Amnesty en de Liga moedigen initiatieven tegen etnisch profileren aan
De Liga voor Mensenrechten en Amnesty International verwelkomen het initiatief van Bart Somers en de politie van Mechelen-Willebroek om identiteitscontroles te registreren. “Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en is schadelijk voor het vertrouwen in de politie. Initiatieven om etnisch profileren tegen te gaan en politiewerk te verbeteren moeten worden aangemoedigd,” zeggen de organisaties.
Op maandag 10 juli organiseerde de Liga voor Mensenrechten een debat over etnisch profileren in Mechelen. De burgemeester en korpschef erkenden dat etnisch profileren een serieus probleem is. Omdat gegevens omtrent controles ontbreken, is het moeilijk inschatten hoe groot het probleem precies is. Sinds mei registreert de politie van Mechelen daarom iedere identiteitscontrole. De agent dient ook de reden voor de controle mee te delen aan de gecontroleerde zelf.
“Het is belangrijk dat de burgemeester en de korpschef het probleem erkennen en initiatieven nemen om etnisch profileren tegen te gaan,” zeggen de Liga en Amnesty. “Dit is een goede stap in de richting van transparantie. In het buitenland zijn er reeds positieve ervaringen met het registreren van controles. We kijken uit naar de resultaten van het project en hopen dat ook andere korpsen concrete stappen nemen om etnisch profileren structureel aan te pakken.”
"Controles moeten gebaseerd zijn op gedrag, niet op uiterlijk”
Mensen met een migratieachtergrond, en vooral jongeren, krijgen vaak te maken met etnisch profileren. Zij worden hierbij gecontroleerd door de politie vanwege hun huidskleur, taal, religie, nationaliteit of nationale of etnische afkomst, zonder dat daar een objectieve en redelijke rechtvaardiging voor is. “Etnisch profileren is een vorm van discriminatie en is verboden door het Europees en internationaal recht. Controles moeten gebaseerd zijn op gedrag, niet op uiterlijk,” stellen Amnesty en de Liga.
Etnisch profileren is bovendien niet effectief. Het zorgt ervoor dat mensen hun vertrouwen in de politie verliezen en minder bereid zijn om samen te werken om hen informatie en inlichtingen te bezorgen. Dat ondermijnt het politiewerk en de gemeenschapsgerichte politie. Het zorgt ervoor dat mensen de legitimiteit van de politie in vraag stellen, en ook de staat. Daarnaast gaan er belangrijke politiemiddelen verloren als ze worden ingezet om tal van onschuldige mensen te controleren. Zo kunnen minder middelen naar misdaadpreventie en -bestrijding gaan.
