
Bescherming burgers noodzakelijk in escalerende strijd tussen Israël en Iran
Steeds meer burgers betalen de wrede tol van de angstaanjagende militaire acties tussen Iran en Israël sinds 13 juni 2025. Terwijl verdere escalatie dreigt, dringt Amnesty International er bij de Israëlische en Iraanse autoriteiten op aan zich te houden aan hun verplichtingen onder internationaal humanitair recht om burgers te beschermen.
Ook de internationale gemeenschap moet de bescherming van burgers voorop stellen, in plaats van hun lijden te reduceren tot bijzaak.
Slachtoffers
Op 16 juni meldde een woordvoerder van de Iraanse regering dat Israëlische aanvallen ten minste 224 mensen hadden gedood, waaronder 74 vrouwen en kinderen. Er werd niet verduidelijkt hoeveel van hen burgers waren. Het Iraanse ministerie van Volksgezondheid verklaarde ook dat 1.800 mensen gewond zijn geraakt.
In Israël meldde het Home Front Command (het ‘Thuisfront’ – een tak van het Israëlische leger dat zich met civiele bescherming in Israël bezighoudt) dat bij Iraanse aanvallen minstens 24 mensen waren gedood, onder wie vrouwen en kinderen, en dat het allemaal burgers waren, met bijna 600 gewonden.
“Het aantal doden en gewonden blijft stijgen. Amnesty International dringt er bij beide partijen op aan om hun verplichtingen na te komen en ervoor te zorgen dat burgers in de twee landen niet nog meer de prijs betalen voor roekeloze militaire acties”, aldus Agnès Callamard, secretaris-generaal van Amnesty International.
"Verdere escalatie van deze vijandelijkheden dreigt verwoestende en verstrekkende gevolgen te hebben voor burgers in de hele regio en daarbuiten.”
Leed burgers is geen bijzaak
“De erkenning van de rampzalige gevolgen die deze escalatie dreigt mee te brengen voor de burgers in de twee landen, ontbreekt in de verklaringen van de VS en de G7. In plaats van de ene partij in het conflict toe te juichen boven de andere, alsof het lijden van burgers slechts bijzaak is, zouden staten de bescherming van burgers moeten garanderen. Het voorkomen van verder lijden moet de prioriteit zijn - niet het nastreven van militaire of geopolitieke doelen.
"Zowel de Israëlische als de Iraanse autoriteiten hebben keer op keer laten zien dat ze het internationaal recht over mensenrechten en het internationaal humanitair recht aan hun laars lappen en straffeloos ernstige internationale misdaden begaan.
Geen afleiding van Gaza
"De wereld mag niet toestaan dat Israël deze militaire escalatie gebruikt om de aandacht af te leiden van zijn voortdurende genocide op Palestijnen in de bezette Gazastrook, zijn illegale bezetting van het hele bezette Palestijnse gebied (OPT) en zijn systeem van apartheid tegen Palestijnen.
“Evenzo mag de internationale gemeenschap het lijden niet negeren dat decennia van misdaden onder internationaal recht door de Iraanse autoriteiten hebben toegebracht aan mensen binnen Iran, waar de niet aflatende bombardementen nu bovenop komen.”
Volgens het internationaal humanitair recht moeten alle partijen alle mogelijke voorzorgsmaatregelen nemen om burgers te ontzien en hun lijden en slachtoffers tot een minimum te beperken. Internationaal humanitair recht verbiedt ten strengste aanvallen gericht op burgers en burgerobjecten, evenals aanvallen waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen militaire doelen en burgers of burgerinfrastructuur.
Om deze reden mogen wapens die extreem onnauwkeurig zijn en grote explosieve ladingen dragen die een groot gebied treffen, zoals ballistische raketten, nooit worden gebruikt in gebieden met een grote burgerbevolking. Aanvallen op militaire doelen die waarschijnlijk resulteren in onevenredige burgerslachtoffers of de vernietiging van civiele objecten zijn evenzeer verboden.
In het dodelijkste incident in Israël werden op 15 juni acht mensen, waaronder drie kinderen, gedood in Bat Yam, ten zuiden van Tel Aviv. In Iran werden op 15 juni minstens 12 mensen, waaronder kinderen en een zwangere vrouw, gedood bij een aanval op het Tajrish-plein in Teheran.
In de schaduw van deze laatste escalatie gaan de Israëlische autoriteiten door met het onder dwang verplaatsen en uithongeren van Palestijnen in de bezette Gazastrook als onderdeel van hun voortdurende genocide. Ze hebben een volledige afsluiting van de Westelijke Jordaanoever opgelegd, waar het door de staat gesteunde kolonistengeweld blijft toenemen, waardoor de illegale bezetting en het apartheidssysteem van Israël nog steviger worden verankerd.
Repressie en vrees voor executies
Intussen reageerden Iraanse autoriteiten op de meest recente Israëlische aanvallen door internetbeperkingen op te leggen en journalisten en dissidenten in het land te arresteren. Ze hebben ook de communicatie van gevangenen met de buitenwereld beperkt, inclusief die in gevangenissen in de buurt van de plaatsen van de bombardementen.
Op 16 juni executeerden de Iraanse autoriteiten een man voor vermeende spionage voor Israël, waardoor bezorgdheid is ontstaan over het lot van anderen die in de dodencel zitten voor soortgelijke beschuldigingen, waaronder ook de in België bekende dokter Ahmadreza Djalali.
De Iraanse autoriteiten moeten alle mensenrechtenverdedigers en anderen die willekeurig worden vastgehouden vrijlaten en andere gevangenen overplaatsen uit de buurt van locaties waar het risico bestaat dat ze door Israël worden aangevallen.
Onduidelijke 'waarschuwingen’ die paniek en verwarring zaaien
De afgelopen drie dagen hebben Israëlische functionarissen, waaronder premier Benjamin Netanyahu, minister van Defensie Israël Katz en de Perzisch-talige woordvoerder van het Israëlische leger Kamal Pinchasi, alarmerende dreigementen en erg brede, ineffectieve evacuatiewaarschuwingen afgegeven aan miljoenen burgers in Teheran, een grote stad met ongeveer 10 miljoen inwoners, gelegen in de provincie met dezelfde naam waar ongeveer 19 miljoen mensen wonen. In sommige gevallen werden de waarschuwingen midden in de nacht gegeven als de inwoners sliepen of werd niet duidelijk gemaakt of ze betrekking hadden op de stad of de provincie Teheran.
Op 16 juni dreigde Israel Katz, de Israëlische minister van Defensie, op X dat “de inwoners van Teheran gedwongen zullen worden de prijs te betalen” voor de acties van de Iraanse autoriteiten. Uren later waarschuwde de Perzisch-talige woordvoerder van het Israëlische leger burgers om District Drie van Teheran te evacueren - een gebied van ongeveer 30 km² waar meer dan 350.000 mensen wonen. Dit gebeurde via een video die onduidelijke gevarenzones toonde. De video toonde een kaart waarop de gevarenzones voor burgers stonden aangegeven, maar specificeerde niet duidelijk de locaties van de doelwitten of de gebieden met explosie- en fragmentatiegevaar, waardoor de inwoners niet wisten welke gebieden ze moesten vermijden. Iraanse burgeractivisten publiceerden later de kaart opnieuw met duidelijk aangegeven grenzen en locaties.
Voorafgaand aan de “evacuatie”-waarschuwingen op 16 juni had het Israëlische leger nog een andere al te brede waarschuwing uitgevaardigd in het Perzisch, met de instructies aan mensen doorheen het land om “onmiddellijk gebieden te verlaten in of in de buurt van faciliteiten voor het maken van militaire wapens en ondersteuning daarvoor”.
De verklaring zaaide paniek en verwarring onder Iraanse mensen, omdat de locaties van militaire faciliteiten niet bekend zijn bij het grote publiek en er geen duidelijke richtlijnen werden gegeven over waar burgers wel of niet heen moeten gaan om hun veiligheid te garanderen.
Verplichtingen onder internationaal recht
Evacuatiewaarschuwingen, zelfs als ze gedetailleerd en effectief zijn, ontslaan Israël niet van zijn andere verplichtingen onder het internationaal humanitair recht. Ze mogen gebieden waarvoor ze waarschuwingen hebben uitgevaardigd niet behandelen als open vuurzones. Miljoenen mensen in Teheran kunnen niet vertrekken, ofwel omdat ze geen alternatieve verblijfplaats buiten de stad hebben, ofwel door beperkte mobiliteit, invaliditeit, geblokkeerde wegen, brandstoftekorten of andere beperkingen. Israël heeft de verplichting om alle haalbare voorzorgsmaatregelen te nemen om het leed onder deze burgers tot een minimum te beperken.
Vroeg in de ochtend op 17 juni, Teheran tijd, veroorzaakte de Amerikaanse president Donald Trump verdere paniek met een Truth Social post waarin stond: “Iedereen moet Teheran onmiddellijk evacueren.” De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio en het Witte Huis versterkten het bericht op X, te midden van berichten in de media dat de Verenigde Staten zich mogelijk bij Israël zouden aansluiten om Iran aan te vallen.
In reactie op de Israëlische waarschuwingen meldden Iraanse staatsmedia op 15 juni dat de Iraanse strijdkrachten waarschuwingen hadden uitgegeven waarin inwoners van Tel Aviv werden aangespoord om te evacueren. In een video die werd uitgezonden op de staatsmedia verklaarde Reza Sayed, woordvoerder van het communicatiecentrum van de generale staf van de strijdkrachten: "Verlaat de bezette gebieden [verwijzend naar Israël en de OPT], omdat ze in de toekomst ongetwijfeld onbewoonbaar voor jullie zullen worden ... Sta niet toe dat het criminele regime jullie als menselijke schilden gebruikt. Vermijd wonen of verhuizen in de buurt van de bovengenoemde locaties en weet dat zelfs ondergrondse schuilplaatsen je geen veiligheid zullen bieden."
In Israël hebben deze Iraanse waarschuwingen niet geleid tot chaos en massale evacuatie, grotendeels dankzij de aanwezigheid van het Iron Dome verdedigingssysteem en beschikbare schuilplaatsen. Er zijn echter gevallen geweest waarbij burgers, met name Palestijnse burgers van Israël en van bedoeïenengemeenschappen, die geen toegang hebben tot ondergrondse schuilplaatsen, zoals de familie Khatib in de Palestijnse stad Tamra, werden gedood als gevolg van een Iraanse raketaanval. Israëlische middenveldorganisaties roepen de regering op om dringend iets te doen aan het chronische gebrek aan beschermde ruimte voor niet-joodse Israëlische burgers.
Paniek zaaien
Partijen bij gewapende conflicten mogen geen gewelddadige dreigementen uiten die bedoeld zijn om terreur te zaaien onder de burgerbevolking. Ze kunnen zich niet verschuilen achter al te algemene waarschuwingen om te beweren dat ze hebben voldaan aan hun verplichtingen onder internationaal recht. Om effectieve waarschuwingen te zijn volgens het internationaal humanitair recht, moeten partijen burgers duidelijke en praktische instructies geven om weg te gaan van militaire doelen die onder vuur genomen zullen worden, in plaats van onrechtmatig op te roepen tot een massale uittocht van miljoenen mensen - een aanpak die meer bedoeld lijkt om paniek en terreur onder burgers te zaaien dan om hun bescherming te garanderen.
Afsluiten van internet en mediacensuur
In Iran hebben de autoriteiten de toegang tot het internet en instant messaging applicaties verstoord, waardoor miljoenen mensen die getroffen worden door het conflict geen toegang hebben tot essentiële informatie en niet kunnen communiceren met geliefden binnen en buiten het land.
"Toegang tot het internet is essentieel om mensenrechten te beschermen, vooral in tijden van gewapend conflict waar communicatiestoringen mensen verhinderen om veilige routes te vinden, toegang te krijgen tot levensreddende middelen en op de hoogte te blijven. De Iraanse autoriteiten moeten onmiddellijk zorgen voor volledig herstel van internet en communicatiediensten in heel Iran," zei Agnès Callamard.
De Israëlische autoriteiten gebruiken ook vage veiligheidsargumenten om mensen aan te vallen vanwege berichten op sociale media of het delen van video's die geacht worden de strenge censuurregels te overtreden.
“We waarschuwen ook voor wat in het verleden vaak gebeurde: Israëlische autoriteiten gebruikten vaak militaire escalaties als voorwendsel om hard op te treden tegen vrijheid van meningsuiting. Vooral Palestijnse burgers in Israël werden onder meer onderworpen aan willekeurige detentie na ongefundeerde beschuldigingen van opruiing.” zei Agnès Callamard.
Achtergrond
Op 13 juni 2025 lanceerden de Israëlische autoriteiten lucht- en droneaanvallen op Iraans grondgebied. Kort daarna kondigden Israëlische functionarissen aan dat ze de operatie hadden gelanceerd om de Iraanse nucleaire en ballistische raketcapaciteiten aan te vallen en de Iraanse militaire leiding te onthoofden. De Israëlische aanvallen begonnen toen Iran en de VS aan het onderhandelen waren over een nieuwe overeenkomst om het Iraanse nucleaire programma en het nucleaire programma te beperken in ruil voor verlichting van de sancties.
De Iraanse autoriteiten hebben als vergelding honderden raketten en drones afgevuurd op Israëlisch grondgebied.
Israëlische aanvallen hebben steden in meerdere provincies in Iran getroffen, waaronder de provincies Alborz, Oost-Azerbeidzjan, Isfahan, Fars, Kermanshah, Hamedan, Lorestan, Ilam, Markazi, Qom, Teheran, West-Azerbeidzjan en Khorasan Razavi.
Iraanse aanvallen hebben verschillende stedelijke gebieden in Israël getroffen, zoals Tel Aviv, Bat Yam, Tamra, Petah Tikva, Bnei Brak, Haifa, Herzliya.