd op beschuldiging van ‘collaboratie’ met Israël. Ze deden daarbij beangstigende verklaringen over versnelde processen en executies. Op 16 juni werd in deze context al één man geëxecuteerd.

Er is grote bezorgdheid over degenen die al in de dodencel zitten, waaronder ten minste acht mannen die na oneerlijke processen ter dood zijn veroordeeld op basis van dergelijke beschuldigingen.

“Officiële oproepen tot versnelde processen en executies van personen die zijn gearresteerd wegens vermeende samenwerking met Israël laten zien hoe de Iraanse autoriteiten de doodstraf inzetten als wapen om controle uit te oefenen en angst te zaaien onder de Iraanse bevolking. De autoriteiten moeten ervoor zorgen dat alle gedetineerden worden beschermd tegen gedwongen verdwijningen, foltering en andere vormen van mishandeling, en dat zij te allen tijde een eerlijk proces krijgen, ook tijdens gewapende conflicten”, aldus Hussein Baoumi, adjunct-regiodirecteur voor het Midden-Oosten en Noord-Afrika bij Amnesty International.

"De doodstraf is de ultieme wrede, onmenselijke en vernederende straf en mag onder geen enkele omstandigheid worden toegepast. Het gebruik ervan voor spionage of andere daarmee verband houdende misdrijven waarbij geen sprake is van opzettelijke doodslag, is uitdrukkelijk verboden onder het internationaal recht. Het overhaast executeren van mensen op basis van ‘bekentenissen’ verkregen door foltering en na grove oneerlijke processen zou een gruwelijk misbruik van macht en een flagrante schending van het recht op leven zijn. De autoriteiten moeten onmiddellijk alle plannen voor verdere executies of het opleggen van doodvonnissen stopzetten en met spoed een moratorium op alle executies instellen."

Alarmerende oproepen van hoge functionarissen

De vrees voor willekeurige executies is toegenomen na alarmerende officiële verklaringen waarin melding wordt gemaakt van tientallen arrestaties in het hele land wegens vermeende “spionage” of “collaboratie” met Israël, samen met bevelen tot versnelde processen en executies.

Op 15 juni gaf het hoofd van de Iraanse rechterlijke macht, Gholamhossein Mohseni Eje'i, de procureur-generaal en de provinciale openbare aanklagers opdracht om “elementen die de vrede en veiligheid van het volk verstoren” of “samenwerken” met Israël te straffen. Hij zei dat versnelde procedures mensen zullen ‘afschrikken’ en gaf opdracht om personen “uiterst snel” te berechten, te veroordelen en te straffen.

Op dezelfde dag kondigde de Hoge Raad voor Nationale Veiligheid, het hoogste besluitvormingsorgaan van Iran, aan dat zogenaamde acties “ten gunste van Israël zouden worden beantwoord met een beslissende reactie en de zwaarste straf”, namelijk executie op grond van de aanklachten “vijandschap tegen God” (moharebeh) en “corruptie op aarde” (efsad fel-arz), waarop volgens de Iraanse wet de doodstraf staat.

In de verklaring werd uitgelegd dat de acties die volgens de Hoge Raad voor Nationale Veiligheid onder deze twee doodstrafbare feiten vallen, onder meer bestaan uit pogingen om “het imago van het zionistische regime te legitimeren of wit te wassen”, “geruchten of valse informatie te verspreiden”, “individuen of groepen aan te zetten of aan te moedigen tot handelingen die de nationale veiligheid in gevaar brengen” of “verdeeldheid zaaien tussen de verschillende segmenten van de samenleving, etnische groepen en religieuze groeperingen in het land”.

Vage, al te brede aanklachten

De verklaring onderstreept de reeds lang bestaande bezorgdheid over de veel te ruime definities van de misdrijven “vijandschap tegen God” (moharebeh) en “corruptie op aarde” (efsad fel-arz). De Iraanse wetgeving staat voor die aanklachten de doodstraf toe en ze worden zowel ingezet om het uitoefenen van de vrijheid van meningsuiting te bestraffen – wat nooit strafbaar hoort te worden gesteld – als voor misdrijven zoals spionage.

Het bestraffen van spionage kan onder internationaal recht wel, maar bereikt niet de drempel van “meest ernstige misdrijven” die gehanteerd wordt als minimumvoorwaarde voor het nog toestaan van de toepassing van de doodstraf. Zolang een staat de doodstraf nog niet heeft afgeschaft, schrijft het internationaal recht immers voor dat die straf enkel mag worden gehanteerd voor de meest ernstige misdrijven, dat wil zeggen misdrijven waarbij sprake is van het opzettelijk doden van mensen.

Altijd en overal tegen de doodstraf

Op 17 juni 2025 heeft het Iraanse parlement ook een motie aangenomen om een wetsvoorstel versneld in behandeling te nemen dat het gebruik van de doodstraf voor “spionage” of “samenwerking met vijandige regeringen”, waaronder Israël en de Verenigde Staten, vergemakkelijkt. Momenteel staat op spionage gevangenisstraf; om de doodstraf te kunnen eisen, moeten openbare aanklagers daarom verschillende handelingen combineren om aan te tonen dat deze samen “corruptie op aarde” (efsad fel-arz) vormen. Volgens dit wetsvoorstel vallen ‘spionage’ of “samenwerking met vijandige regeringen” automatisch onder de aanklacht “corruptie op aarde” (efsad fel-arz) en worden ze bestraft met de doodstraf.

Amnesty International is in alle omstandigheden tegen de doodstraf, ongeacht wie de beschuldigde is, de aard of omstandigheden van het misdrijf, schuld of onschuld, of de wijze van executie.

Iran heeft een lange en gruwelijke geschiedenis van schendingen van de mensenrechten van personen die om redenen van nationale veiligheid zijn vastgehouden. Amnesty International herhaalt daarom zijn dringende oproep om ervoor te zorgen dat alle recent gearresteerden worden beschermd tegen gedwongen verdwijningen, foltering en andere vormen van mishandeling. Alle mensen die van hun vrijheid zijn beroofd, moeten vanaf het moment van hun arrestatie toegang krijgen tot een advocaat van hun keuze en een eerlijk proces krijgen in overeenstemming met het internationaal recht, zonder dat de doodstraf wordt opgelegd. Degenen die zijn vastgehouden vanwege de vreedzame uitoefening van hun recht op vrijheid van meningsuiting moeten onmiddellijk en onvoorwaardelijk worden vrijgelaten.

Verhoogd risico op executie voor personen die al in de dodencel zitten

Na de executie van Esmail Fekri op 16 juni in de Ghezel Hesar-gevangenis in Karaj, in de provincie Alborz, na een manifest oneerlijk proces, vreest Amnesty International dat de autoriteiten, in een misplaatste poging om hun macht te tonen, voor de executie van nog minstens acht andere personen. Zij werden in afzonderlijke zaken ter dood veroordeeld op beschuldiging van spionage of samenwerking met Israël, na grove schendingen van het recht op een eerlijk proces.

Onder hen bevindt zich de Zweeds-Iraanse academicus Ahmadreza Djalali, die sinds 2016 willekeurig wordt vastgehouden in de Evin-gevangenis in Teheran. Een revolutionaire rechtbank heeft hem ter dood veroordeeld wegens “corruptie op aarde” (efsad-e fel-arz) in oktober 2017 na een grove schending van het recht op een eerlijk proces op basis van gedwongen “bekentenissen” die onder foltering en andere vormen van mishandeling zijn afgedwongen, waaronder dreigementen om hem te executeren en zijn familie te doden of anderszins kwaad te doen.

Anderen die gevaar lopen zijn onder meer Afshin Ghorbani Meyshani, Azad Shojaei, Edris Aali en de Iraakse staatsburger Rasoul Ahmad Rasoul, die allemaal vastzitten in de centrale gevangenis van Urumieh, in de provincie West-Azerbeidzjan; Mohammad Amin Mahdavi Shayesteh, vastgehouden in de Ghezal Hesar-gevangenis in de provincie Alborz; Rouzbeh Vadi, vastgehouden in de Evin-gevangenis in de provincie Teheran; en Shahin Basami, vastgehouden in de Adel Abad-gevangenis in de provincie Fars.

Ahmadreza Djalali, Afshin Ghorbani Mishani, Azad Shojaie, Edris Aali en Mohammad Amin Mahdavi Shayesteh lopen allemaal een acuut risico op executie, aangezien het Hooggerechtshof hun doodvonnissen heeft bekrachtigd.

Achtergrond

Sinds de escalatie van de vijandelijkheden tussen Israël en Iran op 13 juni zijn volgens een woordvoerder van de Iraanse regering ten minste 224 mensen gedood in Iran, onder wie 74 vrouwen en kinderen. Volgens het Israëlische leger zijn ondertussen ten minste 24 mensen, onder wie vrouwen en kinderen, gedood in Israël.

Lees ook

Meer nieuws