Afbeelding
Catalaanse onafhankelijkheidsleiders Jordi Sànchez en Jordi Cuixart moeten vrijgelaten worden
Persbericht

Catalaanse onafhankelijkheidsleiders Jordi Sànchez en Jordi Cuixart moeten vrijgelaten worden

19 november 2019

Een maand geleden werden Jordi Sànchez en Jordi Cuixart door het Spaanse Hooggerechtshof veroordeeld voor opruiing. Na analyse van het 500 pagina’s tellende vonnis concludeert Amnesty International dat de uitspraak in strijd is met het recht op vrije meningsuiting en vreedzaam demonsteren. De mensenrechtenorganisatie roept op tot de onmiddellijke vrijlating van de twee Jordi’s en de vernietiging van hun veroordeling.

De gevangenisstraffen tegen deze twee middenveldleiders zijn het resultaat van een vage definiëring van het misdrijf opruiing in de Spaanse strafwet. Bovendien hanteert het Hoofgerechtshof een te ruime en gevaarlijke interpretatie van deze definitie. Met als gevolg dat legitieme protestacties bestraft worden.

Als burgers en middenveldleiders hadden Jordi Sànchez en Jordi Ciuxart het recht om hun mening te uiten en vreedzame protestacties te organiseren pro het Catalaanse onafhankelijkheidsreferendum. Het is mogelijk dat sommige acties bedoeld waren om de uitvoering van het vonnis van het Grondwettelijk Hof over het referendum te dwarsbomen, maar ook vreedzame daden van burgerlijke ongehoorzaamheid worden beschermd door het internationale mensenrechtenkader. Al te strenge vervolging voor daden van burgerlijke ongehoorzaamheid vormen een buitensporige inperking van het recht op vreedzaam protest en zijn in strijd met het internationaal recht.

Amnesty International heeft het volledige proces gemonitord en het vonnis grondig bestudeerd. Daaruit besluit de organisatie dat de celstraf voor de Jordi’s voor opruiing een buitensporige inperking is van hun recht op vrije meningsuiting en vreedzaam protest.

Definitie opruiing problematisch

Het Spaanse parlement moet dringend de definitie van het misdrijf opruiing herzien om te vermijden dat mensen bestraft worden wanneer ze vreedzaam demonstreren of vreedzame daden van burgerlijke ongehoorzaamheid stellen. Opruiing is vaag gedefinieerd in de strafwet en wordt door het Hooggerechtshof breed geïnterpreteerd waardoor heel uiteenlopende niet-gewelddadige acties onterecht vervolgd kunnen worden.

De vage definitie en brede interpretatie doen ook vragen rijzen over de veroordelingen voor opruiing van de Catalaanse politici. De politici hebben als formele vertegenwoordigers van de staat mogelijk vervolgbare feiten gepleegd, maar hun veroordeling voor opruiing is in strijd met het legaliteitsbeginsel. Dat principe bepaalt dat het voldoende duidelijk moet zijn wanneer iets een misdrijf is. In het geval van opruiing in Spanje is dat momenteel niet mogelijk.

Amnesty International roept de Spaanse autoriteiten op om tijdens komende beroepsprocedures ervoor te zorgen dat het legaliteitsbeginsel wel gerespecteerd wordt. Veroordelingen voor opruiing zoals momenteel gedefinieerd in het Spaanse strafwetboek, zijn in strijd met het internationaal recht.

Tot slot, bekritiseert Amnesty International de manier waarop het Hof het zware misdrijf opruiing van toepassing acht, omwille van de “massale en algemene” aard van het verzet tegen de uitvoering van het arrest van het Grondwettelijk Hof. Het Hof geeft zo aan dat mocht de oproep om te demonstreren minder algemeen gevolgd zijn, de gevolgen minder zwaar waren geweest. Dit is een gevaarlijke lezing, aangezien het een soort limiet zet op het aantal mensen dat vreedzaam kan protesteren. Het vonnis dreigt zo een smorend effect te hebben op het organiseren van vreedzame demonstraties.

ACHTERGROND

Amnesty International heeft het proces tegen de twaalf Catalaanse leiders nauwgezet opgevolgd. De mensenrechtenorganisatie was aanwezig op alle hoorzittingen in Madrid.

Het vonnis werd uitgesproken op 14 oktober 2019. Zeven Catalaanse politici en twee middenveldleiders werden veroordeeld voor opruiing tot celstraffen van 9 tot 13 jaar en uitsluiting van openbare ambten. Drie andere politici werden veroordeeld voor het misdrijf ongehoorzaamheid tot geldboetes en uitsluiting van openbare ambten.

Volgens het internationale mensenrechtenkader is een inperking van het recht op vreedzaam demonstreren mogelijk maar elke inperking moet voorzien zijn in de wet, noodzakelijk zijn en proportioneel in verhouding tot een specifiek publiek belang. Een demonstratie verliest haar algemeen vreedzaam karakter niet wanneer er enkele demonstranten geweld plegen of wanneer er sprake is van onwettige praktijken. Elk crimineel misdrijf moet voldoende duidelijk gedefinieerd zijn zodat mensen hun gedrag daarop kunnen afstemmen.

Lees ook

Meer nieuws