
Democratische Republiek Congo: strijdende partijen moeten bescherming van burgers voorop stellen en humanitaire toegang tot Goma verzekeren
De regionale en internationale partners van de Democratische Republiek Congo (DRC) moeten druk leggen op alle partijen in het conflict in het oosten van het land om burgers te beschermen. Het gaat onder meer over de door Rwanda gesteunde M23-strijders, het Rwandese en Congolese leger en hun bondgenoten.
Op 27 januari verklaarde de M23-gewapende groep dat het de controle had overgenomen over Goma, de op twee na grootste stad van de DRC en de provinciehoofdstad van Noord-Kivu. Er wonen bijna twee miljoen mensen. De secretaris-generaal van de VN had er nochtans bij Rwanda op aangetrokken om zijn troepen terug te trekken uit de DRC en de steun aan de M23-strijders te staken. Uit de stad komen rapporten van aanhoudende schoten en explosies. Journalisten en sociale media publiceren berichten over plunderingen, willekeurige schietpartijen en beschietingen in de stad (Amnesty heeft deze berichten vooralsnog niet kunnen verifiëren). De regering van de DRC heeft niet officieel toegegeven dat ze de controle over Goma heeft verloren.
“Duizenden Congolese burgers vluchten opnieuw voor hun leven en hebben dringend behoefte aan veiligheid en humanitaire hulp. Amnesty International roept alle partijen in het conflict op om prioriteit te geven aan de bescherming van burgers te midden van dit verwoestende geweld,” zegt Tigere Chagutah, Amnesty International's regionale directeur voor Oost- en Zuidelijk Afrika.
Gewapend conflict in het oosten van Congo ging de afgelopen decennia erg vaak gepaard met ernstige mensenrechtenschendingen en mogelijke oorlogsmisdaden. Het ging dan om het doden van burgers, seksueel geweld en het aanvallen van activisten en mensenrechtenverdedigers. Dat was ook zo toen Goma in 2012 door de M23 rebellen werd ingenomen.
Verwoestende gevolgen voor burgers
Humanitaire organisaties, waaronder Artsen zonder Grenzen, rapporteren dat in januari meer dan 400.000 mensen ontheemd raakten als gevolg van het voortdurende geweld in de regio. Velen zochten hun toevlucht in en rond Goma, een stad die al onderdak bood aan meer dan 600.000 intern ontheemde Congolezen.
“Burgers lopen een groot risico op mensenrechtenschendingen tijdens deze escalatie van het conflict. Het afgelopen jaar hebben beide partijen het gebruik van explosieve wapens in dichtbevolkte gebieden opgevoerd, met verwoestende gevolgen voor burgers. Geen van beide partijen mag explosieve wapens met grootschalige effecten inzetten in dichtbevolkte burgergebieden, zoals kampen voor intern ontheemden,” zei Tigere Chagutah.
“De M23, gesteund door Rwanda, moet zich houden aan het internationaal humanitair recht. Ze moeten de veiligheid van burgers garanderen, en zeker ook de veiligheid van mensenrechtenactivisten, journalisten en anderen die mogelijk kritiek hebben op Rwanda en de M23. Ze moeten ook een veilige doorgang garanderen voor vluchtende burgers en humanitaire hulp toelaten en faciliteren.”
Uit berichten van Rwandese media blijkt dat Rwanda verschillende burgers heeft opgevangen die er hun toevlucht zochten. Anderen ontvluchtten Goma naar Bukavu, de provinciehoofdstad van Zuid-Kivu, via het Kivu-meer. Na de inname van Goma heeft de M23 de opschorting van alle activiteiten op het meer bevolen, wat een belemmering zou kunnen vormen voor mensen die de gevechten in Goma ontvluchten. Bepaalde delen van de stad hebben geen toegang tot water en elektriciteit, omdat kritieke infrastructuur werd beschadigd.
“Met duizenden mensen die in en rond Goma op zoek zijn naar onderdak, voedsel, water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg, moeten de partijen in het conflict een veilige en onbeperkte humanitaire doorgang mogelijk maken voor iedereen die dat nodig heeft,” zei Tigere Chagutah.
Achtergrond
Op 18 januari is de M23, gesteund door Rwandese troepen, een militaire operatie begonnen om het grondgebied onder zijn controle uit te breiden. Daarmee schond de groep een staakt-het-vuren tussen Rwanda en de DRC dat in het kader van het vredesproces van Luanda was overeengekomen. Op 21 januari beweerde de M23 verschillende steden te hebben veroverd, waaronder de strategisch belangrijke bevoorradingsstad Minova in de provincie Zuid-Kivu, gelegen op ongeveer 20 kilometer van Goma aan de overkant van het Kivu-meer.
Op 24 januari werden zware gevechten gemeld in de buurt van Sake, meer dan 20 kilometer ten noordwesten van Goma, waar de strijdkrachten van de DRC (FARDC), gesteund door de Zuid-Afrikaanse missie in de Democratische Republiek Congo (SAMIRDRC), VN-strijdkrachten (MONUSCO) en een coalitie van milities, probeerden de opmars van de M23 naar Goma te stoppen. Dezelfde dag zei een woordvoerder van de M23, evenals Rwandese media, dat de militaire gouverneur van Noord-Kivu, generaal Peter Cirimwami, was neergeschoten terwijl hij troepen bezocht aan de frontlinies bij Sake. Zijn dood werd later bevestigd door Congolese functionarissen.
Volgens een op 25 januari uitgegeven verklaring van de South African National Defence Force zijn negen Zuid-Afrikaanse soldaten die werden ingezet in het kader van SAMIRDRC en VN-troepen gedood tijdens de gevechten. De autoriteiten van Malawi meldden ook de dood van drie van hun soldaten die dienden in de SAMIRDRC.
Op 26 januari kwam de VN-Veiligheidsraad bijeen om de situatie in Noord-Kivu te beoordelen. De volgende dag zeiden de M23-rebellen dat ze de controle over Goma hadden overgenomen. In zijn verklaring veroordeelde de Veiligheidsraad de opmars van M23 in Noord-Kivu en riep de gewapende groep op om zijn offensief te staken, omdat het een grote humanitaire crisis veroorzaakte en riep op tot de bescherming van burgers. De Veiligheidsraad riep ook op tot de terugtrekking van buitenlandse troepen uit de DRC en bevestigde opnieuw de soevereiniteit van de DRC.
De besluiten van de Veiligheidsraad moeten worden gerespecteerd en uitgevoerd door alle partijen.