Afbeelding
Cuba: werkgelegenheid als onderdrukkingsmiddel tegen kritiek
Rapport

Cuba: werkgelegenheid als onderdrukkingsmiddel tegen kritiek

16 november 2017

Gewone Cubanen die zelfs nog maar een subtiele vorm van vermeende kritiek op hun land hebben geuit, krijgen te maken met pesterijen op het werk of verliezen hun job. De autoriteiten controleren een groot deel van de arbeidsmarket en gebruiken dit als een instrument van repressie. Dit zegt Amnesty International in ‘Your mind is in prison’, een nieuw rapport over Cuba.

Het rapport toont hoe decennialange repressie – onder meer door onrechtmatige ontslagen van overheidspersoneel en intimidatiepraktijken in de ontluikende zelfstandigensector – vandaag resulteert in een systeem waarin zelfs Cubanen die niet politiek actief zijn elke kritiek op de regering moeten vermijden als ze hun job willen behouden.

“Veel Cubanen voelen de verstikkende invloed van de staatscontrole op hun dagelijkse leven. Dat je akkoord moet gaan met alles wat de regering zegt, als je je job wil houden, maakt deel uit van die controle”, zegt Erika Guevara-Rosas van Amnesty International.

“Nu Raúl Castro zich voorbereidt op zijn aftreden in februari 2018, heeft Cuba een opportuniteit om een zinvolle dialoog over mensenrechten te openen. Het land moet beginnen met de nodige hervormingen op gang te brengen zodat de vrijheid van meningsuiting een realiteit wordt voor de bevolking.”

De Cubaanse regering is de grootste werkgever van het land – de openbare sector is goed voor ongeveer 70% van de beschikbare jobs. De regering controleert ook de kleine, ontluikende, maar zeer gereguleerde privésector.

Cuba blijft het enige land in Noord-, Zuid- en Centraal-Amerika dat Amnesty International niet officieel mag bezoeken. Onderzoekers van de mensenrechtenorganisatie voerden daarom gesprekken met zestig Cubaanse migranten in verschillende steden in Mexico, om getuigenissen te verzamelen over het dagelijkse leven in een land waar de vrijheid van meningsuiting al jarenlang beperkt wordt.

De meeste geïnterviewden waren mensen die nooit openlijk kritiek hadden geuit op het Cubaanse politieke en economische systeem en die niet betrokken waren bij enige vorm van activisme of politiek verzet. Toch verklaarde ongeveer de helft minstens één keer te zijn gearresteerd en opgesloten. De aanklachten tegen hen waren meestal in strijd met het internationale recht.
Een vrouw bijvoorbeeld die vroeger had gewerkt als winkelbediende, vertelde Amnesty International dat ze in 2011 acht maanden in de gevangenis had gezeten voor het “illegaal kopen van rundvlees”. Een rechter sprak haar vrij omdat hij vond dat er onvoldoende bewijs was.

De Cubaanse strafwetgeving voorziet ook een reeks sancties die gebaseerd zijn op de neiging van een persoon tot het plegen van een misdaad en de vermeende waarschijnlijkheid van mogelijke toekomstige acties die kunnen worden beschouwd als “antisociaal”. Er zijn ook straffen voorzien voor wie banden heeft met mensen die de autoriteiten beschouwen als “potentieel gevaarlijk voor de maatschappij” of die “een gevaar vormen voor de sociale, economische of politieke orde van de socialistische staat”.

"Alles is illegaal in Cuba”, zei een voormalige agent van de staatsveiligheid, wiens job erin bestond te infiltreren in werkplaatsen om te rapporteren over werknemers in het land.

Zelfs wie het beleid van de Cubaanse regering voorzichtig afkeurt, wordt ofwel zomaar ontslagen ofwel zodanig door de staat gepest dat hij voelt dat hij geen andere optie meer heeft dan op te stappen of het land te verlaten. Wie eens is ontslagen als overheidswerknemer wegens het uiten van kritiek, kan daarna bijna onmogelijk nog bij de overheid aan het werk.

De meeste mensen met wie Amnesty International sprak, vertelden dat ze bot vingen bij nieuwe, mogelijke werkgevers bij de overheid, nadat ze waren ontslagen uit een eerdere job. “Je bent niet betrouwbaar” (no eres confiable) kregen ze te horen. Die zin wordt expliciet gebruikt om aan te geven dat een individu politiek niet betrouwbaar is op het vlak van staatsideologie en het was vaak de enige uitleg die potentiële werkgevers gaven bij het afwijzen van een kandidaat.

Jorge Luis, een sportkampioen, zei in een interview op de staatstelevisie dat de Cubaanse regering sport niet financierde. Daarna werd hij geleidelijk in zijn sport op een zijspoor gemanoeuvreerd, vertelde hij, en zijn job bij de staat raakte hij kwijt. Hij kreeg simpelweg te horen dat hij niet langer voldeed aan de vereisten om te werken. Ze gaven hem twintig dagen de tijd om een nieuwe job te vinden, anders zou de politie hem ervan beschuldigen dat hij “gevaarlijk” was, omdat hij niet werkte. Hij kon geen andere job vinden, want overal waar hij kwam, noemden ze hem een “contrarevolutionair”. Omdat hij niet langer zijn familie kon onderhouden, besliste hij Cuba te verlaten.

Degenen die vanwege hun opvattingen hun werk verloren, kunnen nergens terecht om hun ontslag aan te vechten. De meesten vertelden dat Cuba’s enige officiële vakbond hen niet vertegenwoordigde en dat zij niet de mogelijkheid hadden om lid te worden van een onafhankelijke bond. Geen van de geïnterviewden had tegen zijn ontslag beroep aangetekend bij een rechtbank, omdat ze allemaal vonden dat rechtbanken onder de controle van de regering staan.

“Waarom zou je een advocaat inhuren, als die tot dezelfde regering behoort?”, vroeg een 31-jarige man zich af. Hij had zes keer geprobeerd om per boot uit Cuba weg te geraken. Daarna was hem de toegang tot werk ontzegd en werd hij lastiggevallen door de politie.

Ondanks recente wijzigingen in Cuba’s migratiewetgeving wordt een poging om het land te verlaten nog altijd beschouwd als een misdaad. Wie het land verlaat, krijgt het etiket “deserteur”, “verrader” en “contrarevolutionair” opgekleefd, wordt opgepakt en komt niet meer in aanmerking voor een overheidsjob.

“Repressie in Cuba is niet alleen gericht tegen activisten. Het sijpelt door in het alledaagse leven van mensen uit alle lagen van de bevolking”, besluit Erika Guevara-Rosas.

“Als de Cubaanse autoriteiten het echt menen met hun bereidheid om te hervormen, moeten ze alle strafwetten die indruisen tegen de internationale rechtsnormen herzien. Bovendien moeten ze komaf maken met de onrechtmatige ontslagen van werknemers en pesterijen tegen hen. Zolang dat niet is gebeurd, zal Cuba een gevangenis blijven voor de gedachten van zijn inwoners.

Lees ook

Meer nieuws