Amnesty International roept Wet'suwet'en Chief Dsta'hyl uit tot eerste gewetensgevangene van Canada
Amnesty International heeft voor het eerst sinds zijn oprichting iemand als gewetensgevangene in Canada aangeduid. Likhts'amisyu Clan Wing Chief Dsta'hyl van de Wet'suwet'en Nation wordt volgens de mensenrechtenorganisatie van zijn vrijheid beroofd louter voor het vreedzaam uiten van zijn mening en moet onmiddellijk en zonder voorwaarden vrijkomen.
Amnesty International beschouwt een gewetensgevangene (prisoner of conscience of POC) als een persoon die gevangen zit of op een andere manier fysiek in hun vrijheid is beperkt (bijvoorbeeld door huisarrest), uitsluitend vanwege hun politieke, religieuze of andere gewetensvolle overtuigingen, hun etnische afkomst, geslacht, huidskleur, taal, nationale of sociale afkomst, sociaaleconomische status, geboorte, seksuele geaardheid, genderidentiteit of -expressie, of andere status, en die geen geweld heeft gebruikt of heeft gepleit voor geweld of haat in de omstandigheden die tot hun detentie hebben geleid. Wanneer Amnesty International iemand beschouwt als gewetensgevangene, eist het de onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating van die persoon.
“De Canadese staat heeft Chief Dsta'hyl ten onrechte gecriminaliseerd en opgesloten omdat hij opkwam voor het land en de rechten van het Wet'suwet'en-volk”, zei Ana Piquer, directeur Noord- en Zuid-Amerika bij Amnesty International.
“Als gevolg hiervan komt Canada op de beschamende lijst van landen waar gewetensgevangenen onder huisarrest staan of achter tralies zitten. Met het grootste respect voor het cruciale werk van Chief Dsta'hyl om het land, de rechten en het milieu waar we allemaal van afhankelijk zijn te beschermen, eist Amnesty International zijn onmiddellijke en onvoorwaardelijke vrijlating en dringt er bij Canada op aan om te stoppen met de criminalisering van Wet'suwet'en en andere inheemse verdedigers tijdens een wereldwijde klimaatnoodtoestand.”
“Bij klimaatverandering staan inheemse volken in de frontlinie en zij ondervinden nu al onevenredig veel schade. Dit zal nog verergeren als de mensheid er niet in slaagt om een einde te maken aan het verbranden van fossiele brandstoffen”, benadrukte Piquer. “Staten moeten inheemse landverdedigers zoals Chief Dsta'hyl ondersteunen, niet opsluiten, en hun voorbeeld volgen op weg naar een gezondere, duurzamere toekomst voor iedereen.”
Amnesty International heeft de mensenrechtenschendingen tegen Wet'suwet'en landverdedigers, waaronder Chief Dsta'hyl, sinds 2020 gedocumenteerd. Chief Dsta'hyl, ook bekend als Adam Gagnon, is de eerste persoon die is veroordeeld. In totaal zijn vier inheemse landverdedigers schuldig bevonden nadat ze een gerechtelijk bevel naast zich neerlegden. Het onrechtvaardige bevel verbiedt landverdedigers om acties te ondernemen om het grondgebied van de Wet'suwet'en te verdedigen tegen de aanleg van de Coastal GasLink (CGL) pijplijn voor vloeibaar aardgas, ook al zijn deze acties beschermd door de mensenrechten op vrijheid van meningsuiting en vreedzame vergadering.
Het Hooggerechtshof van Brits-Columbia heeft op verzoek van CGL een gerechtelijk bevel uitgevaardigd om te voorkomen dat landverdedigers acties ondernemen om het grondgebied van de Wet'suwet'en te beschermen tegen de aanleg van de pijplijn, die wordt uitgevoerd zonder de vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming van de Wet'suwet'en Hereditary Chiefs, wat in strijd is met het internationaal recht. In juli 2024 werd Chief Dsta'hyl veroordeeld tot 60 dagen huisarrest onder voorwaarden.
“Ik ben veroordeeld voor het beschermen van ons eigen land terwijl de wetten van de Wet'suwet'en aan de kant zijn geschoven”, reageerde Chief Dsta'hyl op woensdag, terwijl hij huisarrest uitzat in zijn huis op het grondgebied van de Wet'suwet'en.
“Het einddoel van deze strijd is de erkenning van de Wet'suwet'en-wetgeving in Canada en het is jammer dat de overheid in plaats daarvan zijn hakken in het zand zet. Deze strijd duurt al 240 jaar. We zijn opgesloten in de reservaten waar ze ‘statusindianen’ van ons hebben gemaakt. Nu zijn we allemaal ‘gewetensgevangenen’ vanwege wat de kolonisten ons hebben aangedaan.”
David Matsinhe, directeur Beleid, Lobby en Onderzoek bij de Engelstalige afdeling van Amnesty International Canada, zei:
“Canada's behandeling van Chief Dsta'hyl en andere landverdedigers van de Wet'suwet'en Nation is onaanvaardbaar. De regeringen van Brits-Columbia en Canada hebben de Wet'suwet'en hun recht ontzegd op vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming voor projecten die invloed hebben op hun land. De Canadese staat heeft hun recht op bewegingsvrijheid over hun voorouderlijk grondgebied geschonden, hun traditionele manier van leven bedreigd en Chief Dsta'hyl gevangengezet omdat hij zijn inheemse rechten en grondrechten uitoefende. Deze onrechtvaardigheden zijn pijnlijke echo's van Canada's tragische geschiedenis van koloniaal geweld tegen inheemse volken.”
Amnesty International's verklaring van Chief Dsta'hyl als gewetensgevangene komt te midden van verwoestende bosbranden in Alberta, Californië en elders. En de aankondiging kwam minder dan twee weken nadat de gemiddelde temperatuur wereldwijd nieuwe hoogten bereikte, waardoor wetenschappers van het Copernicus Instituut 22 juli 2024 uitriepen tot de warmste dag ooit.
Gabrielle Pauzé, directeur bij de Franstalige afdeling van Amnesty International Canada, voegde hieraan toe: “Chief Dsta'hyl is veroordeeld omdat hij op vreedzame wijze het grondgebied van de Wet'suwet'en beschermde tegen de aanleg van de Coastal GasLink pijplijn. Volgens Amnesty International had hij helemaal niet vervolgd mogen worden. Het voeren van vreedzame actie om niet-gecedeerd voorouderlijk land te verdedigen zou niet als een misdrijf behandeld moeten worden. Het is belangrijk om te onthouden dat inheemse volken natuurlijke ecosystemen verdedigen die de gevolgen van klimaatverandering verminderen. Het is absoluut niet productief om hen in de huidige wereldwijde klimaatcrisis te vervolgen voor het beschermen van deze ecosystemen.”
Achtergrond
In december 2023 publiceerde Amnesty International het rapport ‘Removed from our land for defending it’: Criminalization, Intimidation and Harassment of Wet'suwet'en Land Defenders. De publicatie onderzoekt de mensenrechtenschendingen tegen leden van de Wet'suwet'en Nation en hun aanhangers door de autoriteiten van Canada en Brits-Columbia; CGL Pipeline Ltd. en TC Energy, de bedrijven die een pijplijn voor vloeibaar aardgas (LNG) aanleggen door het grondgebied van de Wet'suwet'en; en Forsythe Security, een particulier beveiligingsbedrijf dat door CGL Pipeline Ltd. is ingehuurd.
Het rapport is deels gebaseerd is op getuigenverklaringen van vier grootschalige invallen door de Royal Canadian Mounted Police (RCMP) in het gebied van de Wet'suwet'en, die werden gekenmerkt door het onwettige gebruik van geweld. Het onderzoek stelt vast dat de Wet'suwet'en landverdedigers en hun aanhangers willekeurig werden vastgehouden omdat ze op vreedzame wijze hun land verdedigden tegen de aanleg van de pijplijn en hun inheemse rechten en recht op vreedzame vergadering uitoefenden. De reden voor de detentie van de landverdedigers was het schenden van het gerechtelijk bevel (een bevel waarvan Amnesty International heeft vastgesteld dat het niet in overeenstemming is met internationaal recht en normen), waardoor hun detentie willekeurig is.
In juni en juli 2022 besloot de B.C. Prosecution Service (BCPS) om 20 landverdedigers aan te klagen wegens criminele minachting, omdat ze het bevel om weg te blijven van de bouwplaatsen van de pijpleiding zouden hebben genegeerd. Zeven van de 20 landverdedigers pleitten schuldig vanwege de beperkende voorwaarden en de familiale, psychologische en financiële gevolgen die het strafproces op hen had. Van vijf anderen werd de aanklacht ingetrokken.
Drie andere inheemse landverdedigers, die schuldig werden bevonden aan strafrechtelijke minachting voor het schenden van de voorwaarden van het bevel, vechten dit proces aan. Hun rechtszaak zal in september worden voortgezet. Vijf Wet'suwet'en-landverdedigers die in maart 2023 werden gearresteerd en beschuldigd van strafrechtelijke minachting omdat ze de voorwaarden van het gerechtelijk bevel zouden hebben geschonden, wachten nog op een proces. Amnesty International zal ook overwegen om hen als gewetensgevangenen aan te duiden als ze tot gevangenis- of huisarrest worden veroordeeld.
Amnesty International heeft de regering van Brits-Columbia opgeroepen om ervoor te zorgen dat er een einde komt aan de criminalisering van Wet'suwet'en en andere inheemse landverdedigers, ook in de context van de aanleg van de CGL-pijplijn. Amnesty International verzet zich tegen de uitbreiding van alle pijpleidingen voor fossiele brandstoffen en de bijbehorende infrastructuur.