Afbeelding
Ethiopië: Nieuwe golf van wreedheden in West-Tigray
Persbericht

Ethiopië: Nieuwe golf van wreedheden in West-Tigray

16 december 2021

Amhara-veiligheidstroepen en -milities zijn verantwoordelijk voor een nieuwe golf van aanhoudingen, moorden en gedwongen uitzettingen van etnische Tigrinya in het westen van de regio Tigray in Noord-Ethiopië. Dat concluderen Amnesty International en Human Rights Watch na nieuw gezamenlijk onderzoek.

De mensenrechtenorganisaties roepen de Ethiopische autoriteiten op de aanvallen op burgers onmiddellijk te staken en hulporganisaties toegang te verlenen tot het conflictgebied. De VN-Mensenrechtenraad moet zo snel mogelijk een onafhankelijk internationaal mechanisme opzetten om de gewelddadigheden te onderzoeken.

Sinds het gewapende conflict in november 2020 begon, is West-Tigray het toneel geweest van bloedbaden, willekeurige beschietingen en grootschalige gedwongen verplaatsing van de Tigrese bevolking. Volgens de VN zijn inmiddels meer dan 1,2 miljoen mensen sinds het begin van het conflict in West-Tigray ontheemd geraakt. Een VN-rapport van 9 december 2021 laat zien dat in de laatste week van november nog eens meer dan 10.000 mensen uit Tigray op de vlucht zijn geslagen. Dit verklaart ook deels waarom West-Tigray onbereikbaar bleef voor hulporganisaties.

Interviews met ooggetuigen

In november en december interviewden Amnesty International en Human Rights Watch telefonisch 31 mensen, onder wie 25 ooggetuigen en overlevenden, evenals familieleden van mensen die worden vastgehouden of die zijn verdreven. Zij vertelden over misbruik door Amhara-milities en regionale veiligheidstroepen tegen Tigrinya burgers in de steden Adebai, Humera en Rawyan.

In deze regio hebben regionale politiediensten en milities in Amhara, waaronder de milities die bekend staan ​​als Fanos, sinds begin november 2021 Tigrinya systematisch opgepakt. Deze troepen scheidden familieleden van elkaar en pakten willekeurig burgers op onder wie vrouwen en minderjarigen van 15 jaar en ouder. Ze verdreven vrouwen, jongere kinderen, zieke en oudere mensen met geweld uit het gebied. Sommige ontheemden zijn sindsdien in Centraal-Tigray aangekomen, anderen worden nog steeds vermist.

Burgerdoden

Zes getuigen vertelden dat Amhara-troepen op Tigrinya schoten die op de vlucht sloegen tijdens huiszoekingen in de stad Adebai en hen ook aanvielen met stokken en scherpe voorwerpen. Een onbekend aantal mensen werd gedood. ‘Ze begonnen te schieten op iedereen die begon te rennen en die ze konden raken’, zegt een 34-jarige boer uit Adebai die op de vlucht sloeg naar de nabijgelegen velden toen Fano-milities hem en anderen aanvielen. ‘Toen de mensen probeerden te ontsnappen... vielen [de Fano] hen aan met machetes en bijlen zodat niemand kon ontsnappen...We passeerden lichamen en we waren allemaal in shock... Nadat we waren gekalmeerd, merkten we dat er nog meer lichamen waren. Overal waar je keek, lagen wel vijf à tien lichamen.’

Satellietbeelden die tussen 19 november en 5 december zijn gemaakt, tonen aanzienlijke activiteit in Adebai zoals bewegende voertuigen, groepen mensen rond een geïmproviseerde gevangenis, grote hoeveelheden puin op de hoofdweg en verbrande gebouwen. Op foto's gemaakt op 5 december in Humera staan 16 open vrachtwagens nabij de centrale rotonde van de stad.

Gemarteld in de gevangenis

Mensen die in november konden ontsnappen uit de Humera-gevangenis, van wie sommige tot vijf maanden vastzaten, vertelden dat ze in extreem overvolle cellen waren gestopt door Amhara-autoriteiten. Bewakers weigerden hen voedsel en medische behandeling te geven en folterden gevangenen die met handen en voeten waren vastgebonden door ze te slaan met stokken of geweren.

Een ex-gedetineerde die op 19 juli 2021 werd gearresteerd, ontsnapte rond 13 november terwijl hij lijken van medegedetineerden op een tractor laadde. Hij zei dat tijdens zijn detentie zeker 30 mensen kwamen te overlijden, onder wie zeven van de 200 mannen in zijn cel: ‘We hebben het allemaal meegemaakt [de afranselingen], maar de meest kwetsbaren waren de [oudere mannen]. Ze konden de foltering niet aan, waardoor ze stierven.’ Hij zei dat de leden van de Fano-milities die hen sloegen alle Tigrinya met de dood bedreigden.

Tigrinya die op de vlucht sloegen, zijn wanhopig op zoek naar nieuws over hun dierbaren die nog steeds vermist zijn. Een man die eind november uit Adebai vluchtte, zei: 'Mijn vrouw en mijn moeder belden me vier dagen geleden en vertelden dat ze in voertuigen waren gezet en niet wisten waar ze naartoe werden gebracht. Daarna heb ik niks meer gehoord.’

Oproep van Amnesty en Human Rights Watch

De Ethiopische autoriteiten moeten de aanvallen op burgers onmiddellijk staken, de vrijlating verzekeren van willekeurig vastgehouden personen en dringend onbelemmerde toegang verlenen tot West-Tigray aan hulporganisaties en organisaties met een mandaat om detentiecentra te bezoeken, aldus Amnesty International en Human Rights Watch.

Gezien de ernst van de aanhoudende schendingen moet de VN-Mensenrechtenraad een onafhankelijk internationaal mechanisme opzetten om de gewelddadigheden in het Tigray-conflict te onderzoeken. Er moet onderzoek worden gedaan naar ernstige schendingen van het internationaal humanitair recht (het oorlogsrecht), de verantwoordelijken op alle niveaus moeten worden geïdentificeerd en bewijsmateriaal moet zo snel mogelijk worden veiliggesteld voor toekomstige aansprakelijkheid.

‘Deze nieuwe aanvallen door Amhara-troepen op Tigrinya burgers in verschillende steden in West-Tigray moeten alle alarmbellen doen rinkelen’, zegt Joanne Mariner, directeur Crisis Response bij Amnesty International. ‘Zonder dringende internationale actie om verdere gruweldaden te voorkomen, lopen Tigrinya een groot risico, vooral zij die in hechtenis zitten.’

Schending van oorlogsrecht

Gedwongen ontheemding en opzettelijke aanvallen op een burgerbevolking schenden het oorlogsrecht. Iedereen in hechtenis heeft het recht om humaan en met respect te worden behandeld en voldoende voedsel en medische zorg te ontvangen. Als er bevel is gegeven om burgers te verdrijven om redenen die niet vereist zijn voor hun veiligheid of dwingende militaire noodzaak, is dat een oorlogsmisdaad. Net als aanvallen tegen burgers die niet rechtstreeks deelnemen aan de gevechten en het folteren of op andere wijze mishandelen van gedetineerden.

‘Het stilzitten van de internationale gemeenschap over het conflict in Ethiopië, moedigt mensenrechtenschenders aan om straffeloos op te treden en zorgt ervoor dat gemeenschappen zich in de steek gelaten voelen’, zegt Laetitia Bader, directeur Hoorn van Afrika bij Human Rights Watch. ‘Nu het bewijs van wreedheden zich opstapelt, moeten wereldleiders de oprichting van een internationaal onderzoeksmechanisme steunen en moet de VN-Veiligheidsraad dringend de kwestie Ethiopië formeel agenderen.’

Lees hier het volledige Engelstalige persbericht.

Lees hier meer rapporten over Ethiopië door Amnesty International en Human Rights Watch.

Lees ook

Meer nieuws