Indiase rechtbank dagvaardt Dow Chemicals voor Bhopal-giframp
23 juli 2013 besloot een Indiase rechtbank om het Amerikaanse chemieconcern The Dow Chemical Company te dagvaarden, omdat Dows dochtermaatschappij Union Carbide Corporation (UCC) dagvaardingen negeert. UCC wordt aangeklaagd voor ‘dood door schuld’ voor de giframp in Bhopal in 1984.
Het besluit van de rechtbank is een belangrijke eerste stap om het chemieconcern ter verantwoording te roepen voor één van de grootste industriële rampen uit de geschiedenis.
Dow Chemical gaat er ten onrechte van uit dat het geen enkele verantwoordelijkheid draagt voor de nasleep van de giframp in Bhopal, omdat het ten tijde van de ramp niet de eigenaar was van de fabriek. Maar het besluit van de Indiase rechtbank van gisteren betekent dat Dow eindelijk verantwoording moet afleggen.
In 1987 klaagde de Indiase regering UCC en voormalig voorzitter Warren Anderson aan voor ‘dood door schuld’. Ruim 26 jaar heeft UCC de dagvaardingen van de Indiase rechtbank genegeerd. Anderson heeft aan vervolging kunnen ontsnappen door in het buitenland te gaan wonen. Een verzoek tot zijn uitlevering ligt nog steeds bij de Amerikaanse autoriteiten.
Duizenden slachtoffers
De giframp in 1984 in het Indiase Bhopal kostte aan meer dan 22.000 mensen het leven en meer dan 100.000 mensen kampen nog steeds met ernstige gezondheidsproblemen. Een wolk van dodelijk gas spoot in december van dat jaar uit een pesticidenfabriek van Union Carbide, dat in 2001 volledig door Dow werd overgenomen.
Sindsdien hebben overlevenden en mensenrechtenorganisaties bij Dow aangedrongen op maatregelen om de nog steeds voortdurende effecten van de ramp aan te pakken, waaronder vervuiling van het grondwater door chemisch afval. Het bedrijf heeft steeds alle verantwoordelijkheid afgewezen. Bijna drie decennia na de giframp hebben slachtoffers en nabestaanden nog steeds geen adequate compensatie gekregen.
