Amnesty International slaat alarm over mogelijke op til zijnde executie van Ahmadreza Djalali
Op maandag 23 juni werd Ahmadreza Djalali samen met andere gevangenen vanuit de Evin-gevangenis overgebracht naar een andere gevangenis, de “Greater Tehran Penitentiary”. Deze verhuis leek een gevolg van de Israëlische bombardementen op de beruchte Evin-gevangenis eerder die dag. Amnesty International leerde echter dat Ahmadreza Djalali vanuit deze nieuwe gevangenis opnieuw en dit keer alleen werd weggeleid naar een onbekende locatie. Volgens Amnesty International is dit uitermate zorgwekkend nieuws dat kan wijzen op plannen om de Zweeds-Iraanse urgentiearts te executeren.
Amnesty International waarschuwde eerder dat de escalatie van het geweld tussen Israël en Iran leidde tot interne repressie en wees op een groot risico op executies van personen die door het Iraanse regime gezien worden als verbonden met Israël. Al minstens twee mannen die ter dood veroordeeld werden omwille van vermeende banden met Israël, werden geëxecuteerd sinds de start van de Israëlische aanval op 13 juni. Het gaat om Mohammad Amin Mahdavi Shayesteh die op 23 juni werd gedood en Esmail Fekri op 16 juni.
“Iran moet onmiddellijk kenbaar maken waar Ahmadreza Djalali zich bevindt en alle plannen om hem te executeren stopzetten. De man zit al negen jaar onterecht vast en werd na een manifest oneerlijk proces veroordeeld tot de dood. Iran moet hem onmiddellijk vrijlaten.”
Het Zweedse ministerie van Buitenlandse Zaken reageerde prompt op het verontrustende nieuws en riep Iran publiekelijk op om opheldering te vragen, te waarschuwen tegen het uitvoeren van de doodstraf en om dr. Djalali vrij te laten.
Amnesty International roept ook de Belgische regering op om alle mogelijke middelen aan te wenden om Iran op te roepen om geen executies uit te voeren en dr. Djalali vrij te laten.
Dr. Djalali was als gastprofessor met de VUB verbonden en al meer dan 150.000 mensen in België eisten zijn vrijlating.
