Coronacrisis: meer dan 3.000 gezondheidswerkers overleden
Regeringen moeten verantwoordelijk worden gehouden voor de dood van duizenden gezondheidswerkers en anderen met essentiële beroepen die ze niet hebben kunnen beschermen tegen het coronavirus.
Dat staat in een nieuw Amnesty-rapport Health workers silenced, exposed and attacked waarin de ervaringen van gezondheidswerkers over de hele wereld worden gedocumenteerd. Uit analyse van de beschikbare gegevens blijkt dat wereldwijd meer dan 3.000 gezondheidswerkers zijn overleden aan het coronavirus. Het daadwerkelijke aantal ligt waarschijnlijk veel hoger.
Duizenden verloren hun leven
Hoeveel mensen in de zorg wereldwijd aan corona zijn overleden, wordt niet systematisch bijgehouden. Amnesty International heeft echter een breed scala aan beschikbare gegevens verzameld en geanalyseerd waaruit blijkt dat in 79 landen meer dan 3.000 gezondheidswerkers zijn overleden na het oplopen van COVID-19.
Tot de landen waar de meeste slachtoffers vielen behoren de Verenigde Staten (507), Rusland (545), het Verenigd Koninkrijk (540 - onder wie 262 mensen die in de sociale zorgverlening werkten), Brazilië (351), Mexico (248), Italië (188), Egypte (111), Iran (91), Ecuador (82) en Spanje (63).
Doordat niet alle sterfgevallen zijn gemeld, liggen de werkelijke aantallen hoger. Het vergelijken van de landen is lastig. Frankrijk heeft bijvoorbeeld niet van alle ziekenhuizen gegevens verzameld, terwijl cijfers van overleden gezondheidswerkers in medische instellingen in Egypte en Rusland door hun regeringen worden betwist.
Represailles
In ten minste 31 landen die Amnesty onder de loep nam, waren er stakingen of protesten van gezondheidswerkers en anderen met essentiële beroepen als gevolg van onveilige arbeidsomstandigheden. In veel landen beantwoordden de autoriteiten dergelijke acties met represailles.
In Egypte bijvoorbeeld werden tussen maart en juni negen gezondheidswerkers vastgezet op basis van vage aanklachten zoals het ‘verspreiden van nepnieuws’ en ‘terrorisme’. Alle gedetineerden hadden hun zorgen geuit over veiligheidsmaatregelen of hadden kritiek op de corona-aanpak van de regering. Een arts vertelde dat medici die zich kritisch uitlaten, worden bedreigd, ondervraagd door de nationale veiligheidsdienst en bestraft. ‘Veel [artsen] kiezen ervoor om hun persoonlijke uitrusting zelf te betalen om van het gedoe af te zijn. [De autoriteiten] dwingen artsen te kiezen tussen de dood en de gevangenis,’ zegt hij.
In sommige gevallen werd hardhandig gereageerd op stakingen en protesten. Zo jaagde de politie in Maleisië een vreedzame staking uiteen tegen een schoonmaakbedrijf in een ziekenhuis. De demonstranten klaagden over de oneerlijke behandeling van vakbondsleden door het bedrijf en een gebrek aan voldoende bescherming voor schoonmakers in het ziekenhuis. De politie arresteerde vijf gezondheidswerkers vanwege het 'ongeoorloofd bijeenkomen'. Dit is in strijd met hun recht op vrijheid van vereniging en vergadering.
‘Mensen die werkzaam zijn in de zorg hebben het recht om hun stem te verheffen als ze onheus worden behandeld,’ zegt Sanhita Ambast van Amnesty International. ‘Gezondheidswerkers kunnen de regering helpen bij het bestrijden van de coronacrisis en het beschermen van mensen, maar ze kunnen dit niet doen als ze in de gevangenis zitten of wanneer ze bang zijn om zich uit te spreken.’
Ontslagen na kritiek
In verschillende landen zijn mensen ontslagen of werden er disciplinaire maatregelen tegen hen genomen omdat ze zich uitspraken over de corona-aanpak. In de Verenigde Staten werd bijvoorbeeld verpleegkundige Tainika Somerville ontslagen nadat ze een video op Facebook zette met de oproep voor meer persoonlijke beschermingsmiddelen. Volgens Somerville waren de personeelsleden van het verpleeghuis in Illinois waar ze werkt niet geïnformeerd dat ze met coronapatiënten werkten. Ze moesten dat via de media te weten komen. Het verpleeghuis meldde op 29 mei 34 infecties en 15 corona-gerelateerde sterfgevallen.
In Rusland werden represailles genomen tegen twee artsen, Yulia Volkova en Tatyana Reva, die hadden geklaagd over het gebrek aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Volkova is aangeklaagd op basis van de nieuwe wet tegen nepnieuws en kan een boete krijgen tot bijna 1.300 euro. Tegen Reva zijn disciplinaire procedures gestart die tot haar ontslag kunnen leiden.
Stigma en geweld
Amnesty documenteerde verschillende gevallen waarin mensen die in de zorg of andere essentiële beroepen werken vanwege hun werk zijn gestigmatiseerd en met geweld te maken kregen. Zo werd een verpleegster in Mexico naar verluidt op straat met chloor overgoten, en in de Filippijnen goten aanvallers bleekmiddel in het gezicht van een ziekenhuismedewerker. Uit deze incidenten blijkt dat mensen onvoldoende geïnformeerd worden en dat regeringen het belang van goede informatie over het coronavirus onderschatten.
In Pakistan werden sinds april verschillende gezondheidswerkers met geweld bejegend. Ook werden ziekenhuizen beschadigd, artsen aangevallen en een arts werd beschoten door een lid van het Antiterrorismeteam.
Verschillende Pakistaanse ministers verklaarden dat ziekenhuizen over de nodige middelen beschikken, ondanks berichten dat zelfs patiënten in kritieke toestand werden weggestuurd vanwege een tekort aan bedden, beademingsapparaten en andere levensreddende apparatuur. Dergelijke verklaringen brengen gezondheidswerkers in gevaar omdat mensen hen niet geloven als ze zeggen dat ze geen ruimte hebben voor meer patiënten.
Tekorten aan beschermende materialen
Gezondheidswerkers meldden een ernstig tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen in bijna alle landen en gebieden die Amnesty onderzocht. Hierbij zijn landen die mogelijk de ergste fase van de coronacrisis nog gaan meemaken, zoals India en Brazilië en verschillende landen in Afrika. Een arts uit Mexico-Stad vertelde dat artsen ongeveer 12 procent van hun maandsalaris uitgeven om hun eigen beschermingsmiddelen te kopen.
Naast een wereldwijd tekort aan beschermingsmiddelen, kunnen handelsbeperkingen dit probleem hebben verergerd. In juni 2020 hadden 56 landen en twee handelsblokken (de Europese Unie en de Euraziatische Economische Unie) maatregelen genomen om de uitvoer van sommige of alle vormen van beschermingsmiddelen of onderdelen ervan te verbieden of beperken. ‘Hoewel staten moeten zorgen voor voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen voor hun werknemers, dreigen handelsbeperkingen de tekorten in landen die afhankelijk zijn van invoer te verergeren,’ zegt Sanhita Ambast.
Oneerlijk loon
Naast de onveilige werkomstandigheden heeft Amnesty ook vastgelegd dat mensen in de zorg geen eerlijk loon kregen of soms zelfs helemaal niet werden betaald. Zo ontvingen artsen in Zuid-Sudan sinds februari geen salaris en kregen zij ook geen uitkering of medische dekking. In Guatemala werden ten minste 46 medewerkers niet betaald voor de tweeënhalve maand die ze in een coronaziekenhuis werkten. Amnesty International roept staten op gezondheidswerkers en anderen met essentiële beroepen te compenseren en te ondersteunen als ze een coronabesmetting oplopen.
‘Nu de coronacrisis zich nog steeds uitbreidt, dringen we er bij de regeringen op aan om de gezondheid en de levens van zorgmedewerkers en anderen met essentiële beroepen serieus te nemen. Landen die de ergste fase van de pandemie nog moeten krijgen, mogen de fouten van regeringen die werknemers niet beschermden, niet herhalen,’ zegt Sanhita Ambast.
‘Het is vooral verontrustend om te zien dat sommige regeringen zorgmedewerkers straffen wanneer zij hun bezorgdheid uiten over de werkomstandigheden die hun levens bedreigen. Gezondheidswerkers in de frontlinie zijn de eersten die weten of het overheidsbeleid faalt. Autoriteiten die ze het zwijgen opleggen, kunnen niet serieus beweren dat ze prioriteit geven aan de volksgezondheid.’
België
Ook België en de zorgsector zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. Sciensano schatte op 19 juni dat ongeveer 600 mensen van het zorgpersoneel werden gehospitaliseerd door de gevolgen van COVID-19. Uit de woonzorgcentra zijn er de zorgwekkende getuigenissen van zowel personeel als bewoners over onvoldoende geschoold personeel, onvoldoende beschermend materiaal en mensonterende omstandigheden.
‘Het is essentieel dat de Belgische autoriteiten de aanpak van de pandemie evalueren en dat er verantwoording wordt afgelegd. De parlementen zetten daarin de eerste stappen en het is essentieel dat de evaluaties volledig zijn. Het garanderen van de mensenrechten van zorgpersoneel en andere essentiële beroepen, maar ook van bewoners van woonzorgcentra en van andere kwetsbare groepen uit onze maatschappij, moet daarbij centraal staan’, zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen.
Aanbevelingen
‘We roepen alle staten die zijn getroffen door het coronavirus op om onafhankelijk te toetsen of ze voldoende voorbereid waren op de pandemie en er goed op reageerden. Dan kunnen zij bij een toekomstige uitbraak van een besmettelijke ziekte de mensenrechten en mensenlevens beter beschermen,’ zegt Ambast. ‘Hierbij moet ook gekeken worden of de rechten van mensen in de zorg en andere essentiële beroepen voldoende werden beschermd. Het gaat dan ook om hun recht op rechtvaardige en toereikende werkomstandigheden en het recht op vrije meningsuiting.
Staten moeten daarnaast zorgen voor een passende vergoeding voor alle gezondheidswerkers en anderen in essentiële beroepen die tijdens hun werk met het coronavirus besmet raakten. Ze moeten gevallen onderzoeken waar werknemers represailles kregen omdat ze problemen aan de kaak stelden. En staten moeten zorgen voor een effectieve oplossing voor degenen die onrechtvaardig zijn behandeld, onder meer door werknemers die hun baan hebben verloren omdat ze alarm sloegen hun banen terug te geven.
Achtergrond
Met de term ‘gezondheidswerkers’ wordt iedereen bedoeld die betrokken is bij het verlenen van medische en sociale zorg in welke hoedanigheid dan ook: artsen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, schoonmakers, ambulancechauffeurs en facilitair personeel. Hoewel dit rapport vanwege de beschikbare informatie grotendeels gaat over gezondheidswerkers, zijn dezelfde kwesties van toepassing op een breder scala van 'essentiële werknemers' die tijdens de pandemie zijn blootgesteld aan het coronavirus.
Alle vermelde cijfers zijn up-to-date tot 6 juli 2020.