Afbeelding
Focus augustus-september 2008: leven onder de schaduw van de sloophamers

Focus augustus-september 2008: leven onder de schaduw van de sloophamers

14 september 2008

Aqaba is één van de honderden Palestijnse dorpjes in 'Zone C' van de Westelijke Jordaanoever waar Palestijnen haast nooit bouwvergunningen krijgen. Niet toevallig is dit de zone waar de bouw in zo'n 150 illegale Israëlische nederzettingen bloeit als nooit tevoren.

Mijn kinderen hebben 'Aqaba verlaten omdat zij niet het risico willen lopen een huis te bouwen dat achteraf toch zou worden vernietigd. Ik ben ziek en wil mijn kinderen dichtbij. Ik liet een klein huisje bouwen voor mijn twee jongste zonen, zodat ook zij niet hoeven te vertrekken wanneer ze trouwen. Maar van zodra we het gebouw hadden afgewerkt, in mei 2007, kregen we een afbraakorder." Sheikha Sbeih, een weduwe en moeder van 10, getuigt voor Amnesty International.

De bevolking van 'Aqaba, een klein dorpje in de bezette Westelijke Jordaanoever, leeft al jarenlang met de angst dat hun huizen op een dag worden gesloopt. Sinds de late jaren '90 leverde het Israëlische leger afbraakorders af voor 35 van de 45 woningen en andere gebouwen in het dorp. Ook de kleuterschool, het ziekenhuis en de moskee riskeren op elk moment te worden gesloopt. Honderden inwoners werden gedwongen te vertrekken omdat hun huis werd vernietigd of omdat zij niet op eigen grond mogen bouwen.

Karel De Gucht, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken heeft al zijn bezorgdheid geuit, omdat een aantal bedreigde gebouwen in 'Aqaba gebouwd werden met Belgisch ontwikkelingsgeld. Maar 'Aqaba is slechts één van de honderden Palestijnse dorpjes in 'Zone C' van de Westelijke Jordaanoever waar Palestijnen haast nooit bouwvergunningen krijgen. Niet toevallig is dit de zone waar de bouw in zo'n 150 illegale Israëlische nederzettingen bloeit als nooit tevoren.

Palestijnse bouw in Zone C is een 'non-issue'

Sinds de Oslo akkoorden van 1993 kregen de Palestijnen autonomie in een aantal zones van de Westelijke Jordaanoever, namelijk in de steden. 60% van de Westelijke Jordaanoever werd echter bestempeld als Zone C, militair gebied waar de Israëlische autoriteiten bevoegd zijn voor ruimtelijke ordening en waar Palestijnen tot op vandaag niet mogen bouwen en het land niet mogen ontwikkelen. In 1999 vertelde een woordvoerder van het Israëlische leger aan Amnesty International: "Ons beleid is Palestijnse bouw in Zone C niet goed te keuren."

In een verklaring voor het Israëlische parlement in 2003 zette Shlomo Politus, kolonel en juridisch adviseur van het Israëlisch leger, de puntjes op de i: "Bouwvergunningen voor Palestijnen in Area C is een non-issue. Er worden er simpelweg geen meer toegekend." Volgens informatie die het Israëlische ministerie van Defensie vrijgaf aan het Israëlische parlement werd van 2000 tot 2007 meer dan 94% van de Palestijnse aanvragen voor een bouwvergunning in Zone C afgewezen. In totaal werden slechts 91 bouwvergunningen aan Palestijnen toegekend, terwijl volgens de Israëlische organisatie Peace Now in diezelfde periode 18742 wooneenheden werden gebouwd in de Israëlische nederzettingen. Duizenden huizen die in de nederzettingen werden gebouwd zonder bouwvergunning, kregen bovendien retroactieve bouwvergunningen.

De behoefte aan huisvesting wordt er echter niet minder op. Vele Palestijnen, zoals Sheikha Sbeih (zie citaat), nemen daarom niet eens de moeite meer om een bouwvergunning aan te vragen, ondanks de alomtegenwoordige schaduw van de sloophamers. Volgens de Verenigde Naties lopen vandaag meer dan 3000 Palestijnse huizen en structuren in Zone C van de Westelijke Jordaanover het risico om te worden gesloopt. Afbraakorders, die als een zwaard van Damocles boven de gebouwen hangen, kunnen op elk moment worden uitgevoerd zonder voorafgaande waarschuwing. Ten minste 10 gemeenschappen zoals 'Aqaba dreigen interne vluchtelingen te worden, omdat bijna alle gebouwen dreigen te worden gesloopt.

In 'Aqaba heeft zelfs de hoofdstraat een afbraakorder gekregen, nadat de dorpsraad de beslissing had genomen de weg te verharden. Hetzelfde lot is een kleuterschool (zie foto) voor meer dan 100 kinderen uit 'Aqaba en nabijgelegen dorpen beschoren, gebouwd met geld van de Japanse, de Belgische en de Noorse ontwikkelingssamenwerking. Haj Sami, burgemeester van 'Aqaba, heeft onvermoeibaar campagne gevoerd om internationale financiële steun voor het dorp te verzekeren. Dankzij verschillende internationale projecten, waaronder Belgische, kan het dorp overleven.

Migratiestromen in Zone C: Palestijnen uit, Israëli's in

Naast bouwen zonder bouwvergunning is er ook een trend van interne migratie merkbaar: vele Palestijnen verhuizen van het platteland in Zone C, waar legaal bouwen onmogelijk is, naar de steden in de enclaves van Zone A en B. De Palestijnse bevolking wordt op die manier geduwd naar de nu al overbevolkte steden, omringd door Zone C waar ruimte vrijkomt voor de uitbreiding van de illegale Israëlische nederzettingen, in strijd met het internationaal recht en verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad. Sinds de Israëlische bezetting van de Westelijke Jordaanoever in 1967 werden in totaal al meer dan 18000 huizen vernietigd. In 'Aqaba werden honderden bewoners gedwongen het dorp te verlaten, meestal jonge paren.

De 70-jarige Mohammed Salah Talib kon nauwelijks zijn tranen bedwingen toen hij Amnesty International vertelde over 23 april 2003, de dag dat zijn huis werd gesloopt: "Israëlische soldaten kwamen met bulldozers en verdreven ons hele gezin, ikzelf, mijn vrouw, onze 12 kinderen en kleinkinderen, uit het huis. Sindsdien wonen we in een nabijgelegen grot. Een aantal van mijn kinderen verhuisden. Ik heb mijn hele leven hard gewerkt voor mijn kinderen. Nu zijn ze getrouwd en hebben ze zelf kinderen. Ze willen dus een huis bouwen, maar kunnen dat niet in ons dorp. Wij willen hier samen met onze kinderen onze oude dag doorbrengen."

Zijn zoon Akram bouwde al eens een huis in 'Aqaba. "Het werd verwoest toen mijn kinderen klein waren. De jongste was slechts zes. Onze wereld stortte in elkaar. We moesten een appartement gaan huren" vertelde Akram aan Amnesty. In 2004 heeft 'Aqaba een verzoekschrift ingediend bij het Israëlische Hooggerechtshof om de afbraakorders te laten intrekken. Op 17 april 2008 heeft het Hooggerechtshof het verzoekschrift verworpen. Een rechtbank kan illegaal bouwen niet belonen, zo luidde het. Illegaal volgens de van kracht zijnde Israëlische wetten: het beste bewijs dat de Israëlische bevoegdheid voor ruimtelijke ordening in meer dan de helft van de Palestijnse Westelijke Jordaanoever onhoudbaar is geworden en dat de Palestijnen ook in Zone C hun economische en demografische ontwikkeling zelf in handen moeten krijgen.

Tony Blair, schipperen tussen Palestijnse en Israëlische ontwikkeling

Op 13 mei 2008 keurde de Israëlische overheid in overleg met Tony Blair, de Britse gezant van het Midden-Oosten Kwartet, 'masterplans' goed voor de 'ontwikkeling' van Zone C. Tony Blair wil daarbij tegemoet komen aan de noden van de Palestijnen. "Het is een jarenlange zorg van de Palestijnen dat zij Zone C niet kunnen ontwikkelen" staat te lezen op zijn website. De voorgestelde ontwikkeling zal echter beperkt blijven tot afgebakende grenzen, meestal enkel het dorpscentrum. Binnen die grenzen zullen de dorpen kunnen uitbreiden en zullen de afbraakorders op de gebouwen worden ingetrokken. De huizen en de landbouwgronden buiten het stadscentrum zullen meer dan ooit het risico lopen snel te worden gesloopt. In 'Aqaba gaat het om 18 woningen. Volgens Tony Blair zullen deze 'masterplans' de bouw van scholen, ziekenhuizen en andere faciliteiten in de dorpen vergemakkelijken. Hij verzekerde dat de Israëlische regering de huidige afbraakorders zal herbekijken en boeren zal toelaten land in Zone C te bewerken. Volgens de dorpelingen is dit een halfslachtige oplossing die geen duurzame ontwikkeling toelaat. In Fasayil, een ander Palestijns dorpje in Zone C, valt het schooltje waarvoor Amnesty al een tijd actievoert alvast buiten het grondgebied van het 'masterplan' (zie nieuwsbrief mei 2008, p. 9). Israël heeft inmiddels masterplans voor 13 dorpen goedgekeurd en zal er nog eens 14 goedkeuren.

Wat is Zone A, B en C?

In 1993 sloten de Israëli's en de Palestijnen de Oslo-akkoorden. De Westelijke Jordaanoever werd opgedeeld in 3 zones: zone A, B en C. In Zone A kreeg de nieuwe Palestijnse Autoriteit autonomie over veiligheid en civiele aangelegenheden. In Zone B moet de Palestijnse Autoriteit de bevoegdheid over veiligheid delen met het Israëlische leger. In Zone C, 60% van de Westelijke Jordaanoever met 70000 Palestijnse inwoners, behield Israël de volledige controle over veiligheid en ruimtelijke ordening. Palestijnen uit Zone C moeten bouwvergunningen aanvragen bij de 'civiele administratie' van het Israëlische leger, een puur bureaucratische aangelegenheid die in meer dan 90% van de aanvragen uitdraait op een weigering. Palestijnen die in Zone A en B wonen, moeten zich richten tot de Palestijnse Autoriteit en krijgen veel makkelijker bouwvergunningen.
http://www.ochaopt.org/documents/West_Bank_Closure_Map_April_08_web.pdf

Het is duidelijk dat Tony Blair moet schipperen tussen Palestijnse en Israëlische ontwikkeling van de gebieden in de Westelijke Jordaanoever, die nog steeds volledig bezet is door het Israëlische leger. Het gevaar bestaat dat hij daarmee meewerkt aan het klaarmaken van Zone C voor de illegale uitbreiding van de Israëlische nederzettingen, zoals gedocumenteerd in een nieuw rapport van Peace Now. Amnesty International vraagt Tony Blair de discriminatie in het toekennen van bouwvergunningen aan te kaarten bij de Israëlische overheid. De Israëlische bevoegdheid over ruimtelijke ordening in Zone C ondermijnt niet enkel het vredesproces en het vertrouwen van de Palestijnen in dat proces, maar wijzigt de geografie en demografie van de bezette gebieden. De internationale gemeenschap is het erover eens dat dit een schending van internationaal recht is, maar slaagt er maar niet in om Israël daarvoor ter verantwoording te roepen.

Auteur: Landenteam Israël/Palestina

Lees ook

Meer nieuws