Ecuador: Het verbranden van gas in het Amazonegebied bedreigt mensenrechten vandaag en in de toekomst
Landen die afhankelijk zijn van oliewinning moeten onmiddellijk een einde maken aan schadelijke activiteiten zoals affakkelen. Ze moeten prioriteit geven aan de dringende uitfasering van fossiele brandstoffen om een snelle en rechtvaardige energietransitie te garanderen.
Bij aardgaswinning, aardolieproductie en olieraffinage worden gassen die daarbij vrijkomen op grote schaal doelbewust en routinematig verbrand. Het uitbannen van dit zogenaamde affakkelen is volgens een nieuw rapport van Amnesty International één van de meest noodzakelijke maatregelen om de klimaatcrisis aan te pakken. Het zijn vooral gemarginaliseerde gemeenschappen die leven in de gebieden die “opgeofferd” worden voor oliewinning. Zij worden dus bijzonder hard getroffen.
Het rapport “The Amazon is burning, the future is burning!” Young activists defending the Ecuadorian Amazon from gas flares that threaten rights now and in the future, onthult hoe de Ecuadoraanse staat aan zijn plicht verzaakt om de uitstoot van broeikasgassen (BKG) te verminderen door de exploitatie van gashaarden in het Amazonegebied toe te staan.
In 2021 dienden negen jonge klimaatactivisten uit gemeenschappen in Sucumbíos en Orellana een klacht in tegen het affakkelen van gas in hun omgeving. Ze werden daarbij gesteund door de Union of People Affected by Texaco's Oil Operations (UDAPT). Ondanks een uitspraak van de rechtbank die de afschaffing van het affakkelen van gas beval, blijft de Ecuadoraanse staat deze schadelijke praktijk van de fossiele brandstofindustrie toestaan. Bovendien houdt het affakkelen direct verband met de opwarming van de aarde en de uitstoot van zeer verontreinigende stoffen zoals methaan. Dit vormt een bedreiging voor het waarborgen van mensenrechten.
Amnesty International stelde vast dat de Ecuadoraanse staat niet volledig voldeed aan de uitspraak die op 29 juli 2021 werd gedaan door het Provinciaal Gerechtshof van Sucumbíos in de affakkelzaak. Het vonnis bepaalt dat de gashaarden die zowel door het staatsbedrijf als door privébedrijven worden uitgebaat geleidelijk aan moeten worden geëlimineerd. Daarbij moet prioriteit worden gegeven aan het verwijderen van de gashaarden die zich in de buurt van bevolkingscentra bevinden.
De verzamelde getuigenissen, de geanalyseerde documenten en de ter plaatse geverifieerde informatie, tonen aan dat de Ecuadoraanse staat en de instellingen die verantwoordelijk zijn voor de energiesector tot nu toe alleen maar maatregelen hebben genomen om de olieproductie koste wat het kost in stand te houden. De staat gaat de concrete en ambitieuze stappen uit de weg die nodig zijn om de gashaarden te verwijderen en de voorwaarden te scheppen voor een snelle en eerlijke energietransitie.
“De Ecuadoraanse autoriteiten hebben de plicht om de uitspraak in de zaak tegen de gashaarden, die is aangespannen door de negen meisjes en jonge vrouwen met de steun van UDAPT, resoluut en snel uit te voeren. Het naleven van deze uitspraak is een daad van rechtvaardigheid op het gebied van klimaat en milieu, en ook richting raciale gelijkheid. De Ecuadoraanse staat moet een einde maken aan het routinematig affakkelen van gas, een praktijk die vandaag de dag het Amazonegebied, de wereld en de toekomst in gevaar brengt”, aldus Ana Piquer, directeur Noord- en Zuid-Amerika bij Amnesty International.
De negatieve gevolgen van het affakkelen voor de mensenrechten en het milieu, en de bijdrage aan de opwarming van de aarde, worden algemeen erkend door de wetenschap en de internationale gemeenschap. Daarom zijn er wereldwijde initiatieven om het affakkelen geleidelijk uit te bannen. Sommige landen hebben het verboden en gereguleerd. In Noord- en Zuid-Amerika blijven landen als Ecuador, de Verenigde Staten, Mexico, Argentinië, Brazilië en Venezuela affakkelen tijdens de oliewinning. Over het algemeen gebruiken zowel staatsbedrijven als privébedrijven het affakkelen om de kosten te drukken in sociaal en ecologisch kwetsbare gebieden die bekend staan als “opofferingszones”. In deze zones wonen mensen wiens armoede en marginalisering verder wordt versterkt door de aantasting van het milieu door oliewinning.
“Door een einde te maken aan het affakkelen van gas en zich in te zetten voor een overgang naar een economie zonder fossiele brandstoffen, kan Ecuador een vaandeldrager worden voor klimaat- en milieurechtvaardigheid in het belang van de planeet. De ‘olierijkdom’ heeft het Amazonegebied van Ecuador nooit bereikt. De regio is eerder een grote olie-opofferingszone waar kinderen, waaronder de meisjes en jonge vrouwen in de gasfakkelzaak, bij de meest kwetsbare bevolkingsgroepen zijn”, zei Ana Piquer.
Volgens de Wereldbank staat Ecuador in de top 30 van landen in de wereld waar gas wordt afgefakkeld. Door de gasvlammen te laten branden, houdt Ecuador een zeer schadelijke praktijk in stand die een bedreiging vormt voor het leven, de gezondheid en andere rechten van de armste mensen in het land.
Amnesty International kon verifiëren dat ten minste 52 gashaarden zich binnen 5km van bevolkingscentra bevinden. Dit is een afstand die potentieel schadelijk is voor lokale gemeenschappen en het milieu.
De economie van Ecuador is historisch gebaseerd op oliewinning. Het land heeft daarom een belangrijke verantwoordelijkheid en kans om de uitstoot van broeikasgassen door de sector te verminderen. Dat kan de weg vrijmaken voor een snelle en rechtvaardige energietransitie die verdere schade aan het wereldwijde klimaatsysteem voorkomt.
“De moedige meisjes en jonge vrouwen die een klacht hebben ingediend in de zaak over het affakkelen van gas, nu bekend als Warriors for the Amazon, laten ons zien dat kinderen en jongeren dringend vragen om gerechtigheid op het gebied van klimaat, ras en gender, en om radicale veranderingen voor mensenrechten en de natuur”, besluit Ana Piquer.